1924 F VII H-NACC - 1963 DC 8 „Gotong Rojong" voor Bali Toen 1 27 vlieguren met 5 kg. post, thans 20 vlieguren met 1 20 passagiers De oudste intercontinentale luchtlijn ter wereld hersteld Op 1 oktober 1924 startte de eerste inter continentale vlucht naar het vm. Indië, met als bemanning de legendarisch geworden namen van Thomassen a Thuessink van der Hoop, Van Weerden Poelman en van den Broecke. Het was de eenmotorige Fokker VII, wel speciaal gebouwd voor lange afstanden. Reeds na twee dagen vliegen moest in Philip- popel een noodlanding worden gemaakt wegens motorstoring. Het duurde tot 2 november 1924 alvorens de nieuwe motor, door het tijdschrift „Het Leven" geschonken en onderdelen van het beschadigde onderstel, benevens een nieuwe radiator kon worden aangebracht. Van toen af aan ging het zonder onderbrekingen, zodat de totale afstand van 15.373 km. kon worden afgelegd in iets meer dan 127 vlieguren, met een gemiddelde snelheid van 120,75 km. per uur. 24 November kwam men aan, het grootse experiment was volbracht, met een eenmotorig toestel langs een toen nog vrijwel onbekende luchtroute. Hoed af voor deze prestatie nu bijna 40 jaar geleden! Toen kostte de Fokker F-VII slechts 40.000, een DC 8 thans 8 miljoen! Het plafond van de machine was ca. 3000 m., doch men vloog in de regel op ca. 300 m. Ook de landingsvelden waren natuurlijk beduidend kleiner, 300 tot max. 400 m. in het vierkant en dan beduidend hobbeliger. Bij een invals hoek van 1:5 kon men dus uitkijken naar een landingsterrein in een straal van ca. I1/? a 2 km. Dit alles vernamen wij nog uit de mond van de heer Tomassen a Thuesink van der Hoop, die op het moment van de vlucht een leeftijd had van 31 jaar als gezagvoerder. Zo vertelde hij ook, dat hij de opdracht had een „kasboek" bij te houden, waar hij tijdens de vlucht niet veel voor voelde. Maar tot beider genoegen, dus ook van de accountant, kon de heer van der Hoop toch een mooi kasboek overleggen, waarin tien kolommen voorkwamen, voor elke gebruikte valuta een, waarbij hij kon uitgaan van hetgeen hij had overgehouden in die diverse valuta, nu door de HMA precies uitge rekend. Toen hij in Holland terugkwam kreeg hij1 complimentjes voor het keurig bijgehouden kasboek en dat alles keurig klopte. Van de oude bemanning leven nog slechts twee personen, van der Hoop en Broekman. Voor hun was het zeker „het" avontuur van hun leven Een tweede vlucht volgde in 1927. Een ver beterde versie van de eerste Fokker, vloog met als bemanning Geysendorffer, Scholten en We ber. Het was de eerste chartervlucht ter wereld en passagiers waren de Amerikaan W. van Lear Black en zijn bediende. Het werd tevens de eerste retour-vlucht: heen vloog men in 86y2 uur, terug deed men er 11 uur langer over. Hetzelfde jaar volgde de derde vlucht: Kop pen, Frijns en Elleman met hun „Postduif". In 1928 voerde de K.L.M. naar Batavia een tweetal retourvluchten uit met vliegtuigen van de inmiddels opgerichte Koninklijke Neder- landsch-Indische Luchtvaart Maatschappij. Na deze vluchten bleek een lijndienst mogelijk. Deze begon in 1929. Eind 1928 werden door de K.L.M. reeds de nodige voorzieningen getroffen, op de 21 tussen landingsvelden werden brandstof en reserve onderdelen opgeslagen. Het vliegen op zich zelf was nog immer pionierswerk, want radiofaciliteiten waren er nog niet en weerberichten waren alleen te krijgen tot Turkije. Soms was er niet eens een vliegveld, en gebruikte men een renbaan of een vlak stuk land. Daarom werd er dan ook alleen overdag gevlogen. Men verzocht de ge zagvoerder eenvoudig om zo mogelijk te trach ten na 12 dagen in Batavia aan te komen. De vaste lijndienst begon 12 september 1929: Smirnoff, Beekman en Veenendaal. De eerste intercontinentale luchtdienst was be gonnen en werd geschraagd op de vaardigheid en durf van pioniers als Weber, Veenendaal, Naber, Kotte, Dunk, Buitenhuis, Bruynesteyn, Wiersma, Tepas, Soer, Smirnoff, Scholte, Pellens, Hongdong, Geysendorffer, Frijns, van Dijk, Duimelaar en Beekman. Het was nog de tijd van de pioniersgeest, van de improvisatie, van het persoonlijk initiatief, in de lucht en op de grond. De namen van Plesman en Martin zijn met deze dienst onverbiekelijk verbonden door hun stuwende kracht. Nadat de route door H. Martin gestroomlijnd was geworden, begon men op 25 september 1930 met een veertiendaagse dienst met een Fokker F-7b. Ook het postverkeer nam toe dank zij regelingen met de PTT in Holland en het v.m. Ned. Indië. Een jaar later werd de frequentie ogevoerd tot een vlucht per week en in dat jaar kwamen ook de grotere Fokker-12 toestellen in de lucht. Zij hadden al een boordkeuken en lig stoelen voor de passagiers. De bemanning werd uitgebreid met een boordtelegrafist daar er nu langs praktisch de gehele route radio stations waren. Een jaar later kwamen de snellere F-18 toe stellen, die de afstand in negen dagen over brugden (74 vlieguren). 