JAN DINGER In Memoriam John Hardjono Actie ten bate van Spijtoptanten Wie kan inlichtingen verstrekken? Jozef, Hendrik de Vries d Geb. 16 Aug. 1853 - Overl. 2 febr. 1917 Jan Dinger kwam op 14-jarige leeftijd in dienst bij de Nederlandsch Indische Handels bank te Amsterdam en werd op 18-jarige leeftijd, na een acte M.O. voor boekhouden verkregen te hebben, naar Indië gezonden. Hier werd hij al spoedig benoemd tot agent der bovengenoemde bank te Soerabaja. Tijdens de grote suikercrisis in 1883 heeft hij met buitengewone tact en veel beleid verschillende moeilijkheden op financieel gebied helpen op lossen. In 1884 werd hem het beheer der Pamanoekan- en Tjiassemlanden opgedragen en het gelukte hem orde en regel te brengen in de toenmalige augiasstal dier landen. We gens een meningsverschil met de Directie der N.I.H. nam hij in 1886 ontslag en keerde terug naar Nederland, waar hij een werkzaam aandeel nam in de reorganisatie van de Dorre- paalse Bank, waaruit de later zo bloeien de Cultuur Maatschappij der Vorstenlanden is voortgesproten. In 1888 in Indië teruggekeerd, werd hij pro curatiehouder der N.l. Escompto Maatschappij (Vervolg van pag. 3) De moeilijkheden zitten vaak naar twee kan ten. In de bruine groep rekent men mij auto matisch tot de hunnen en verwacht automatisch dat ik mee front maak tegen Blanda's, Chine zen, enz. Ook dat heb ik stelselmatig gewei gerd. En daarom sta ik eigenlijk in de marge: op een heel dunne lijn tussen elkander vreem de groepen. En heb weinig bewegingsvrijheid. Omdat ik me weiger te laten annexeren. Ik heb in deze marge mijn eigen overtuigingen en wetten, die niet schadelijk zijn voor de groepen links en rechts. Dus wil ik verwachten dat men mij daarin respecteert of althans met rust laat. Ik ben er b.v. van overtuigd (hoewel de hele Nederlandse letterkunde in koor brult: „NEEN!") dat Indische schrijvers een eigen genre vormen door alle tijden heen. Ik lijk veel meer op Multatuli, Couperus, du Perron (en natuurlijk ook op de mindere en minste Indische schrijvers) dan op welke tijdgenoot ook. Op Simon Vinkenoog? Gijsen? Kool haas? Kom, schei uit! Wie Dermout leest en Mahieu, wordt in eerste instantie getroffen door (naast de verschillen in kwaliteit) de keuze van onderwerp: Indië. Maar alleen wie dieper zien en voelen kan (en dat kunnen er blijkbaar heel, heel weinig), die ziet vooral de geestelijke, de verstandelijke, de gevoels-gelijkheid. Kortom: de levens stijl. En wat is nou zo wonderlijk? Dat alleen de toppunten in beide beschavingen, Nederlands en Indonesisch, dat zien kunnen en begrijpen kunnen. Daar ben ik geen vreemde, maar vriend. Niet omdat ik „djempol" ben, maar laag dal tussen twee bergen; nochtans: binding. Dus zit je in de marge meestal als de kantjil tussen de vechtende olifanten: in levensgevaar. En hoe kan je soms verlangen naar die twee sterke kerels van wie Kipling schrijft: „hut there is neither East nor West Border nor Breed nor Birth When two strong men stand face to face Though they come from the ends of the Earth". Ah, onvervuld verlangen, want waar vind je twee sterke mannen tegelijk. En waar vind je werkelijk strong men, dus niet die kwezelige kleur-ontkennertjesEn toch: liever leven op een mooi verlangen, dan op een valse waarheid TJALIE ROBINSON onder directie van de firma Tiedeman van Kerchem. Later werd hij firmant van deze firma en tevens directeur van de Escompto Mij. In die tijd bedroeg het aandelenkapitaal dezer Mij. slechts 500.000. Dank zij de krachtige en energieke leiding van de heer Dinger heeft de Mij. zich zeer sterk ontwik keld en nam zij al heel spoedig een zeer be langrijke plaats in het Nederlands Indische Bankwezen in met een volgestort kapitaal van 15 miljoen gulden. In 1900 trok de Firma Tiedeman van Kerchem zich als directrice terug, zodat de heer Dinger alleen de directie voerde met de hulp van de heer A. Zeilinga als tweede directeur. Hij werkte mede aan de oprichting van ver schillende ondernemingen en maatschappijen, zoals de Crediet- Handelsvereniging „Ban- da", Mij tot Exploitatie der landen nagelaten door Baron Baud, alsmede enkele andere bloeiende cultuurondernemingen. Uit deze summiere