mui iliisiuifi
Het toegevouwen papiertje
Indo's in den vreemde
„INGET MATI" „AD PATRES"
Fa. Johs. Ouwejan Zn
ABONNEES OVER NJAI DASIHA
Het woord „goena-goena" associeert ons met
een uiting van zwarte kunst in het Indië van
vroeger jaren. Ze is een veel omstreden en
bestreden begrip en wij, oudere Indischmensen,
herinneren ons wel altijd één of twee voor
vallen, die ons om hun merkwaardig beloop
voorgoed bij zullen blijven. Wanneer we even
in het midden laten of er bij een dergelijke
gebeurtenis toeval in het spel is, of dat ze te
wijten is aan een samenloop van omstandig
heden ,of dat ons inbeeldings-vermogen ons
parten speelt, wil ik U een vreemde geschie
denis vertellen, die zich op een meisjes-kost
school te Soerabaja voltrok.
Welnu dan, het gebeurde vele jaren geleden
en de kostschool zal nog enkelen van U bekend
zijn onder de naam van „Gentengschool" of
„Kippenren". Die school stond op Genteng-
kali. Mijn oudste zuster was er toentertijd
onderwijzeres en al het onderwijs-personeel,
dat uit dames bestond, was er intern (vandaar
„Kippenren").
Ikzelf verbleef met mijn andere zusters en met
onze ouders in Holland en ik ging nog op de
H.B.S. Wanneer dan mijn zuster uit Indië
met groot verlof thuis kwam, een maand met
de boot over zee, gaf dat natuurlijk een feest
van jewelste. Als bovendien de koffers na enige
dagen aankwamen, rees de vreugde ten top
vooral bij ons kinderen, want wat er uit die
koffers aan cadeautjes te voorschijn werd ge
haald was ronduit heerlijk. We zaten er met
onze neus boven op.
Ik herinner mij, dat op een keer in een der
koffers, die bijna geledigd was, zich een ge
vouwen papiertje bevond. Het lag op de
bodem.
„Wat is dat?" vroegen we nieuwsgierig en
wezen naar het voorwerp.
Mijn zuster nam toen behoedzaam het platte
en al wat groezelig geworden papiertje in haar
hand en opende het heel voorzichtig. Vol
spanning keken we toe. Maar we begrepen
niets van wat wij zagen: een primitief gete
kend stel menselijke botten, in tweeën gebro
ken en bedolven onder een gewirwar van krui
den en takjes; ook stonden er enige onbegrij
pelijke letters in de binnenkant opgetekend.
„Nu zal ik jullie een merkwaardig verhaal
doen", zei mijn zuster. En hier laat ik het
volgen.
Een nieuwe onderwijzeres, kersvers uit Hol
land, had zich op de school aangemeld. Indië
was voor haar nog een „terre inconnue", maar
alle collega's putten zich uit haar in te wijden
en te doen gewennen aan een leven, dat in de
tropen van toen een andere maatstaf aanlegde
dan dat waarin ze was opgegroeid.
Helaas maakte ze zich bij haar collega's in het
algemeen en bij het „Inlands" dienstbaar per
soneel in het bijzonder niet zeer bemind;
echter is de ene mens verschillend aan de
andere, nietwaar, daar kan men weinig aan
verhelpen. Hoe het ook zij, zelfs na enigszins
ingeburgerd te zijn behield ze haar norse en
bevelende toon vooral tegen de bedienden, die
haar deswege langzamerhand een kwaad hart
gingen toedragen. Opschriften verschenen op
Begrafenis- en Crematie-Onderneming
Opgericht 1924
ROUWKAMERS en
ONTVANGKAMERS
AIRCONDITIONED
Kantoren: Fred. Hendriklaan 7
Den Haag, Tel. 070-556427 (2 lijnen)
geheimzinnige wijze op de wit gekalkte muren
en na schielijk weggewist te zijn, verschenen
er weer andere, en alle niet zeer lieflijk, dat
begrijpt U.
Op een dag dat deze onderwijzeres -na een
lange siësta een middag-bad had genomen
in de bijgebouwen, wandelde ze in haar kimo
no met handdoek en zeepbakje in de hand,
naar het hoofd-gebouw terug. Opeens strui
kelde ze over een ijzeren uitsteeksel vóór de
stenen trap, die met een paar treden naar bin
nen leidde. Een dergelijk uitsteeksel vond men
in vroeger tijd in oude huizen veel op het erf;
het diende om eventueel onder de houten
sloffen vastgekoekte aarde over de scherpe
kant er van weg te schrapen.
