INTERIEUR
ww//mï\
VOOR DE VROUW
oooooooooooooooooooooooooooo
O
O Alle copy, brieven, foto's bestemd o
o voor het „vrouwelijke" gedeelte
O van Tong-Tong te adresseren aan; O
O Lilian Ducelle, „Myana", Prins O
Mauritslaan 36, Den Haag. o
Opa las Myana
Lieve Lilian,
Ik ben klaar met de schoonmaak; ten
minste bijna. Mijn kamers zien er fris en
fleurig uit. Ik zette niet één doos naast de
as-emmer neer, maar in de laatste weken
totaal misschien wel 47. Maar weet U waarom
ik eigenlijk schrijf? Ten eerste om dat kleine
stukje „tempo-doeloe" in de laatste Tong-
Tong.
Deze morgen kijk ik vergenoeegd rond terwijl
ik een bosje lelietjes van dalen, zo geplukt
onder mijn hulst-boompje met wat takjes rose
clematis in een miniatuur vaasje schik en op
de televisie neer zet.
Ik vertelde mijn man: „Vroeger, in oorlogstijd
woonde ik op Malang met de vijf kinderen
(van vier tot zestien jaar) in een kleine
garage, met daarboven de slaapkamer. Dat 't
niet erg ruim was beneden spreekt vanzelf.
Terwijl ik op een dag in de tuin stond, kwam
een kennis voorbij. Ik had haar in jaren niet
ontmoet en troonde haar mee naar binnen.
Ze sloeg haar handen in elkaar toen ze binnen
kwam. „Als ik deze kamer was binnengelopen,
zonder je te zien, had ik toch geweten, dat jij
hier woonde". Mijn huis-mijn tjap. Waar 't
ook staat. Velen zullen 't niet eens mooi vin
den, veel te gewoon, veel te eenvoudig. Maar
ik houd van ruimte om mij heen. Eerst heb ik
nog wel geprobeerd er mijn Indische stempel
op te drukken, maar hoe kan dat? Als bijna
altijd de deuren gesloten moeten blijven. Ik
vind 't mooi en ik ben er gelukkig mee. En ik
houd er van, misschien wel veel te veel. Zoals
ik veel te veel houd van te veel dingen, te
veel mensen. En te veel hobby's heb, die me
dikwijls moe maken. Al zou ik tien hoofden
hebben en twintig handen, kom ik nog tijd te
kort, is de verzuchting die ik meermalen
slaak.
En dan ren ik maar weer de trap op naar de
zolder; 't gedeelte van 't huis, waar ik 't
meest van houd. 't Heeft geen beurt gehad,
bij de make-up van dit jaar. De wanden zijn
gevlekt, stukjes kapoer vallen naar omlaag,
als ik tik op mijn oude machientje (uit de
tijd van de „dingen die je nooit vergeet").
Maar ja, je kunt niet alles in één keer doen van
een ambtenaars salarisje, zelfs als je alles zelf
doet. Dus krijgt mijn heiligste der heiligen
de volgende maand zijn beurt.
Ik kijk uit de ramen in de dakkapel, ver uit
over 't polderlandschap. Als 't straks warmer
wordt, komen de koeien aan de waterkant, de
schapen, varkens, ganzen en eenden van boer
Hydra, hier vlak bij.
Auto's flitsen voorbij op de Rijksweg Amster
dam-Rotterdam. In de lucht davert een vlieg
tuig; achter de ramen hoor ik hem alleen
maar zwaar ronken. Ik let er niet meer op.
Wel op de zanglijster in de bloeiende prunus
in 't plantsoen, die doet me denken aan onze
djalaks-kotjie op de onderneming. De wind
ruist door de popels en de wilgen aan de
waterkant. Als ik mijn ogen sluit, verbeeld ik
me dat hij blaast door onze rubberbomen. Ik
hoor in de verte 't melancholische gezang van
een koelievrouw, terwijl ze 't gras weg maait
rond een jonge boom.Ach, 't is geen lied, 't is
de fluit van 't treintje Rotterdam-Den Haag.
