HET KNIL Militie-soldaat zonder vooruitzichten Eén van de roemrijkste vaandels van het KNIL, het Marechaussee-vaandel, is nog steeds „in dienst" en wel bij het Regiment Van Heutsz. Hier de nieuwe vaandelwacht: nieuwe mensen nieuwe uniformen, nieuwe wapens, maar kijk goed! de ouwe klewang is er nog! We hopen ook dat de oude onbevreesdheid nog leeft, het wonderlijkst gekarakteriseerd in die bekende strijdleus: „Senapan pendek, klewang pandjang", symbolisch voor: „Met de moed voor het man-tegen-man-gevecht komt men het verst!" Bij KB, van 20 juli 1950 vermeld Staatsblad K 309, werd het KNIL op 26 juli 1950 opge heven en gingen 6129 officieren, onder-offi cieren, korporaals en manschappen over naar het Koninklijke Leger hier te lande. Opgericht in 1816 kon het bogen op een zeer eervolle staat van dienst, welke onder meer tot uitdrukking kwam door het verlenen van de Militaire Willemsorde aan het Ille Bataljon Infanterie, aan het Vile Bataljon Infanterie, aan het Korps Marechaussee en aan de Militaire Luchtvaart KNIL. Het behaagde Hare Majesteit Koningin Juliana bij KB nr. 27, d.d. 1 juli 1950, te bepalen, dat deze traditie van het KNIL voort zoude leven in het Regiment Van Heutsz, als herinnering aan de dappere daden verricht door het Korps Marechaussee van Atjeh Onderhorigheden in het bijzonder, en dat het Vaandel hiervan zou worden gevoerd door dit Korps. Op 24 februari 1955 werd door Hare Majes teit Koningin Juliana op het Malieveld te 's-Gravenhage een nieuw Vaandel aan het Regiment van Heutsz uitgereikt. In dit Vaandel staat geschreven: Krijgsverrichtingen Kon. Ned.-Indische Leger 1816—1950. Korea 1950—1954. Vóór de uitreiking van het Vaandel sprak de Koningin o.m. het volgende: „Wat het verleden betreft, zijt gij de erfgena men van de beste geestelijke erfenis, die zowel zij, die deel uitmaakten van het voormalig KNIL als ook zij, die in Korea streden, ons hebben nagelaten. Groot was veelal hun moed en bewonderenswaardig de betrachting van hun plicht tot het veil hebben van eigen leven toe in de gegeven historische omstandig heden bij de daarin geldende opvattingen. Veelal gaven zij daarbij hun volle toewijding aan een zaak, die zij tot de hunne hadden ge maakt en die dikwijls zowel door het KNIL als door het Korea-detachement, gezien werd als een vrijwillig dienen van de zaak van de vrede en zelfs als dienst aan de wederpartij. Oak tegenwoordig zult gij Uw taak zien als „het betrekken van de wacht"tegen agressie, nood, en bedreiging van allerlei soort, in nauwe samenwerking met de jeugd van andere landen, die eveneens daartoe roeping voelt. Zou 't de jeugd van de gehele wereld gelukken, een ware basis voor de vrede te leggen, door te beginnen met gezamenlijk, in een voor komend geval, de zwaarst beproefde volkeren te hulp te komen Op geen betere wijze zoudt gij ook de na gedachtenis van Uw kameraden, die gevallen zijn, kunnen eren!" Als officieel Korps-onderscheidingsteken werd de „zon", welke door het vm. KNIL op de helm werd gedragen, genomen. Dit embleem wordt dus voortaan op de baret en op de schouders gedragen. De regimentskleuien, zwart op oranje onder grond, zijn eveneens afkomstig van het KNIL, evenais de zwarte das, zoals die later door dc- militairen van het KNIL werd gedragen Ook de vaandelwacht heeft ten teken dat het Regiment Van Heutsz de traditie van het KNIL heeft overgenomen een speciale uitrus ting gekregen. Ook