r 4 V Het Paardje ONZE„BIBIT Tante Mieke ONDERWIJZERES Onze twee oudsten verjaarden bijna dezelfde dag. De heugelijke feiten werden dan ook altijd op één dag herdacht. Op een keer wilden we niet alleen hen verras sen met de verlangde cadeau's, doch bovendien alle vier met nog een gezamenijk geschenk Natuurlijk kregen ze vrij van school en terwijl ze in de tuin aan 't ravotten waren, werd 't gebracht. Een veulen. Ze waren zo gewend aan de paardjes die de hele dag af en aan liepen van- en naar de fabriek, met balen koffie of bossen brandhout op de rug, dat ze geen aandacht gaven aan de man die naderbij kwam; met een groot en een klein paardje. Toen hij echter bij ons 't erf op liep, moesten ze er 't hunne van hebben. „Ja", zei ik, „dat kleine paardje is voor jullie samen". Ongelovig keek 't viertal ons aan. Om in een luid gebrul hun blijdschap te uiten, toen ze begrepen dat 't ons ernst was. Als gekken sprongen ze om 't drietal heen, terwijl de oude Pah alle moeite deed, 't jonge dier een touw om de hals te doen. Eindelijk slaagde hij er in en zouden de kinderen t om beurten rondlei den op 't grasveld voor 't huis. Maar er was met 't dier geen land te bezeilen. Onwennig en gehinderd door t touw, maakte 't de gekste capriolen. Kebon kwam om 't van hem over te nemen. Hij aaide 't langs de pluizige nek, kalmerende geluiden makend, terwijl de oude eigenaar aanstalten maakte met 't moederbeest 't erf te verlaten. Maar nu was Kali-Mrawan in last. Het veulen rukte en trok, sloeg met de dunne achterbeentjes en begon klagelijk te hinniken, toen 't zijn moeder in de verte zag verdwijnen. Vierstemmig gehuil van meevoelende kinderen, deden onze oren tuiten. Dan kwam plotseling de oudste met een oplos sing. „Hieieieie, Mamma, koop toch, hieieie, zijn mammie ook maar". Doodstil was 't ineens. Vier betraande gezichtjes werden opgeheven, acht bruine ogen keken ons hoopvol aan. Dan kwam alweer Maren naar me toe. „Toe", smeekte ze, „toe... en zijn pappie dan ook". Het jonge dier was spoedig gewend aan zijn nieuwe omgeving. Ze bleek een voorspoedige baby vol ondeugende gedachten. Zijn liefde ging bovenal uit naar de schone was aan de lijnen op 't achtererf. Meer dan eens lachten we tranen, als hij over 't grasveld draafde, een laken tussen de tanden slepend over 't gras. Baboe Toon, de sarong in de hoogte achter hem aan, luid schreeuwend naar Kebon om assistentie. Maar 't bleef niet bij lakens! In 't kali'tje achter 't huis, legden de vrouwen haar kledingstukken neer op een grote steen aan de kant, als ze in 't heldere water een bad namen. Dan kwam 't paard, een rauwe gil... weg sarong, of baadje. Ja, dan zat er niets anders op, dan de vernielde kledingstukken te ver goeden. Dit gebeurde eerst een enkele keer, maar al gauw hoe langer hoe meer. Op t laatst werd 't te gek. Bijna dagelijks kwam men een kapot te sarong inruilen. Wat bleek? Onze bruine vrienden „beten de gaten er zelf in. Pienter waren ze. Pienter boesoek! PLANTERSVROUW Lieve, beste Tong-Tong-jonkies, O, wat leuk! De eerste briej uit Amerika is gearriveerd. Moet je horen: Dear Tante Mieke, Mama heeft uw brief in de Tong-Tong voorgelezen en daarom wil ik U graag schrijven. Ik heet Franz Creutzburg en ben zes jaar oud. Ik kan mijn naam al zelf schrijven, dat heb ik op Kindergarten (kleuter school) geleerd. Mama typt deze brief voor mij en ik zal er zelf mijn naam onder zetten. Ik heb nog een broertje en hij heet Ronny en een zusje, dat Donna heet. Ronny is 5 jaar oud en gaat dus nu ook naar school. Alleen voor een halve dag, hoor. Ik blijf de hele dag, want ik zit in de eerste klas. We kunnen nog heel goed Hollands verstaan, maar spreken het niet meer. Mam en Pap zeggen, dat we er te lui voor zijn en proberen aan tafel nog steeds alleen Holands te praten. Oma en Opa ver staan ons anders niet, want zij praten geen Engels. Ik vind het erg leuk op school en mijn broertje ook. Ik heb een lunchbox en daar zitten mijn boterhammen in, want ik woon te ver van school om thuis te eten Melk kunnen we op school kopen. Mama geeft mij elke maandag li pennies mee en daarvoor krijg ik een melkkaart. We moeten dan in een rij