Toch blijven mijn gedachten gaan naar 't
oude land, terwijl ik ook zo gelukkig ben met
ons huis in de Hollandse polder, waar de
clematis als een reusachtig bruidsboeket woe
kert boven de voordeur. O Lilian, ik wou dat
U dit wonder van schoonheid kon zien, van
daag de dag. Nu 't niet mogelijk is, stuurt
mijn plant U een enkele groet en mijn lelietjes
een geurtje. MARSMAN
Geen interieur-foto, maar een met woorden
en liefde geschilderd portret van een huiska
mer. Het bosje lelietjes van dalen rook nog,
maar sterker vond ik de geur van die schone
kamer, de koude lucht boven het polder
landschap.
Het is goed om met wijdopen ogen te kunnen
dromen, onze handen blijven toch wel bezig.
LILIAN
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Hij is oud-overste KNIL, hij sarde nog tot
augustus 1942 de Jap op Timor, dus nog een
half jaar na de capitulatie, hij overleefde de
Dodenspoorweg, hij kwam met de gadja
merah op Bali, hij werd hoofd MP voor de
grote Oost, hij bleef met de Nederlandse
Militaire missie tot '50 op Java; hij kankerde
als een echte koloniaal toen hij als overste bij
de Geneeskundige troepen KL in Amersfoort
diende en zat in zijn pendèkie bovenop de
kachel vloekend dat het zo koud was. Hij
nam pensioen en smeerde hem naar Nw
Zealand, naar zijn tjoetoeks, het aan zijn
zoon overlatende om de familietraditie bij
het leger voort te zetten.
Hij trappelt van ongeduld om nu naar Nw
Guinea te gaan, maar... soedah toea en kaki
pientjang. Daarom... leest hij TONG-TONG
van A tot Z, MYANA incluis.
Hij heeft in Nw Zealand een baantje bij een
fabriek waar ze plasticzakjes maken, waarop
allerlei kinderprentjes. Eerdaags komt hij een
jaar met vakantie in dat beroerde koude
Göllan, want zijn zoon heeft hem ook hier
een tjoetjoek bezorgd en die wil hij zien. Het
is een meisje
Nu schrijft hij, dat hij Lydia Luytens hand-
werkrubriek voor de vrouw heeft gelezen en
geeft een tip:
Nu ben ik uiteraard geen huisvrouw en
weet van borduren bitter weinig af, maar jat
(dat kunnen die ex-POWers nooit meer af
leren, dat jatten!) op het werk-in de plas
tics-allerlei zakjes met voor de kinderen
aardige prentjes: kippen, vogels, vliegtuigen,
enz., enz., het is de bedoeling, dat mijn dochter
die dan uitknipt en ze tegen de muur plakt
of op de lampekap, of zo iets ter versiering
van de kamer van mijn kleinzoons. Is dat
misschien ook geen idee voor jullie handwerk-
club. Mocht je nog wat van die tjonto's
willen hebben, schrijf het dan snel, dan kan
ik nog zien wat ik kan vinden en meebrengen.
Terlaloe toch eerst hfd MP, nu jatten van de
Nw Zealanders, maar ja, dat die lui ook geen
begrip hebben voor onze Nw Guinea-pro-
blemen, daar moeten ze natuurlijk voor boeten.
Al was het alleen maar, door voor de kinder
kamer plasticzakjes af te staan.
MIES ROELOFSMA
Ze zeggen dat onze huiskamers verkeerd gebouwd zijn, je kijkt namelijk altijd op de achterkant
van het volgende huizenblok dus: wasgoed, kolenhokken, volle balcon's. Je went er aan. Of niet.
In gedachten zie je bomen, paggers, kippen die rondscharrelen en kinderen die de manggds uit de
bomen katapulten.
IVat je niet ziet is: het onhollandse van je inrichting. Waarom geen mooie televisietafel? Waarom
een open koekjesblik (wie-wil-neemt-maar!) op tafel, waarom geen keurig bekleed bankstel inplaats
van dat ratjetoe van rotan-stoelen? Waarom maar een zeil met cocosmat inplaats van mooie vaste
vloerbedekking? Omdat we het met de beste wil van de wereld niet kunnen zien. Soeda laat
maar! (dit was mijn huiskamer! Lilian Ducelle).
12