1
Tong Tong
De reuze bikkelstenen van Raden Ronggo
JUUL
Foto uit: „Nederlands-Indië Oud en Nieuw"
Links en-rechts van het afdak de „reuze bikkelstenen"
In de Tong-Tong van 30 januari hebben wij
het gehad over „De eerste blanke op Java" of
„De legende van de Witte Zee-aap". Wij ko
men hierop terug, omdat in het boek van
Annie Larmoyeur Indische overleveringen.
Folklore van nu", twee aanvullende aardige
legenden staan over de Sela Gilang. Op de
gereproduceerde foto beyinden zich links en
rechts van het afdak dat nu over de steen is
opgetrokken, grote ronde stenen. Vroeger wa
ren het er vijf, maar thans zijn er maar vier,
welke een doorsnede hebben van respectieve
lijk 80 cm, 35 cm (twee) en 20 cm. Volgens
de overlevering zouden het de overgebleven
reuze bikkelstenen zijn geweest door Raden
Ronggo gebruikt, een zoon van de Panemba-
han Senapati, vorst van Mataram. Waarschijn
lijk gebruikte deze vorst de Sela Gilang als
„dampar" of zetel, bij belangrijke bijeenkom
sten met zijn rijksgroten vóórdat de Witte Zee
aap de inscriptie er in had gekrast.
De panembahan bezat verschillende kinderen,
de oudste nu heette zoals gezegd Raden Rong
go. Deze was altijd ontzettend stout en had
vooral de boze neiging mensen te mishandelen,
misbruik makend van zijn buitengemene
kracht en van zijn positie.
Toen hij groter werd, werd hij er niet beter
op. Naast zijn wreedheid ontwikkelde hij een
grote mate van ijdelheid en trots op zijn
kracht: er was niemand, die hem in sterkte
kon evenaren. Als er iemand bij de vorst
kwam om naar het ambt van legeraanvoerder
te dingen, ging hij die man tegemoet en zei:
„Als je de kracht van mijn hand kunt weer
staan, dan mag je bij de Panembahan gaan
solliciteren". Dan dropen natuurlijk de man
nen af, want tegen die kracht konden ze niet
op.
Dit kwam zijn vader eindelijk ter ore. Hij
werd zo boos, dat hij zijn zoon bij een oor
beetpakte en hem met alle kracht wegslingerde.
Raden Ronggo kwam met zo n kracht tegen
de muur van de Kraton aan, dat hij er dwars
doorheen sloeg.
Daarop stuurde de vorst zijn zoon naar een
goeroe, in de hoop df.t deze door zijn over
wicht en kennis nog een goed man van hem
zou kunnen maken.
De goeroe heette Kjai Djoeroe Mertani en
een broer van de vader van de Panem
bahan en diens raadsman. Maar Raden Rong
go bleef ongezeggelijk en ongehoorzaam en
wilde niets van de goeroe weten, omdat nie
mand, dus ook deze niet, hem baas kon.
Op een dag zat hij naast de langgar van de
goeroe. Daar was een padasan, of bak met
water om de voeten te wassen, welke padasan
op vier ronde stenen rustte.
Niets om handen hebbende drukte hij ge
dachteloos telkens met zijn vingers in die
stenen, zodat er tenslotte gaten en deuken in
kwamen. Dat zag zijn goeroe en die riep: „Zo,
zo, kun je dat helemaal alleen doen. Probeer
het dan ook eens met deze steen", en tegelijk
gaf hij hem een grote, ronde kiezelsteen.
Raden Ronggo probeerde ook in deze steen
met zijn vingers gaten te maken, maar het
lukte hem niet. Nu begreep hij, dat hij zijn
meerdere gevonden had, maar dit maakte
hem zo maloe, dat hij op een nacht wegliep
en naar Pati vertrok. Later keerde hij echter
weer terug naar zijn vader in Mataram.
Kjai Djoeroe Mertani ging na de vlucht van
zijn leerling naar de vorst en vertelde hem
alles. De vorst liet de goeroe toen de stenen
halen, om de gaten en deuken erin met eigen
ogen te zien en zich zodoende zelf van de
kracht van zijn zoon te overtuigen.
