Teun Ottolander Oma Soesman ging heen f Overleden: 18 november 1935 t MARTHE ADRIENNE CAROLINE GIESE Het is meer dan 50 jaar geleden, n.l. op 26 november 1911, dat onder voorzitterschap van Teun Ottolander enkele planters te Djember bijeenkwamen ter bespreking van een op te richten proefstation, waartoe diezelfde dag werd besloten. Het triumviraat Lovink, David Birnie en Teun Ottolander is als geestelijke vader te beschou wen van het „Besoekisch Proefstation". Het spreekt wel vanzelf, dat een der eminentste planters van de oude garde, die overal in de oosthoek blijvende monumenten van zijn groots levenswerk opgebouwd heeft, ook dit Proef station fundamenteel beïnvloed heeft. Het eerste werkprogramma van het Proefsta tion, dat Ottolander kort na de oprichting aan het bestuur heeft voorgelegd, getuigde van een al omvattende, diepe kennis der pro blemen die de landbouw en alles wat daarmee annex is, betreffen. Punt voor punt is nu alles nog even actueelZouden de volgende woorden meer dan 50 jaar geleden door hem geschreven, niet nu nog uitgesproken kunnen worden en hun volle betekenis hebben behouden? ,,Het Proefstation behoort de vraagbaak der planters te zijn, het centrum van de cultuur beweging voor zover het technische en weten schappelijke kwesties betreft, de lichtbron, waaraan ieder aangesloten onderneming haar licht ontvangt". Ottolander was een man van zeldzame gaven van hart en geest. Dit openbaarde zich in zijn redevoeringen en geschriften, die meestal van een zo hoog wetenschappelijke inhoud waren, dat ze tot heden hun waarde hebben behouden. Er was, op welk cultuurgebied dan ook, geen probleem, dat niet door Ottolander scherp geformuleerd werd en waarvan niet de richt lijnen voor het toekomstige onderzoek in prin cipe door hem waren opgegeven. Ottolander had een diep wetenschappelijke aanleg, was uitgerust met een scherp verstand, een bijna onfeilbaar observatie- en combinatie-vermogen, had een vurige liefde voor de natuur, en een enorme werkkracht. Door al deze zeldzame eigenschappen was Ottolander door jong en oud in de planters- en proefstations-wereld hoog vereerd en ge liefd. Zeer speciaal heeft hij vruchtbaar en leidend gewerkt op de ontwikkeling van het Proefstation. Hij was een warme voorstander van research-werk, dat hij als een onmisbare basis voor het proefstationswerk beschouwde. Om maar een voorbeeld van zijn vooruitziende blik te geven: hij was de stichter van het „Rubber-Physiologiefonds", want hij was over tuigd, dat het fundamenteel werk over latex later absoluut noodzakelijk was. De oudere proefstationmensen weten nog, hoe zij na aankomst in Indië spoedig naar Ottolan der werden gestuurd om ingeleid te worden in hetgeen heette: werken voor de cultures, maar ook om ingewijd te worden in de geheimen van Ottolander's levenskunst: „Leven, om het leven zelf", hetgeen voor hem betekende zijn vurige liefde voor het werken. „Leven is arbeid, en genie is werken". Zo beschouwd was Ottolander een levensgenie! Een man met dergelijke kwaliteiten, die 50 jaren van zijn leven aan cultuur- en proef stationswerk gegeven heeft, is onafscheidelijk daaraan verbonden. Zijn naam zal genoemd worden, zolang in Indië cultures gedreven worden. Zijn geest zal verder leven! De hoog achting van de wetenschap voor het werk van Ottolander kwam herhaaldelijk tot uiting in de benaming van nieuwe plantensoorten; enkele nieuwe boom- en heestersoorten hebben de species-naam „Ottolander" gekregen. Er is op het Idjen-plateau, het door Ottolander boven alles geliefde paradijs, een heestertje, de poeti han, dat de naam draagt van Buddleia. Ruim 40 jaar geleden had Ottolander Dr. J. Schwei- zer in de flora van het Idjen-plateau ingewijd, en hem ook de poetihan aangewezen. Op deze plant komt voor, een voor de wetenschap nieuwe roestzwam, die de