Indische commentaren voor en tegen het BON-Fonds BON fonds INSCHRIJFFORMULIER BON-FONDS niet. g 'v.j Met veel interesse heb ik de twee laatste Tong-Tongjs gelezen. Jammer dat het plan Las-Palmas en ook Spanje voor ons te vroeg beginnen, maar voor anderen is het er de tijd voor, en daarom ben ik ook blij dat U de N.V. in het leven geroepen hebt en ook dat BON-Fonds. Ons gezin is nl. nog te jong (ik bedoel de kinderen) ook het werk van mijn man houdt ons nog hier. Maar als deze twee plannen doorgang vinden zal ook wel meer volgen, wij houden ons dan ook aanbevolen in de toekomst. U zult wel eerst hieraan moeten werken om dan pas aan die gene te denken die wel willen maar op het ogenblik niet kunnen. Gaarne zou ik mij ook opgeven voor de N.V., maar ik moet er bij vertellen dat ik dan mee doe op afbetaling, moet poeterkajoen met mijn blanjageld. Dus krijg ik eventueel hierover bericht van U terugHoeveel dan de maande lijkse bijdrage wordt? Hartelijke groeten van mijn man en mij MEVR. EN MEN. BECKING Men hoeft blijkbaar niet oud te zijn om wijs te zijn. Hoeveel ouderen zijn er niet (50-60 jr.) die zelfbewust zeggen: over 20 jaar ben ik nog ijzersterk en onafhankelijk en die „dus niets willen missen". Hebben wij van twee wereldoorlogen en een verloren moederland nog steeds niets geleerd? Het is voor de kinderen van U dat wij hopen dat het fonds zal groeien. Wij ouderen hebben in ons leven veel verknoeid met ons gebrek aan verant woordelijkheid en waakzaamheid. We hopen nog veel "goed te maken en het BON-Fonds is één van de belangrijkste stappen. Over de N.V.-aandelen „op afbetaling" hoort U nog wel. Ik vind het tóch onbillijk dat de mensen die geen 2.50 missen kunnen, nooit kunnen lenen, hoewel juist zij het gauwst in nood kunnen komen. Mevr. v. M. Onbillijk. Wij horen dit woord altijd zó gauw! U wilt dus, dat wij geld „lenen" aan mensen, die zelfs geen 2.50 per maand kwijt kunnen zijn. Die dus nooit kunnen terugbetalen. Dat betekent dat wij de trouwe bijdragen van alle mensen letterlijk verslinden aan „cadeaux". Dat vind ik onbillijk. Want dat betekent ver nietiging van het Fonds! Het is het'slachten van de kip met gouden eieren. Overigens ben ik U een slag vóór, geloof ik. Ik zou de leden van het Fonds, want die zijn oppermachtig straks, niet ik, willen voorstellen om de Rente van het Fondskapitaal, na aftrek van de bureaukosten, beschikbaar te stellen voor steun aan absoluut onvermogenden. En dat kan, als ons Fonds tienduizend leden heeft. Het komt mij voor dat wij méér be reiken met zwijgende maar positieve samen werking, dan met persoonlijke critiek. Want U ziet zelf toch ook wel in dat dit Fonds nog decennia lang vele mensen tot zegen zal zijn, ook al is Tjalie al lang begraven en vergeten. Ja toch? „Bij elke bank mogen we ons geld terughalen wanneer wij willen. Waarom bij het Fonds niet? Dat is toch letterlijk weggegooid geld!" C. v. d. Steen Uw bijbel zegt niet: „Doe uw brood in de kast en haal het er weer uit na vele dagen". Er staat: „Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen". Het Fonds is niet gebaseerd op „gelijk oversteken" of „niets voor niets", maar op bewustheid van kommer; wil om te helpen, offervaardigheid. We hebben te lang geleefd met sluitende rekensommetjes en zijn arm gebleven. Laat ons armer durven zijn; wij zullen rijker worden. Dit is een kreet om hulp voor mijn oudste zoon. 27 jaar. Heeft nooit kunnen sparen (zit in de faml). Nu kan hij emigreren; heeft alle papieren, maar moet 705,storten voor passage. Ik kan het geld nergens lenen. Alsjeblieft Tjalie, jij als raadsman van de hele Indische groep, moet ons helpen. Mevr. X naam inzendster bekend Dit is maar een fragment uit een lange en treffende brief (die natuurlijk niet voor publi catie bestemd was). Zulke brieven ontvingen wij in ons zesjarig bestaan bij honderden. Van de ongelooflijkste plotselinge tegenslagen heb ben wij vernomen. Daarom doen wij ons best het BON-Fonds door te zetten. En hierin verwachten wij de sterkste inzet van de vrouwen en