gaan staan om om de beurt onze melk te krij gen en dat wordt dan op de kaart afgestem peld. Tante Mieke, krijgen we ook een foto van U in de Tong-Tong te zien? Wij gaan naar California verhuizen naar mijn tantes en ooms die in Los Angeles wonen. Als U me dus na 1 november schrijft zijn we hier al weg. Wij hopen met de auto en een trailer de lste november te vertrekken. Ik zal U daarover vertellen als Mam weer tijd daarvoor heeft. Mijn Mama heeft nog wel een foto van ons voor U en ik hoop dat ik gauw weer van U zal horen. Veel liefs en een hug van FRANZ. Vinden jullie dat niet aardig, jongens en meisjes, om zo het een en ander uit een vreemd land te horen? Ik ben maar wat blij met de gezellige brief en de mooie foto. Har telijk dank, Franz en Mama Creutzburg. Zijn jullie drietjes aan het indiaantje spelen op de foto? Allemaal met zo'n prachtige veer op je hoofd. Niet zo maar een boeloe ajam, maar een echte fazanteveer lijkt het wel. Of heb ik het mis? En die kleine Donna doet ook zo leuk mee. Jullie hebben zeker wel veel pret met je drietjes, hè? Tante Mieke heeft twee dochtertjes, die net zo oud zijn als jij, Frans. Die zijn ook pas naar de grote school gegaan. Hoe leren jullie daar in Amerika schrijven? Mag je dan ook beginnen om de lettertjes uit je leesboekje op een dun blaadje papier over te trekken? Net zo lang tot je ze netjes uit je hoofd kunt schrijven? Nu leert Ronny op de Kindergarten zeker ook zijn naam schrijven, hè? Houdt Ronny ook van tekenen? Dan mag hij wel eens een tekening voor tante Mieke maken als hij eens zin heeft. Ja, dat lijkt me ook erg lastig voor jullie, om het Hollands bij te houden, terwijl je dagelijks Engels moet praten. Zeg, een foto van tante Mieke in de Tong-Tong? Ach, waarom nou, er is tóch al plaats te kort voor geschreven stukjes. En ver der weten we nog niet eens of ons kinderhoekje kan blijven bestaan. Er komen nog niet zó erg veel brieven binnen, zie je. Maar misschien zal dat later wel meevallen. En nu zeggen we de hele familie Creutzburg goeiendag en een goede reis en behouden aankomst toegewenst, hoor. Als Mama later eens een beetje tijd heeft, zal Tante Mieke heel graag weer eens iets van jullie wilen horen. Dag Franz, dag Ronny, dag Donna Ook Ingrid van Schepdael willen we een harte lijk welkom in onze Bibit-kring wensen. Erg gezellig, dat je schreef, Ingrid. Ik moest wel een beetje lachen om het idee, dat je zó maar als een slak jullie hele bungalow op je rug wou nemen en naar Indonesië terug „wande len" nog maar liefst! Maar ik kan het me wel indenken, hoor, dat je wel eens terugverlangt naar Tretes. Hoe lang wonen jullie nu al in Holland? Gelukkig kun je toch ook wel genie ten van de Hollandse bloemenpracht. Die peren- en appellanen zullen iets fantastisch zijn in het voorjaar, zeg. Ik hoop, dat we nog een aardige schrijf-vriendin in Amerika voor jou zullen vinden Ingrid. Maar je zult nog even tjes geduld moeten hebben, want jouw leef tijdgenoten uit Amerika hebben nog niet ge reageerd. Misschien, dat er juist brieven onder weg zijn. Hoe heet je zusje? Houdt zij niet van brieven schrijven? Ik vind het heel knus, dat je zegt, dat je een begin gemaakt hebt om me te schrijven. Dat houdt wel in, dat ik meerdere brieven van je ontvangen zal, Ingrid, fijn. Weet je, als je me zo gauw mogelijk na het uitkomen van een Tong-Tong-nummer schrijft, heb je nog kans op een antwoord in het volgende nummer. Maar anders moet je wel een maand wachten. Ik wil best nog meer van je weten, Ingrid: wat zijn je hobbies? Waar ga je op school, en heb je wel een gezellig clubje vriendinnen? Schrijf maar hon derduit, ik luister graag. Dag Ingrid. TANTE MIEKE Een onderwijzeres had zich nieuwe kleren gekocht. Elke dag had ze bij een donkere rok een nieuw bloesje aan. Een van de meisjes zei: „Juf, U hebt elke dag wat nieuws aan. Bent U iedere dag jarig? „Ja hoor!" lachte de juffrouw. Een lange magere jongen ging rechtop in de bank staan en stak z'n vinger op. „Wat wil je?" vroeg juf. Rustig zei de jongen: „U moet niet elke dag jarig willen zijn, anders wordt U gauw 365 jaar". 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 16