opsomming moge reeds blijken wat Indië aan de heer Dinger op het gebied van bankwezen en cultuur te danken heeft, maar tevens hoe ontzettend groot het verlies is, dat Indië door zijn maar al te vroeg heengaan heeft geleden. De Nederlandse Regering erkende zijn grote en veelvuldige verdiensten door hem te benoe men tot Ridder van de Nederlandse Leeuw en tot Officier van de Oranje Nassau Orde. Maar Jan Dinger was niet uitsluitend man van zaken. Waar hij meende enig nut te kunnen stichten, verleende hij steeds en gaarne zijn zeer gewaardeerde hulp. Van de vele func ties, die hij in het particuliere leven vervulde (in de laatste jaren klom het getal hiervan tot 36), noemen wij slechts: het voorzitterschap van de N.l. Mij. van Nijverheid Landbouw te Batavia, van de Centrale Kas, van de Post spaarbank, van de Bataviasche Spaarbank, van het College van Curatoren van het Gymnasium Willem III, enz. Men heeft slechts een blik te slaan op bijgaande foto om een goed beeld te krijgen van deze man met zijn eerlijke open blik en zijn forse geest. Zonder twijfel heeft hij zeer veel goeds gedaan voor Indië, maar ook veel goeds in engere kring, voor hen die hulp en steun nodig hadden, stond hij immer klaar. Zijn nagedachtenis zal bij zeer velen ongetwij feld in gezegende herinnering blijven C. H. Ons bereikte het bericht, dat zeker bij vele oud-Batavianen in het bijzonder oud-leden van de Bataviasche Voetbal Vereniging grote ontsteltenis te weeg zal brengen. Na een kortstondig ziekbed is op 7 januari van dit jaar, nog vrij onverwacht overleden John Hardjono. In de Bataviasche sportwereld is John een be kende figuur geweest, niet zo zeer door zijn uitzonderlijke prestaties ,als wel door de wijze waarop hij de sport in de goede zin van het woord heeft gediend. Een open faire tegen stander, een ware sportmakker, voor wie het spel op de -voorgrond stond en de knikkers maar bijzaak waren. Hierdoor heeft hij zich vele vrienden gemaakt. Kind van het Land van het Schone Insulinde is hij nu ver van dat Land, dat hij zo zeer lief had en dat wij allen nog uit het diepst van ons hart liefhebben ,ten grave gedragen, omdat hij verkoos te midden van zijn vrienden te leven. Hoe kan het ook anders. Vanaf zijn jeugdjaren heeft hij steeds met Nederlanders verkeerd. Geheel westers opgevoed en georiën teerd moest hij wel uit gevoelsoverwegingen Indonesië verlaten. John Hardjono heeft onze zijde gekozen omdat hij in hart en nieren een ware vriend van Nederland was. Dit heeft hij vooral getoond tijdens de moeilijke oorlogs jaren, toen alle Nederlandse mannen achter prikkeldraad zaten. Menige Europese vrouw heeft hij destijds met raad en daad bijgestaan. Thans is hij heengegaan, maar in onze herin nering zal hij blijven voortleven als een braaf mens en een goede vriend. Dat hij ruste in vrede. A. G. Naar is gebleken heeft helaas bij velen de mening postgevat ,dat N.A.S.S.I. voor het door haar verrichte werk finaciële steun of subsidie van het Rijk ontvangt. Vandaar dat die velen het niet nodig hebben gevonden financieel bij te dragen voor het NASSI-werk. Het NASSI-Comité stelt er prijs op mede te delen, dat het voor zijn moeilijk werk niet de geringste financiële steun van de Overheid ontvangt. De kosten verbonden aan het uit de ellende halen van de spijtoptanten in Indonesië, wor den bestreden uit vrijwillige bijdragen en uit gelden die NASSI van de Stichting „Hulp aan Landgenoten in Indonesië" ontvangt. Voor deze daadwerkelijke hulp zijn wij uiterst dank baar. De nood der spijtoptanten in Indonesië is, zoals bekend, nog zeer groot. Daarom doen wij een beroep op U om ons financieel te helpen teneinde deze nood te lenigen. U helpt meer en beter als U dat spoedig doet. Stort uw bijdrage op gironummer 8118 ten name van de penningmeester van' NASSI te 's-Gravenhage. Mevrouw A. Rambonnet-de Vries (Har derwijkstraat 174, Den Haag) riep onze hulp in om in contact te komen met overlevenden van de ,,SUEZ MA- RU" (getorpedeerd op 29-11-1943), die haar inlichtingen kunnen geven over haar vader: Wilt U zich rechtstreeks in verbinding stellen met mevrouw Rambonnet? RED.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 4