MIMI Goeroe Bartjes bij de kannibaal'!! Jaren geleden verschenen er in de Locomotief, het Semarangse dagblad, enige artikelen over een geheimzinnig dier, dat op de Javaanse vismarkten werd aange troffen, en dat frappante staaltjes van mimi-vergiftiging bij Europeanen had veroorzaakt. a 2.55 Het is mij toen en ook nu nog niet duidelijk geworden hoe de vergiftiging kon gebeuren en of mimi al of niet eetbaar was voor Euro peanen en Javanen, of alleen onder bepaalde omstandigheden. Dus zo iets als het eten van vis of een ander schaaldier in Europa, liefst in de maanden met de letter r erin, mede in verband met de warme zomermaanden. In de hoop, dat Tong-Tong-lezers mij hierover nader kunnen inlichten, zal ik eerst voor ande ren vertellen, wat mij over Mimi bekend werd, uit schriftelijke gegevens. Toen een Locomotief-lezer schreef over mimi: „een vis soort in de vorm van schildpadden, echter zon der poten en ingedrongen kop" vroeg ik mij af wat voor rare zeekakkelobbes dat wel was Helaas kende ik Mimi niet van aangezicht, daarom zocht en vond ik een en ander in de Encyclopaedic van N.I.: Mimi is de Maleise naam voor de Molukken- krab of Degenkrab, in Ambons Maleis balau- cas of bajonet genoemd, in het Engels King- crab. Daarvan behoorden enige soorten vroe ger tot het geslacht Limulus, maar worden ze thans tot de geslachten Tachypleus en Carcino- scorpius gerekend, die o.a. de Indische Archi pel bewonen. Rumphius gaf reeds een beschrij ving van de mimi als Molukse krab, en ver meldde, dat Seba (vermoedelijk een bioloog) haar Cancer perversus noemde, omdat het achtereind in een stekel uitloopt, terwijl andere krabben en kreeften voor aan het kopborststuk een scherpe punt bezitten. Verder schrijft de Encyclopaedic, dat de mimi 6 paar ledematen bezit. De lange, bewegelijke staartstekel, die bij de jongen ontbreekt, dient volgens sommi gen tot wapen; zeker is het, dat zij zich daar mee weten op te heffen en om te wentelen, als zij toevallig op hun rug terecht zijn gekomen. De mimi's zijn bewoners van vlakke, zandige kusten (van de Molukken, China, Japan en Californië), waar zij zich op 2 m. diepte in het zand begraven, zodat alleen het midden deel van hun voorlichaam met de ogen even daarboven uitsteekt, of waar zij dicht over de bodem zwemmen, telkens met de punt van de staartstekel op de bodem steunend. Zij voeden zich met wormen en andere dieren. In de paartijd begeven de wijfjes zich 's-avonds van uit zee naar de kust, alle beladen met een mannetje. Ook draagt het wijfje na het eier- leggen de eieren aan de bladpoten. Gedurende de bruidvaart en het eierleggen klemt het mannetje zich zo met de voorste ledematen aan het wijfje vast, dat het slechts met geweld is los te rukken en zelfs niet los laat als men het wijfje uit het water licht. De Inlandse vissers wachten de mimi-paren op bij fakkel licht en spietsen dan de wijfjes. De Ensie vermeldt nog, dat deze Pijlstaart- of Moluk- kenkreeft (Limulus longispina) reeds leefde in het Mesozoïcum, circa 90 miljoen jaar gele den, maar iets kleiner was. Waarschijnlijk zijn hun gedragingen de reden, dat Mimi een plaats inneemt in de Javaanse dierenriem als Tweelingen. Op de oud-Javaanse zodiakbekers, waarvan ik er een 20-tal op Bali aantrof, met en zonder jaartal, uit de 13e eeuw, niet alleen in het bezit van priesterfa milies, wordt slechts één mimi afgebeeld voor de Tweelingen (Gemini). Op Bali noemt men dit zodiakteken Mintoena, verbastering van het Sanskrit Mithoena. In de Wariga, een oud Balisch lontargeschrift over tijdrekening, beeldt men vaak twee Mintoena's af. In de toverboe ken op boombast der Toba-Bataks, de Poes- taha's, vindt men in de zodiak of pormesa, volgens Millies als Tweeling genoemd Nitoena of Itoena, ook Nitoenin, en door verwisseling met toena verklaard door goja en gojatoena, een aardworm. Een dergelijk verkeerd