De sprookjesvogel „ik-weet-niet" „INGET HATI" „AD PATRES" Fa. Johs. Ouwejan Zn. De onverschillige cotroleur en de actieve commies KELOET BIJBEL GEVONDEN Dr. v. Bemmel van Diergaarde-Blijdorp, Rot terdam, met wiens Indische carrière U al eens in Tong-Tong heeft kunnen kennismaken, denkt als... wie niet? graag aan Indië's natuurschoon en dierenweelde terug. In Blijdorp-,,Geluiden het orgaan van zijn dierentuin, herinnert hij ons aan de Sprookjesvogel. Deze, aan de Europese wielewaal verwante, lijsterachtige zag Dr. v. B. zelf het eerst in dat nog wat ongerepte deel van het anders zo gecultiveerde Java, in Bantam. „Aan deze kant van de kali met zijn grote rolkeien", aldus deze Rotterdamse Indischgast „stonden hoogop- gaande rubbertuinen, aan de overkant bloekar. Hieronder verstaat men, zoals de lezer/es weet, zich weer tot bos ontwikkelend kreupel hout, dat op verlaten cultuurgrond opkomt. En perloe op 'n tak, die boven de bloekar uitstak, zat hij, de Sprookjesvogel. Het émail- leblauw van kop en rug zou nauwelijks hebben afgestoken van de eveneens blauwe hemel, wanneer dit daarvan niet door fluweelzwart afgescheiden zou zijn geweest. Inderdaad een sprookje die man van een vogelsoort, welke de inlandse bevolking zo slecht kent, dat zij er niet eens een (bij)naam voor hebben...*) Fairy Bird zeggen de Engelsen. In Hollandse boeken wordt hij wel aangeduid met Blauw zwarte Buulbuul. Nu is dat, zoals meer met die zogenaamd Hollandse benamingen, een even lelijke als onjuiste betiteling. Want blauwzwart zoals sommiger haar, als tint al bezongen door de Romeinen en wel: caeruleus is hij niet en ten tweede hoort hij niet tot de z.g. bulbul's. In ieder geval mooier is dan de Latijnse, de Liné se naam. Irena puella. Nu is het grappige, dat als men naar de inheemse naam voor „Irena" zoekt, sommige handboeken opgeven: doeka. Nu betekent dit, zoals de lezers weten, in het Soendanees: 'k weet het niet\ De ijverige Onderzoeker, die dit woord optekende uit de mond van een dessaman, kende de landstaal (natuurlijk weer) niet, vandaar zijn totokse vergissing. Begrafenis- en Crematie-Onderneming Opgericht 1924 ROUWKAMERS en ONTVANGKAMERS AIRCONDITIONED Kantoren: Fred. Hendriklaan 7, Den Haag, Tel. 070-556427 (2 lijnen) Irena is een typische diersoort van de vlakte**) en komt er zowel in oerbos als in bloekar voor. Het voedsel bestaat uit vruchten en insecten. De zang wordt door de vogelkenner Max Bartels beschreven als een snel: wiek-wiek- wiek-wiek-diek-wiek-wiek wuu. Maar ja, men voelt zo wel hoe ondoenbaar het is vogelge- kweel en daarbinnen bovenal de hoogfrequen- tie en überhaupt de toonhoogte en -aard in letters phonetisch weer te geven. Maar moge lijk herkent de lezer die klank uit onze of dan Bartels' poging. De nesten zijn plat, eerder slordig. De eieren groenig wit met roodbruine vlekjes. Bij een liefhebber in Solo heeft een stel tweemaal in een volière gebroed. Dit zou dus een lichtpunt voor Diergaarde Blijdorp, waar men namelijk sinds kort enkele exemplaren van deze meer-dan-schitterende soort rijk is, kunnen betekenen ware het niet, dat dit kassian allemaal mannen zijn en het wachten is dus op de toezending van één of meer poppen. Deze aanwinsten stammen ove rigens uit Indo China. Een bijzaak want deze species of soort heeft een groot verspreidings gebied» En komt voor van Voor-Indië, over Achter-Indië en Malakka op Borneo, Billiton, Sumatra en tenslotte op Java. Men prijst zich in de Maasstad gelukkig met deze vliegende juwelen; in een verenpakje zó gedistingeerd van tint en dessin als een men selijk ontwerper niet zou kunnen bedenken. Daarom is 't ook dé Sprookjesvogel „doeka". G. DE JONG Sioep-lijster (Mal. naam) Trop. Neder land. Cochoa a. azurea Temm., azuurblauwe lijster. Een oerbosbewoner, broedhoogte: 1200 tot 2000 M (De Avifauna van Tjibodas en Omgeving door A. Hooger- werf) REDACTIE „Verz(oeke) onverw(ijld) afd(oening) d(e) z(er)z(ijds) schr(ijven) ddo... No..." R(e)s(ident). Zo luidde het fonogram, dat de controleur van Barabai, G. L. Tichelman, op zekere dag van zijn hoogste chef ontving. Het betrof weer die verveiende zaak, waarop de resident als- maar zat te hameren en die de subalterne zo zeer de keel uithing, terwijl hij het met zo veel andere, zijns inziens belangrijkere kwes ties zo volhandig had. Hij greep een blauw potlood en, stemmings mens als hij was, schreef hij met grote letters onder de opdracht: „Je m'en fiche!" het kan me niet bommen). Daarna werd het stuk in de korrespondentiebak geworpen als „Stuk ter behandeling" voor de commies. Deze was een aktief en toegewijd man. Wij hebben dergelijke specimina van het admini stratief B.B.-personeel allemaal wel gekend in onze praktijkjaren. ,r En veronderstellende, dat het onderschrift in blauw een depositie was van zijn chef voor de beantwoording van het stuk, concipieerde de commies als antwoord aan de resident: ,,R(e)s(ident) Bandjermasin. Ref(erte) uw f(onogram) ddo... No...: Je m'en fiche. C(on)tr(oleur) Barabai. Dat er daarop iets zwaaide uit de residents centrale zult U wel begrijpen. De heer Adier, Nieuwediepstraat 51, Den Haag, is in het bezit van een bijbel toebeho rende aan: Emy Elsborg, welke aan haar werd uitgereikt op 29-3-38 te Soerabaia door Ds. Eckenhausen. Hij had deze bijbel ontvangen van een militair, die deze had gevonden. De heer Adier wil deze bijbel graag aan de eigenares terugeven. Wil zij zich met hem in verbinding stellen? Laat ik als derde óók nog enige belevenissen memoreren over de Keloetramp 1919- De artikeltjes van „Kembang sepatoe" en „Koffie boon"' gaven de inspiratie. De uitbarsting van de Goenoeng Keloet heeft plaats gevonden in de nacht van 19 op 20 inei 1919, ongeveer kwart vóór één. Zelf slechts drie maanden in Indonesië als employe (baroe) werkzaam op de onderneming „Gambar", adm. Z Schorr (helaas even na de kampperiode overleden), beleefde deze explosieve werk kracht der natuur als iets zó schrikbarends, dat tot heden deze momenten levendig in mijn geheugen zijn gegrift. De hoeveelheid water, modder, bomen, grote en kleine rolstenen, puimsteen etc. etc., welke in vijf bandjirs de laagvlakte ingestuurd werd, tart iedere be schrijving en eiste talrijke mensenlevens, waar onder enige employés van de H.V.A., mevrouw Hamacher en zoontje en vele, vele anderen. De dessa Strengat werd in zijn geheel onder de modderlaag bedolven en was tot mijn terug keer in 1955 naar Nederland nog steeds een onvruchtbare alang-alang-vlakte. In Blitar was de modderlaag in de Chinese kampong en andere lage gedeelten van de „stad" ongeveer 1 meter hoog en heeft men de gevangenis moeten openen voor veiligheid der tijdelijke bewoners, die dus een goed heenkomen opzochten. Ter hunner ere, de meesten zijn teruggekeerd. De dikste door mij gemeten aslaag aan de rand van het oerbos, ondernemingsgrens, be droeg 26 cm. Om het waterniveau in de krater op laag peil te houden, zijn in de krater- wand vier tunnels geboord. U kunt er rechtop door lopen. Mocht de onderste verstopt raken, zal de volgende dienst doen. De as dezer eruptie verspreidde zich met de luchtstromingen over geheel de wereld. Fami lieleden in Nederland schreven mij, dat zij de as (stof) op meubilair hebben waargenomen. L. A. KEULS 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 16