heer Schweizer uit hoogachting en verering doopte „Puccinia Ottolanderi". Zijn adviezen werden ook door de regering zeer gewaardeerd, wat o.a. bleek uit de be noeming tot Officier in de Orde van Oranje- Nassau. Toen hij na 25 jaren administrateur te zijn geweest van „Pantjoer Angrek", zich terug trok op zijn landgoed „Tamansari" om zoge naamd te gaan rusten, begon hij van daar uit zijn organisatorische talenten te ontplooien tot een voorbereiding van congressen, en het schrij ven van artikelen op cultuurgebied. Zo werden door hem georganiseerd het Vezel-congres, het Bodem-congres en nog een Caoutchouc-congres. Ottolander was ook de vader van het Ned. Ind. Landbouwsyndicaat, later het Algemeen Land bouw Syndicaat geworden. Hij voelde aan, dat de werkgevers en de planters in groot verband bij elkaar werden gebracht. De teraardebestelling vond plaats op het land goed „Tamansari", 17 km van Banjoewangi gelegen, op 20 november 1935. Met Teun Ottolander ging heen een empire- builder in de beste zin van het woord. C. H. moet worden, voor welk een immense taak wij staan. Oma Soesman, je was zelf zo'n krachtige per soonlijkheid. Je was daarmee een voorbeeld voor ons, jonger dan jij, die zelf eigenlijk alweer de steun van weer jongeren behoeven en die geleidelijk aan gelukkig ook krijgen, en naar wij hopen in toenemende mate zullen krijgen. Dat is de boodschap die je ons meegaf: geef de fakkel door. En wij beseffen: laat ons toch meer tijd besteden aan hen die ons nog zoveel te vertellen hebben uit hun ervaringen, die ons zoveel wijze lessen kunnen geven. Laat ons het optekenen vóór het te laat is. In ons aller belang. Oma Soesman, je was een flinke vrouw; één van onze pioniersters. Wij zullen atijd als zodanig aan je denken! 1VIES VAN MAARSEVEEN O* Een In Memoriam te schrijven voor Oma Soesman, hoe moeilijk is die taak. Onze oudere abonnees we ten hoe zij met Tong- Tong meeleefde. We hoeven slechts de oude nummers op te slaan, waarin zij ons van haar mémoires liet genieten, om te weten dat hier een zeer bijzondere vrouw aan het woord was. En wat een vitaliteit leefde in haar! Dat was ook de oorzaak dat we niet voldoende beseften dat er iets met haar toch niet in orde was. En hoe schuldig voelen we ons dan plotseling als we horen dat ze er niet meer is. 't Stond steeds nog op het lijstje van af te werken zaken: bezoekje aan Oma Soesman. In de eerste plaats te zien hoe ze het maakte, en dan: ze was toch nog steeds van plan om „Nonnie" van Fabricius op de planken te brengen met een amateurgroepje. Ja, zij zelf zou er dan ook nog een rolletje in spelen. Dat maakte ze wel voor elkaar, zei ze. „Ouwe Jan" Fabricius zou het gegarandeerd goed vinden als ze het spel vrij bewerkte. Wou ik er ook een rol in, vroeg ze. Die verzon ze er dan wel bij. Neen, weerde ik af, onmogelijk om daar de tijd voor te vin den... Ja, zelfs de tijd om U nog eens op te te zoeken Oma, die kon ik niet vinden. Non sens natuurlijk, die tijd had ik moeten maken. Ik weet dat Tjalie Robinson hetzelfde zal voe len. Na een drukke dag van vergaderingen, besprekingen, beslissingen nemen, als er opeens een woord viel dat ons aan Oma Soesman deed denken, zeiden we: ja, we moeten er heen. En het is niet meer gebeurd. Maar Oma zal er niet boos om zijn geweest. Ze leefde mee met Tong-Tong. En ze wist hoeveel er nog gedaan Op 29 oktober 1962 overleed zacht en kalm, voorzien van de H.H. Sacramen ten der Stervenden, onze lieve Moeder, Behuwdmoeder, Grootmoeder en Tante, Weduwe van Edward Henry Soesman, in de ouderdom van 85 jaren. Uit aller naam, M. Chr. E. Kok-Soesman 's-Gravenhage, Juliana van Stolberglaan 97. De begrafenis heeft plaatsgevonden op 31 okt. 1962 op de R.K. Begraafplaats „St. Barbara" aan de Binckhorstlaan te 's-Gravenhage. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 5