Aan Uitgeverij A.S.P.
Het verzet tegen de Japanners in het v.m.
Nederlands-Indië
CLASINA MEURSING
Goudse Singel 260 - Rotterdam 1.
(Vervolg van pag. 7)
Con Andersen huilde dan zacht voor zich heen.
Dan vermande zij zich en begon te zingen,
het ene lied na het andere. Heel stil werd het,
wanneer ze het zesde couplet aanhief van het
Wilhelmus, hoewel de Jappen streng hadden
verboden, dit lied te zingen. Wanneer de
laatste regel ten einde kwam, barstte na een
korte stilte een oorverdovend lawaai los. Haar
bezielende stem was zelfs doorgedrongen tot
het kamp, waar de Europese geïnterneerden
zaten.
Stuk voor stuk werden zij gemarteld; de
Jappen begrepen echter dat de invloed van
Con sterk was en dus werd zij overgebracht
naar een geïsoleerde cel.
De eenzaamheid en stilte drukten zeer zwaar
op deze moedige vrouw. Ook mevrouw van
der Matten werd gearresteerd en kwam door
plaatsgebrek in de cel van Con. Con dacht al
enige tijd aan zelfmoordplannen, want zij was
ten einde raad, nu zij niets meer kon horen
van de anderen. Maar de grote, grijze vrouw
met haar warm-Ievend geloof, haar liefde voor
het vaderland en voor het leven, wist haar
daarvan te weerhouden. Later kwam in de cel
naast die van Con mevrouw Speer. Drie
vrouwen die elkaar wisten te bemoedigen.
Dan eiste de Kempei Tai hen op. In een
particuliere auto werden zij naar het gebouw
gereden: Connie, Pieter Colijn, Jan Popma en
Chris Hencke. Een ogenblik liep zij naast
Colijn, die haar wist toe te fluisteren: „Batavia
niets, voor je kinderen wordt gezorgdWoor
den schieten schromelijk tekort om de hel van
de Kempei Tai te beschrijven. Con leed op
hevige onbeschrijfelijke wijze. Eindelijk op
4 mei, na twee maanden van onduldbare
pijnigingen, werd zij voor de laatste maal
gemarteld. Wat zij vertelde scheen haar beulen
te bevredigen, ook al was het in feite niets
compromitterends.
Twee dagen later viel de beslissing: Colijn,
Ferdinandus, Tan Tian Ik, Siwabessy, Mata-
tulla, Con Andersen en Hetty Angelicus zouden
naar elders worden overgebracht. Bestemming
onbekend. Een nieuwe lijdensweg werd inge
luid. Voor de laatste keer klonken de liederen
in het stille avonduur door de gevangenis.
De reis bleek naar Batavia te gaan. Hoe die
reis was voor hen was niet te beschrijven.
Eindelijk kwamen zij aan, na de nodige
beproevingen. Dan werd Colijn naar Buiten
zorg gebracht voor een „intiem'' verhoor. Na
tien dagen kwam hij terug om te verschijnen
voor de Krijgsraad, tegelijk met de anderen.
Twee dagen later viel het vonnis: Colijn,
Ferdinandus, Siwabessy en Matatulla de dood
straf; Con Andersen, Hetty Angelicus en Tan
Tian Ik 15 jaar tuchthuis. Met opgeheven
hoofd hoorden zij dit vonnis aan. Dat is dus
het einde van hun moedig verzet. Vier man
die te Antjol de zwaardslag zouden ontvangen
en de anderen moeten 15 jaar slavenarbeid
verrichten.
Nog was de lijdensweg voor Connie niet voor
bij. In maart 1944 werden de vrouwen naar
Semarang getransporteerd en kwamen ze in de
vrouwengevangenis te Boeloe. Hier voerden
inheemse vrouwen het bewind onder een
directeur. Het verblijf daar was een hel gelijk
Er heersten verschrikkelijke ziekten en de
hygiënische toestanden waren meer dan on
beschrijfelijk Connie bond de strijd aan met
deze toestanden, en toen er eindelijk wat ver
betering daarin kwam, werd ook zij ziek:
amoebe-dysenterie.