het kader van de week van het Regiment Van Heutsz zal bewapend zijn met de klewang. Laten wij in eerbiedige stilte deze dag gedenken en daarmede ook de mannen san het KNIL eren, die zolang de scheppers en dragers van deze tradite waren, en bereid waren te sterven le Depót Bataljon Bandoeng: Op die eerste dag van je opkomst in werke lijke dienst stond je elkaar op te nemen. Lange, korte, magere, dikke, drukke of stille, teruggetrokken jongens van 18 tot 20 jaar, met een enkele laat-diener. Je werd ingedeeld en je kreeg je uitrusting, waarvan de handdoek je nog het meest ver trouwd voorkwam. Je leerde vouwen en nog eens vouwen; je etensblikje in elkaar schuiven en alles model opbergen. Je was recruut en voelde je allesbehalve op je gemak. De strozak was hard en bol; de koetoe boesoek hield je uit de slaap, evenals je galerij- wacht van 2 tot 4; het brood, een middendoor gesneden homp, naast een lik margarine (Blue- Band of Wood Dunn), een klodder jam, altijd rood, en een plak worst smaakte naar alles, be halve naar worst; de grauwe zilverrijst rook naar de karong. Je verdroeg en onderging alles lijdzaam en hunkerde naar de eerste zaterdag buiten de tangsi. Eerst alle rangen en graden kennen! Er werd dan ook flink „tiëri" gege ven. Eindelijk dan de eerste zaterdag. Aantreden voor soldij In de eetzaal had de sergeant-majoor-admini strateur, geflankeerd door de sergeant en briga dier-schrijver zich geïnstalleerd. „Militie-soldaat Petersen stamboeknr. 69314, meldt zich!" zei je ferm, met je rechterhand, vingers aaneengesloten, tegen en aan je bivak muts, je linkerhand-vingers gesloten tegen de dij, middelvinger op de naad van je broek. „Twee gulden-tien!" zei de s.m.a. onbewogen. Twee gulden, één onder de wijsvinger en één onder de middelvinger van de sergeant worden van links naar het midden van de tafel gescho ven. Van rechts kwam, onzichtbaar onder de dikke wijsvinger van de brigadier (geëxami neerd sergeant-schrijver) het dubbeltje. Als op commando werden de vingers wegge trokken en lag je soldij op tafel. De twee gul dens en het dubbeltje waren nu van jou. Het opstrijken van het geld was in een seconde gebeurd. Salueren en rechtsomkeert. Op de chambree wachtte de panatoe al op je. Vijftien cent in de week. Gauw naar het dagverblijf' een pakje Van Nelle van 17V2 cent; club-vloeitjes 5 cent. Dan wachten op het signaal afslag. In je beurs was één gulden nog heel. De poort uit en dan begon het gluren naar strepen, stippen en ster ren; vooral als je linksaf moest, langs het 15e bataljon en de Pijp (de militaire soos), 's Avonds, tien uur binnen, vond je elkaar terug op de chambree. „Moet je horen, seg, die Piet! Al donker ja, wij lopen op Braga. Si Piet salueert. Leger des Heils, pèhEn die vent, hij salueert terug, loh!" Gegrinnik alom, si Piet incluis. „Met pet en platjes siverontschuldigt hij zich. „Patjes, Piet, platjes itoe kan lain!" Luid gelach. „Lichten uit en stilte!" dondert de stem van de sergeant van de week. Mil. soldt. stbkno. 69314 als het moest, niet voor een louter koloniale gedachte, maar om de Pax Neerlandica te bren gen! En moge deze traditie in veilige handen zijn van het Van Heutsz Regiment tot in lengte van dagen! Mogen zij steeds het motto voor ogen houden, zoals het KNIL dat heeft gedaan: „Heureux ceux qui sont morts dans une guerre juste" Charles Peguy) J. C. H. 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 6