moeders. Mannen zijn (ik ben ook zo, hoor!) te flink. Een kennis zei me: „Tjalie, ik zal mijn straf alleen slikken, als ik in de ellende kom. Mij zal je niet horen klagen!" Hij méént het. Mocht het lot hem beproeven, ik weet dat hij het zonder klagen dragen zal. Maar wij zijn vaak voor anderen (een zoon, een dochter, een moeder, een broer) méér begaan dan voor onszelf. Wij voelen ons jegens hen „mijns broeders hoeder" en voor hén zullen wij bij het BON-Fonds willen aankloppen. Nogmaals: ons hart moet spreken, niet onze beurs. Hebben wij wel eens gehoord van zeven vette en zeven magere koeien? En van zeven wijze en zeven dwaze maagden? Of lezen wij alleen Libelle en De Lach en „morhen kom tereh?" Weest waak zaam Ik zou graag in Zuid Spanje kroepoek willen maken, maar heb geen geld genoeg om alleen een bedrijf op te zetten. Weet je raad? Ken je mensen met wie wij samen kunnen doen? Hoe kan ik een lening sluiten? R. J. Misschien vind je via dit bericht al geïnteres seerden, die via mij aan je kunnen schrijven. Maar zie je nu ook in dat een BON-Fonds je uit de brand gehaald had? En wat nu natuur lijk niet kan, dat kan per sé over 10 jaar bij flink doorzetten. Als nu eens allemaal tegelijk een lening kwamen vragen? Dan raak je toch vast! Mevr. W. Mevrouw, dit is met uw permissie een tram conducteurs-veronderstelling. Heus. Alle spaar ders en beleggers bij de Twentsche Bank komen ook niet allemaal tegelijk geld ophalen. Want zoveel heeft de bank dan ook niet klaar liggen. Het gebeurt doodeenvoudig niet. Bovendien zal het BON-Fonds, omdat het Uw geld is, zeer consciëntieus beheerd worden en elke aanvraag zal grondig bestudeerd worden op urgentie en terugbetalingszekerheden. Als U na 5 jaar een lening vraagt van 2000, dan heeft Uzelf alleen gestort 5 x 12 x 2.50 150.Dat betekent dat U 2000,150,— 1850,— leent van uw medeleden van het Fonds. Die moeten er zeker van kunnen zijn dat U terugbetaalt. Ja toch? Het BON-Fonds is een Bank die door ons allemaal samen wordt beheerd. Een uniek ding. Een mooi ding. We moeten niet bang zijn; geen momohs erbij slepen, maar kalm en zelfverzekerd doorzetten. Zo helpen wij onszelf. En U weet: wie zichzelf helpt, die helpt God. Let maar op. Direct na het verstrijken van de „groei-limiet" (ik neem aan dat de eerste jaren nog niet geleend mag worden) komt de stormloop om leningen en voor U weet is het Fonds „op". En wie begrijpt dat hij nog lang niet lenen kan, wordt tóch geen lid. Dus de groei stopt. Dit is geen pessimistische critiek, maar een rëele toekomstblik. Welke critiek heeft U daarop?" N. den Besten a. Ik ken mijn Indischgasten beter. Zij zullen spoedig inzien, dat het BON-Fonds een „eigen" boombje is, waarvan men vruchten plukken kan. Men zal de boom niet te vroeg plunderen voor roedjak (met mangga mngkl!), maar wachten tot de vruchten groot en rijp zijn. Daarvan ben ik zeker. De stormloop komt niet. Al het Tong-Tong-werk is gebaseerd op kennis van de beste Indische eigenschappen, ondanks het scepticisme en de tegenwerking van verkeerde Ind. eigenschappen. b. Natuurlijk worden niet „allemaal" lid. (Vervolg op pag. 22) OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO Ondergetekende, O Naam: Adres: Wenst ingeschreven te worden als Lid van het Bouw-, Ondernemings- en Nood-Fonds van TONG-TONG. De contributie zal worden overgemaakt per maand/jaar/(termijnbetaling die U verkiest). Het is ondergetekende bekend dat bij onvoldoende deelname het Fonds niet wordt gesticht en de reeds gestorte gelden worden geretourneerd. (Handtekening) Noot 1. Ook zij die reeds begonnen zijn te storten worden verzocht dit formulier in te sturen onder aantekening, wanneer gestort werd. O Noot 2. Wij kunnen deze zaak natuurlijk niet te lang slepende houden. Na EEN maand zal in Tong-Tong bekendgemaakt worden, of het Fonds gesticht wordt of O Noot 3. Wie niet knippen wil in Tong-Tong omdat alle nummers bewaard worden, Q kan het formulier overschrijven (tikken) op briefpapier. O ÖOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 4