Ze struikelde dus en zal door de reeds inval
lende schemering het puntige voorwerp niet
direct hebben gezien. Wat erger was, ze viel
languit over de treden heen en brak prompt
haar beide benen. Dit ongeluk bezorgde haar
minstens drie maanden bedrust. Gelukkig ge
nas ze tijdig, want ze stond voor haar terugreis
naar Holland.
Een korte tijd na haar vertrek zette zich mijn
zuster op een middag neer op dezelfde stenen
trap, waarover haar collega was gevallen; ze
wachtte daar namelijk geduldig haar beurt af
voor een bad in de badkamer, die op het
ogenblik bezet was.
Spelenderwijs en uit verveling roerde ze met
één vinger in de kleine zandkuiltjes naast haar,
op zoek naar de grijze „mieren-leeuwen", die
zich onder die kuiltjes verscholen houden. U
kent ze natuurlijk wel. Het is een sport zo'n
mierenleeuw te vinden.
Daar opeens stootte ze tegen een dichtgevou
wen papiertje in de vorm van een kleine,
groezelige enveloppe. Niets vermoedende dolf
ze verder, nam het papiertje op, blies het zand
er over weg en onderzocht nieuwsgierig de
inhoud. Ze ontwaarde toen de tekening, de
kruiden en de paar lettertekens.
Hé, wat typisch, dacht ze geïnteresseerd, vouw
de het papier weer zorgvuldig toe en bewaarde
het later in haar koffer. Ze begreep eerst
volstrekt niet wat het ding betekende, maar
toch overviel haar een licbte griezel, omdat
ze de mogelijke bedoeling er van doorzag.
Éénmaal toonde ze het haar lijf-baboe en
deze hief jammerend haar armen ten hemel,
J&SJpf
Een Nederlands gezin uit Mauritius. Pa,
werktuigkundige op een schip. Ma mag vaak
meevaren, met twee kinderen, zoontje Peter,
niet op de foto. Dochtertje met de schoon
klinkende naam Mercedes. Dit gezin woont te
Quatre Bornes. Het schip ligt voor Vohêmar
(Madagascar) waar koeien worden uitgeladen.
De de Vries'en zijn trouwe T.T.-abonnees en
groeten alle andere tienduizend T.T.-lezers
over de gehele aardbol verspreid.
holde weg en riep kermend: „Boeang, boeang,
Non!" (Gooi weg, gooi weg, juffrouw!).
Dat deed mijn zuster echter niet. Als curiosi
teit nam ze het mee naar Holland om het ons
te laten zien. We stonden werkelijk even
vreemd te kijken na het aanhoren van haar
verhaal, maar we drongen er toch zeer beslist
op aan het geheimzinnige papiertje onmiddel
lijk te verbranden. Men kón immers niet
weten
U kunt er van denken wat U wilt, maar het
gebeurde met de onderwijzeres roept toch on
willekeurig in ons bewustzijn de onheilspellen
de tekening van het toegevouwen papiertje op.
VAN SPAL
„Het gegeven is karakteristiek voor de
tijd waarin deze geschiedenis zich af
speelt. Zij die de typische Oosterse
sfeer en mentaliteit kennen, zullen ge
troffen zijn door de zuivere weergave.
De gedachte dat deze roman aan de
werkelijkheid ontleend is, doet haar
slechts in waarde toenemen. Wij kunnen
alleen maar dankbaar zijn, dat er een
schrijver als Manusama en een uitgever
als Tong-Tong, naast boeken zoals
„Daar werd iets groots verricht" ook
de ervaringen en het lot van „een Indo
nesische vrouw"die haar leven aan dat
van een Europeaan bond, publiceerde.
„Daar werd iets groots verricht", het
heeft niet alleen het Nederlandse volk
bloed, zweet en tranen gekost. Dit was
slechts 't leven van één njai. Laten wij
dit boek als 'n blijvend gedenkteken aan
haar beschouwen.
M. MENDEL-ROESSEL
Te bestellen door storting van 2.50
op giro 6685.
19