Op de grens van Morgen- en Avondland
b)
oooooooooooooooooooooooooooo
TRONEC
FOTOBOEK INDONESIË
Elisabeth Eichholtz: „De Coopers van
Sydney". Uitg. A. A. M. StolslJ. P.
Barth, Den Haag.
Wie voor het eerst dit boek ter hand neemt
en over het leven in Indië geschreven vindt in
niet-literaire stijl, is even onthutst en misschien
zelfs gepiqueerd. En betrapt zich dan meteen
op een curieuze denkfout: „Waarom zou over
Indië per sé geschreven moeten worden door
letterkundigen alleen?"
En dan ontdekken we ook de merkwaardige
oorzaak van onze denkfout: verreweg het
meest dat op de Indische boekenmarkt gepro
duceerd is sinds de oorlog, is literatuur. Op
het gebied van zowel de serieuze als lichte
ontspanningslectuur is er door Indische
schrijvers verbazingwekkend weinig gepres
teerd. Is in de Europese lectuur een verhou
ding waar te nemen tussen literaire en niet-
literaire lectuur van 1 op 50 en misschien wel
ruimer, op het gebied van de Indische lectuur
is de verhouding andersom
Elisabeth Eichholtz heeft generlei aspiraties:
ze wil alleen een roman schrijven die zich voor
de helft afspeelt in Indië vóór de oorlog en
voor de andere helft in het Australië na de
oorlog, d.w.z. een half leven in een koloniale
maatschappij en de voortzetting in een Wes
terse. Met alle problemen en conflicten daarin,
die wij uit ervaring kennen. Daarvoor heeft df
schrijfster de „fiction"-vorm gekozen in tegen
stelling tot de „normale" Indische literatuur
vorm, die praktisch uitsluitend auto-biografisch
is. Natuurlijk loopt door heel het werk van
deze schrijfster als een rode draad de lijn van
werkelijke ervaringen.
Eerlijk gezegd staan wij verbaasd over de
opgaaf die Elisabeth Eichholtz zich gesteld
heeft. Er is eigenlijk maar één Indische
schrijver geweest (als wij Multatuli niet
meerekenen), die een boek heeft kunnen
schrijven over „Oost en West en dat is E.
du Perron met zijn „Land van Herkomst",
waarin de schrijver „zichzelf tracht te vinden
in de juxtapositie van Indische jeugd en
Europese volwassenheid". Dat boek werd door
zijn ongewone karakter „anti-roman gedoopt!
We begrijpen dit volkomen. Men kan niet
„zo maar" een roman creëeren op het normale
roman-patroon over levensmotieven die met
moeite een weg zoeken in Morgenland én
Avondland. Menige Indischman (blank en
bruin) beschouwt met een soort verbijstering
de schijnbare parallellen tussen het leven
daar en het leven hier, die nochtans steeds
weer elkander kruisen in botsingen, of diver
geren in hopeloze „onverenigbaarheden".
En nochtans leiden honderdduizenden, ja mil
joenen mensen dit leven van dag op dag. Niet
alleen de Nederlandse repatrianten, maar ook
de Franse colons en de Britse „colonials
Het is daarom haast natuurlijk te noemen dat
vroeger of later de problematiek van het
„gebroken levenspatroon" een expressievorm
tracht te zoeken in romans of gedichten. En
het is dus zeker niet te verwonderen, dat een
Indische vrouw nu deze roman geschreven
heeft.
Het boek zit vol „touches of reality": mensen
die zich beraden, die een wensdroom verloren
zien gaan, die zoeken naar een nieuwe
oriëntering, die discussiëren over nieuwe en
oude opvattingen over ras, macht en cultuur,
die gelaten een onbegrepen ommekeer in hun
leven aanvaarden. Onveranderlijke waarden
als liefde, geluk, geloof, veranderen plotseling
van richting. Mensen zoeken tastend hun weg
in een volkomen veranderde maatschappij.
Eigenlijk liggen boeken van dit soort tussen
Multatuli en Bas Veth in, als wij twee mili
tante schrijvers kiezen, die óf Indië óf Europa
genadeloos attaqueren om een oorspronkelijke
levenshouding te handhaven. Elisabeth Eich
holtz „timbangt", wil redelijk, praktisch, nieuw
zijn. Zal de nieuwe lijn vinden. Of ze erin
geslaagd is? Of ooit iemand erin zal slagen?
In elk geval is dit boek een stukje eerlijk
onderzochte realiteit. Rechtuit en zonder enige
aanstellerij neergeschreven. Voor een jonge
huisvrouw die „pas komt kijken op de
schrijversmarkt" is dit boek in elk geval een
stoutmoedige onderneming die grote waarde
ring en respect verdient.
H. N. van der Tuuk: „De pen in gal
gedoopt". G. A. van Oorschot. Amster
dam.
We kiezen opzettelijk deze twee besprekingen
in deze volgorde: eerst E. Eichholtz die op
volkomen pretentieloze wijze de werkelijkheid
van vandaag poogt te schrijven. Dan een
„oud-gardist", die een halve eeuw terug op de
grens van Morgenland en Avondblad verbit
terde gevechten leverde in zijn eentje tegen
een hele maatschappij. Het boek is eigenlijk
een zorgvuldig verzamelde en met knap in
zicht geordende serie aantekeningen en uit
spraken van v. d. Tuuk, van commentaren
voorzien door R. Nieuwenhuis. Een prachtig
stuk studiewerk, dat in geen respectabele
boekenkast ontbreken kan.