Later werden die stenen naast de Sela Gilang
gelegd, waar ze nu nog worden bewaard.
(wordt vervolgd)
C. H.
Ze is één van die Indische vrouwtjes die niet
veel praten, maar altijd klaarstaan om anderen
te helpen. Zo ook in deze tijd, waar vrouwen
en kinderen uit Nieuw Guinea komen zonder
man en vader. Want daar heeft Juul vroeger
met haar man, die ze nu al jaren geleden
verloren heeft, ook gewoond. Vele évacué's
heeft ze al aan een onderdak geholpen. Vooral
hen, die hier geen familie of kennissen hebben,
die hen kunnen helpen.
Juul is vaak op Schiphol te vinden bij de
aankomst van de grote K.L.M.-vogels. Soms
is ze gedwongen er te overnachten, want wie
kan precies zeggen, wanneer zo'n vliegtuig
aankomt?
Zo ook nu. „Juul", is er geseind, „help ons
aan een onderdak, we hebben niemand". De
afzendster is een moeder, een Javaanse, ge
trouwd met een Hollander. Ze heeft elf
kinderen. De man, een ambtenaartje, moet
helaas voorlopig achterblijven.
Het moedertje heeft deze kinderen van haar
tegenwoordige, tweede echtgenoot. Van haar
eerste man had ze zeven kinderen. Die zijn
allemaal tijdens de oorlog op Java omgekomen.
En nu loopt ze straks weer de kans op Nieuw
Guinea een of meer van haar anaks te verlie
zen. Dat nooit, heeft ze aan Juul geschreven.
Dan liever naar Holland...
Om drie uur 's-nachts zien we Juul in een
5-zits taxi met twaalf kleine mensjes volge
stouwd. „Ja", zegt Juul, ,,'t was net zo'n
katé-hen met haar elf kuikens". Want klein van
stuk waren ze allemaal nèt als de moeder.
Ergens in Den Haag, bij het Zuiderpark in de
buurt, woont een broer van Juul. Op dit uur
van de nacht is de familie in diepe slaap
gedompeld, onbewust van de naderende „in
vasie", want bij deze broer zal Juul aanklop
pen voor haar beschermelingen.
Natuurlijk schrikt de familie zich een hoedje.
„Ja, Juul, we hebben eigenlijk geen plaats,
maar soedah, achter is nog een klein kabinetje
leeg". Twee matrassen worden aangesleept en
weldra vinden het moedertje uit Nieuw
Guinea en haar elf kinderen er de rust na al
de emoties.
Tot overmaat van ramp komt die nacht een
zwager van de heer des huizes met vrouw en
twee jongens ook nog aankloppen om logies.
Ze wisten natuurlijk niet dat... Maar ja, te
laat om nog elders te zoeken. Dus was er nu
„een huis vol mensen". Ja soedah, kassian
toch al die luitjes
Maar de volgende morgen vroeg komt Juul al
terug. Ze heeft getelefoneerd met een andere
oud-Nieuw Guinea-famlie, die in Weert een
groot huis bewoont, waar „natuurlijk' plaats
is om de evacueetjes op te nemen.
Juul heeft duidelijk de noodtoestand uitgelegd.
En in de loop van de nacht zien we een taxi
naar 't Zuiden snellen, volgeladen met kleine
mensjes. Open armen wachten hen daar.
Die Juul toch! En van Indische gastvrijheid
gesproken... JAN v. d. S.
U kunt nu voor al Uw drukorders ook terecht bij
Wij nemen de grootste en
ook de allerkleiuste (visite
kaartjes, briefpapier, etc.)
orders aan.
Bestellingen en informaties
te richten aan: De Redactie
Visitekaartjes per 100 t 8,30
per 50 t 5,30
Briefpapier kwarto, bedrukt
met naam en adres per 100 f 10,—
per 50 f 7,50
U betaalt niets meer dan waar
ook
Er wordt aparte aandacht
aan Uw werk besteed
U helpt Tong Tong opbouwen
Prijzen voor ander drukwerk en bestellingen
bij redactie Tong-Tong
DE REDACTIE.