Nauwelijks hersteld, kreeg zij typhus, doch
wonder boven wonder werd zij weer beter.
Zo vergleed de tijd.
Het was 22 augustus 1945. Connie liep naar de
keuken, nu weer helemaal hersteld, en pas
seerde de directeurskamer, die door tralies
was afgescheiden van het gedeelte der ge
vangenen. Automatisch keek zij naar de In
heemse directeur, die achter een wijduitge-
spreide krant zat. Ze las de grote kopregel:
„Perang Soeda Berenti!" Wat? De oorlog
afgelopen? Dat kon niet waar zijn! Zij
droomde! Ze keek nog eens: inderdaad het
stond er. Ze rende terug naar de vrouwen,
roepend „Perang soeda berenti!" Uit gewoonte
sprak zij Maleis, want het was verboden
Nederlands te spreken. Een daverend gelach
was het antwoord, men geloofde het eenvoudig
niet.
Toen nam Connie Hetty Angelicus bij de hand
en samen spiedden zij door de tralies naar de
opengevouwen krant. Ja, het stond er werke
lijk, zwart op wit!
De volgende dag zagen zij een vliegtuig met
de kleuren rood, wit, blauw, die schitterden in
de zon. De vrouwen juichten totdat zij schor
waren en vielen elkaar om de hals. Maar nee,
nog was het niet volbracht, zoals zou blijken!
Geen Nederlands soldaat liet zich zien en
reeds begonnen de extremisten zich danig te
roeren. Groot was de verbittering onder deze
vrouwen. Politieke gevangenen scheen men
niet te kennen! Eindelijk werden zij op trans
port gesteld naar Batavia, maar stonden weer
Heden overleed te Utrecht na een
verkeersongeval onze lieve Zuster Be
huwd Zuster en Tante
in de ouderdom van bijna 78 jaar.
Epe: I. H. Meursing
D. J. C Meursing
Dordrecht: E. E. Meursing
T. Meursing-van Gulik
Neven en Nichten
Epe, 2 augustus 1962
Officiersweg 52.
De crematie heeft op dinsdag 7 augustus
in het crematorium te Yelsen plaats
gevonden.
onder Japse bescherming. Stromen vluchte
lingen kwamen Batavia binnen, maar de auto
riteiten kenden slechts twee categorieën gein-
terneerden en krijgsgevangenen. Eerst langzaam
brak zich het begrip baan, voor hetgeen zij in
groepsverband of alleen hadden gepresteerd in
het ondergrondse verzet tegen de Jappen en
welke offers waren gevallen. Maar zij, die deze
hel overleefden, behielden voor altijd een
wrange smaak in hun mondEn geen wonder
Laat, wat hier slechts summier werd verteld,
worden beschouwd als een hulde aan allen
die op Java en elders gevallen zijn. En van
wier strijd, leed en dood de ruisende palmen
of de muren van de gevangenis getuigen waren.
Die nu rusten op een verlaten ereveld, of wel
licht, onvindbaar, ergens onder het hoog op
schietende groen. Vaak is er zelfs geen foto
van hen overgebleven. Maar in het ritselen
van de rijpe paddi, en in het wuiven der pal
men, oprijzend uit de grond waar hun bloed
heeft gevloeid, zal in de harten der Indische
gemeenschap de herinnering aan hun daden,
van blank, geel, bruin en zwart, levend blijven
tot in lengte van dagen! Moge het Vaderland
alsnog beseffen, wat het aan deze dapperen
verschuldigd is! C.H.
Dien nacht schreeuwde hij in zijn cel voort
durend
ik weet het niet; hij had toch niet hekend.
Zijn hand, wanhopig langs de celvloer
schurend,
schreef onbewust een kruisje in het cement.
Laatste couplet uit: Het verhoor... van Willem
Brandt „Binnen Japansch Prikkeldraad".
Ondergetekende (naam):
Adres:
Woonplaats:
verzoekt toezending vein het fotoboek Indonesië 1, tegen de prijs
van f 9.90.
Datum: Handtekening,
Indien U Tong-Tong niet wilt verknippen schrijf dan bovenstaande tekst over op een briefkaart.
20