1933 volgde de spectaculaire recordvlucht met de Kerstpost, vervoerd met de beroemde „Peli kaan". Heen en terug vloog men de afstand in 8 dagen en 9 uur, met ruim 5000 Kg post mee op zijn terugreis. In 1935 werd de frequentie opgevoerd tot twee vluchten per week, maar de Fokkers werden verdrongen door de DC-2 vliegtuigen. Twee jaar later kwamen de grotere DC-3 toe stellen, betrouwbare toestellen, die in de oorlog in ontelbare aantallen dienst deden als vracht en troepentransportvliegtuig en die menige maatschappij nu nog in haar vloot heeft. De grotere capaciteit leidde er toe dat de lucht rechten werden afgeschaft, hetgeen bovendien gepaard ging met een drietal vluchten per week. De „mailday" kon dus hierdoor vervallen en tevens werd in 1938 de verbinding met Aus tralië tot stand gebracht. De He wereldoorlog bracht 'n ernstige onderbreking van de geregel de diensten. In 1945 vertrok 10 november de eerste Skymaster naar Indië, met Parmentier als gezagvoerder. Enkele weken later werd de geregelde dienst heropend om 1 februari 1946 te worden opgevoerd tot vier vluchten per week. Ruim een jaar later werd dit opgevoerd tot 6 maal per week, terwijl eind 1947 de dagelijkse dienst tot stand kwam. De tweede ernstige onderbreking kwam eind 1948, toen verscheidene landen aan de KLM landings rechten weigerden in verband met de ontwik keling tussen Nederland en Indonesië. Maar na een maand had de KLM hare diensten heropend langs een geheel nieuwe route: de langste geregelde lijndienst-over-water met landvliegtuigen De landingsmoeilijkheden werden medio 1949 opgeheven en de KLM begon weer langs de van ouds bekende route te vliegen. Eind 1951 was de dagelijkse dienst hersteld en werden naar Tokio en Sydney doorgetrokken. In 1953 viel de frequentie terug van 7 tot 5. In 1954 kwamen de „Super-Constellations", die de reisduur terugbrachten tot ruim 40 uur. 3 december 1957 vertrok het laatste vliegtuig van Kemajoran Airport, nadat de Indonesi sche Regering de landingsrechten had ingetrok ken: de derde onderbreking. Nu is op 4 mei de oude dienst weer heropend geworden met een DC-8 straalverkeersvlieg- tuig. De KLM begint weer aan de wederop bouw van haar oude roemrijke route, onder geheel gewijzigde omstandigheden. Wederom vol vertrouwen. Onze goede wensen vergezel len haar op deze missie, en wij vertrouwen dat zij wat met zoveel energie tot stand werd ge bracht, weer door samenwerking met Indone sië zal brengen tot een gunstig resultaat voor beide landen. Als bijzonderheid vermelden wij nog, dat aan boord van de DC-8 welke 4 mei naar Indië is vertrokken, zich Gaby Robinson bevond, verre familie nog van onze bekende Tjalie („beroemde" zegt de Telegraaf van 6 mei) en geboren te Padang. De K.L.M. had er voor gezorgd dat alle bemanningsleden in Indonesië geboren waren of aldaar goed bekend. C. H. Gaarne ruimen wij een plaatsje in voor de volgende oproep: Enige hier te lande vertoevende Indonesische staatsburgers hebben een comité opgericht en het plan opgevat gelden te verzamelen om het hunne bij te dragen in de hulp aan de slacht offers van de uitbarsting van de Goenoeng Agoeng op Bali. In Amsterdam hebben wij reeds met groot suk- ses een opvoering van Indonesische kunst geor ganiseerd, in het Minerva-Paviljoen. Onze 2e kunst-avond zal plaats vinden in Scheveningen op zondagavond 19 mei en wel in het Kurhaus, Gev. Deijnootplein 30. Onder andere worden Balische, Javaanse, Mi- nahassase en Sumatraanse dansen gegeven en zal krontjong-muziek ten gehore worden ge bracht. Kaarten zullen verkrijgbaar zijn aan de kassa, en VOOR-VERKOOP aan de adressen: 1. ,,Waroeng Soeboer"Koningstraat 16, Den Haag, Tel. 60 41 42. 2. Familie M. J. Butteling, van Seven- bergestraat 28, Voorburg, Telefoon 85 37 4b. 3. „Toko Daja", Prins Hendrikstraat 68, Den Haag, Tel. 39 02 18. 4. Familie Barita Simatiullang, van Die- men straat 5, Den Haag, Tel. 39 95 28. 5. Familie Kwik Kian Gie, Voorschoter laan 84C, Rotterdam, Tel. 12 92 16. Entreeprijs Hfl. 5.per persoon. Wij zijn zo vrij U beleefd te vragen, of U interesse zoudt willen betonen voor dit werk. Uw interesse zoudt U b.v. kunnen uitdrukken in: A. Geschenken voor de te houden tombola op die avond. Mochten deze geschenken hun nut hebben voor de slachtoffers aldaar, dan zullen wij de vrijheid nemen deze daarheen te zenden. B. Geldelijke bijdragen kunnen gestort wor den op giro-rekening Nr. 48 91 36 ten name van de heer K. G. Kwik te Rotterdam. Geschenken kunnen bezorgd worden bij kaartverkoop adressen. Met vriendelijke dank voor uw medelevende welwillendheid, namens het Comité Gotong Rojong, Slamet Faiman, Van Eeghenlaan A hs„ Amsterdam, Tel. 72 51 12. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 3