Nu zijn studiewerken over het^ algemeen
zwaar en dor. Maar wij geloven dat élke studie,
geschreven over of om deze wonderlijke
Herman Neubronner van der Tuuk, een tin
telende, boeiende roman móet zijn. Zelden
Ceremonieel Tenue Tamboerkorps
Regiment van Heutsz
Ten behoeve van de velen die gehoor gaven
aan de oproep van het „Comité Ceremonieel
Tenue Tamboerkorps Regiment van Heutsz",
om een bijdrage voor dit doel te storten, volgt
een bericht van de secretaris van het Comité:
Het bedrag benodigd voor de aanschaf van
„minimaal" 25 uniformen werd geheel volge
stort. Namens ons Comité wil ik U alvast
mijn oprechte dank voor de gulle gaven
overbrengen.
Tot onze spijt zijn wij er echter niet in
geslaagd om de uniformen, zoals aanvankelijk
gehoopt, nog vóór 30 april 1962 aan te
bieden. Dit is een gevolg van een onvoorziene
vertraging bij het tot stand komen van het
definitieve ontwerp en tevens van een ernstige
verlenging van de levertijden bij de leveran
ciers.
De desbetreffende instanties hebben ons nu
evenwel de verzekering gegeven dat met de
nodige spoed aan de uitvoering van ons plan
gewerkt wordt. Wij hebben goede hoop dat
de aanbieding van de uniformen plaats zal
kunnen vinden vóór de verjaardag van Hare
Majesteit de Koningin in 1963.
Wij zullen U, door middel van publikaties
als deze, op de hoogte houden van de gang
van zaken.
De Reserve Majoor Tj. A. Reitsma
Secretaris.
heeft een individu (van overigens zulke hoge
gaven van intelligentie en geest ontdekker
van twee basische klankwetten; grootste ken
ner der Indonesische talen) zó naar woord en
daad durven leven als vrijbuiter en nochtans
staat en cultuur gediend voor vele generaties
na hem!
V. d. Tuuk was eenvoudig onvangbaar in
welke soortbeschrijving ook; hij stond brutaal
en defiant buiten elke wet, was vaak onver
zoenlijk tot in de hoogste graad, met „de
humor van een haai", maar aan de andere
kant werkzaam en creatief tot haast onverge
telijke grenzen. Hij was Indo en vele Indo's
(en Totoks) zullen in hem de deugden en
ondeugden van de Indo (en de Totok) tot in
de hoogste graad ontdekken. Men zal dit soms
hoofdschuddend doen, soms geërgerd en ge
griefd, soms bulderend van het lachen, maar
altijd toch met een gevoel van warme sympa
thie en groot respect, zoals men heeft voor
elke mens die durft te leven.
In de geschiedenis van de Nederlander in de
Tropen heeft v. d. Tuuk een vaste plaats
onder de eervolsten en hij staat vlak naast
die andere wonderlijke wetenschapsman Van
Stein Callenfels, genaamd Iwan de Verschrik
kelijke. Hem lezen is een vriend winnen.
T. R.
In Utrecht is dezer dagen tot stand gekomen
de oprichting van de Stichting Tropisch
Nederlands Centrum „TRONEC", een stich
ting die zich ten doel stelt:
aDe belangen te behartigen van hen die
uit de tropen afkomstig zijn.
De integratie met de Nederlandse
samenleving op harmonische wijze te
bevorderen van hen, die uit de tropen
afkomstig zijn, het één en ander met
behoud van en begrip kwekend voor
de eigen culturele waarden,
c) De geestelijke, maatschappelijke en
kulturele vorming van hen, die uit de
tropen afkomstig zijn, in het bijzonder
die van de jeugd te stimuleren.
De Stichting is eigenlijk voortgesproten uit de
reeds zeer lang in Utrecht bestaande ver
langens van Hollandse en Indische burgers om
elkaar beter te leren begrijpen en samenwer
kend veel nuttigs tot stand te brengen. E.a.
gebeurde in groepsverband bij verenigingen
als Beverdonk, Sinjo en Oost en West, met
welke verenigingen Tronec intensief gaat sa
menwerken.
Wij appreciëren dit werk zeer. Pet af voor de
burgerij van Utrecht. Daar kunnen andere
grote steden (Den Haag, Amsterdam, Rotter
dam, Haarlem) met grote Indische groepen
een voorbeeld aan nemen. Wie meer wil
weten of helpen, kan inlichtingen bekomen
bij de voorziter van Tronec, H. A. Harmsen,
Rijnlaan 157 bis, Utrecht, Tel. 30920.
„De Coopers van Sydney"
door Elisabeth Eichholtz.
en
„De Pen in Gal Gedoopt"
door H. N. van der Tuuk.
Verkrijgbaar bij Boekhandel
P A A G M AN, Fred. Hendrikl. 217b,
Telefoon 543700, Den Haag
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Wij ontvingen het Fotoboek „Indonesië" van
D. C. J. Peters en B. Tweedy, het eerste in
een reeks die de auteurs voornemens zijn uit
te geven. Dit deel brengt voornamelijk Noord
Sumatra in beeld.
De Pasar Malam bezoekers die de originele
foto's zelf hebben kunnen bewonderen, zullen
ze hierin terug kunnen vinden.
Wij komen nader op deze uitgave terug.
Het boek is verschenen bij Uitgeverij A.S.P.,
Rotterdam, en kost 9.90. W
15