begrijpen van een Hin doe woord door de Batak vindt men ook bij het teken Danoeh (Pijl) voor Schutter (Sagittarius), waarbij hij Dano verwarde met hetzelfde woord voor meer, dus water, en het teken in het Bataks Aik of water noemde. Dit was dan wat ik U te vertellen had over Mimi, symbool van de Indische Tweelingen. MIMI D'AMOUR Op het aardige artikel van de heer V. N. Moens onder bovenstaande titel, hebben wij viertal bijzonder leuke en interessante reacties gekregen. Wij zullen ze successievelijk in T.T. een plaatsje geven. Hieronder volgt de eerste. De verklaring van de vermenigvuldiging, zoals die door de Dajaks werd toegepast en zoals die in uw nummer 7 van 15 oktober 1962 werd beschreven, wordt gaarne aan de hand van het voorbeeld 7x9 63, gegeven. Naar men zich herinnert, plaatst men de wijs vinger (rangnummer 7) van de linkerhand, tegen de ringvinger (rangnummer 9) van de rechterhand. Volgens de explicatie heeft men dan het getal 20 (alle vingers en tenen van zichzelf) 4 tientallen, voorgesteld door de 4 vingers, die onder nr. 7 en 9 hangen .Boven de nummers 7 en 9 wapperen dan nog 3 vingers links en 1 vinger rechts, hetgeen 3x 1 3 zou zijn. Deze 3, vermeerderd met de zoeven gevonden 60, geeft tot som 63. „Klop seef". In het rijk van de algebra kunnen wij voor 7 x 9 schrijven: (103) x (101), welke vermenigvuldiging geeft: 10 x 10 1 x 10 3 x 10 3 x 1 100 10 30 3 60 -f 3, precies wat de Dajaks ook vonden. Het nemen van 20 voor „eigen vingers en tenen" komt meer voor. Bij de Eskimo's telde men (thans hebben ook zij rekenmachines, auto's enz.) 3 vingers 3), 3e teen 13), mijn vingers en tenen (20). Moest men verder, dan was het: Van de 2e man de 3e vinger 23). Zei hij dus dat hij „van de 3e man de 8e teen rendieren had", dan had hij er dus 58 stuks. Het zou ons te ver voeren een hypothese te geven hoe de Dajaks aan deze manier van vermenigvuldigen zijn gekomen, nog afgezien van de mogelijkheid dat hun dit door vernuf tige missie- of zendingsdienaren is bijgebracht. Wel is misschien interessant te weten, dat er nog volken zijn die niet kunnen vermenigvul digen, maar wel optellen. Onze kantoorreken machines werken op hetzelfde principe, name lijk een voortgezette optelling. Anderen kunnen weer niet optellen, maar wel aftellen. Moeten zij bijvoorbeeld 28 bij 17 optellen, dan gooien zij alles op een hoop en tellen af tot 45. Maar... nog veel meer kunnen niet aftrekken, doch wel optellen, zoals de winkeljuffrouw die, als U 0.62 moet betalen en een gulden geeft, bij het overhandigen van het wisselgeld zegt: „Dat was 62 cent, (3 cent overhandigen de) 65 cent, (een dubbeltje er bij), 75 cent met een kwartje is een gulden. Dag mefroj" A. L. FRANKEN Deze twee grappige „botja-angons" (vindt U ze niet loetjoe?!) die U hier ziet zijn de „Tweelingen" van onze Verjaardagkalender, die, zoals U weet een astrologische kalender is, ingedeeld volgens de 12 tekens van de dierenriem. Behalve, dat U op deze kalender meteen ziet wanneer iemand jarig is, ziet U ook met één oogopslag onder welk teken de jarige geboren werd, welk getal, welke dag, welke steen de jarige geluk kunnen brengen. Kunt U rekening mee houden bij de keuze van uw bloemen en geschenken. Daarbij ver telt de kalender U ook iets van de persoonlijke eigenschappen, aanleg en neigingen van „het feestvarken". Ajo, U kunt nog bestellen, bij 3 tegelijk heeft U nu ook nog 15% korting. Grijp die kans! Vrouwe Fortuna dartelt nog steeds in uw omgeving rond. Vul in die coupon, en stuur pijlsnel aan ons op. Coupon voor (3 of meer) verjaardagkalenders Beste Tjatie, Graag maak ik gebruik van de mogelijkheid om nog verjaardag-kalenders te bestellen met een korting van 15%. Stuur mij: 3 (of meer) Verjaardagkalenders Het bedrag ad is per giro/postwis sel aan jou overgemaakt Handtekening: 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 9