Lekker is meestal eenvoudig Internationaal kookboek „Myana" WAROENG SOEBOER Waar struiken al niet goed voor zijn. Men kan lekker eten en lekker eten, zei mijn vader altijd. Daar bedoelde hij mee duur en lekker (en dat was dan meestal Europese kost) en goedkoop en lekker en dat was dan Indisch eten. Nu is er nog een verschil tussen Indische rijsttafel en Indisch eten. Als ik over rijsttafel hoor spreken denk ik direct aan ge ruisloze djongos en 40 soorten sambel goreng en sajorans die je toch allemaal tegelijk eet. En Indisch eten, dat is dat ene zalige gerecht waarmee je bergen rijst „verzet". Droog eten, een stukje empal, lalap, sambel, of soms alleen een stuk tempé, sambel-trassi, wat rauwe lalap. Nog eenvoudiger? Warme rijst met een stuk trassi bakar afgebedeld van de kokki. En dan net zo eten als zij, van een omgekeerd deksel, met je vingers natuurlijk. Waarom zou ik in hemelsnaam verlegen zijn dat te bekennen? „Der Mensch ist was er ist", maar dat wist ik toen nog niet, wel tegen die tijd dat ik met hele hoge personages aan een diner zat met wijn en kaviaar. En hoe meer wijn en kaviaar, hoe meer ik die trassi bakar ging appreciëren. Mijn moeder was altijd bang dat ik het eten thuis niet meer zou lusten als ik haar vertelde dat ik weer ergens duur had moeten eten. In de bersiap-periode in Soerabaja zaten we met honderd vrouwen en kinderen opgesloten in een huis en alles wat we hadden mogen meenemen was wat beras, ketjap en een paar kruiden. Het klinkt gewoon onzinnig, maar weet U dat ik me in die tijd ongans heb gegeten aan droge rijst, sambel-ketjap met wat blimbing woeloe (er stond een boom op het erf). Ik had voordien nooit geweten hoe lek ker de kombinatie ketjap-blimbing wel was en daarna heb ik het nog vaak gegeten. „Hoe kun je", zei mijn moeder ontzet, „moet je dan niet direct denken aan dat huis in de Mulolaan?" Neen, niet direct, wel aan dat ene lichtpunt in die angstperiode: mijn bordje rijst met ketjap en blimbing. Jaren later zat ik in Kediri voor mijn werk. Het was in die onveilige tijd en de kogels vlogen om je oren zodra je na de avondklok van half zeven op straat kwam. Passers dicht, winkels verkochten door een kiertje. Groenten bijna niet te krijgen. W^t maakte de baboe voor ons in de mess? Een soort sajoer toemis. Wat kool of sawi, katjang pandjang, even met een uitje gefruit, beetje trassi erbij en dan getjemploeng in een pan water. De smaak werd verhoogd door wat ketjap en een ei. Dat ei deed het 'm. Het brak in mysterieuze slier ten wit en geel uiteen in de sajoer en verrijkte de smaak van deze armensajoer. Zulke tijden van pover eten, maken dat ik blij en trots ben een Indisch meisje te zijn met een trassi-rawet tong. Het maakt het leven zoveel eenvoudiger, goedkoper, smakelijker en gezonder. Telkens moet ik weer denken aan die Hol landse journalist bij ons in de mess. Hij haatte Indië, ook het eten. Hij had nooit wat ge proefd en gezworen het ook nooit te zullen doen. Hij wilde alleen eten wat in Holland ook groeide of bereid werd. At dus uitslui tend brood en aardappelen als die te krijgen waren (ik praat over de tijd vlak na de capitulatie). Zelfs Indische vruchten weigerde hij. Voor mijnheer H. geen mangga, papaja, ramboetan, manggistan. Zodra de vruchten op tafel kwamen stond hij demonstratief met een kwaad gezicht op. „Die smurrie eet ik niet!" „Die sterft nog eens van sjagrijnigheid" zei ik. Maar H. stierf niet van sjagrijnigheid maar aan buiktyphus. Na een jaar was zijn weer standsvermogen nihil, zijn darmen waren aan zulk krachtloos en weinig eten gewend ge raakt, dat een maaltijd in een restaurant met misschien een kleine overtreding op zijn streng doorgevoerde afkeer van niet-Hollands eten, H. de das om deed. Daarom lieve mensen, eet met vreugde en dankbaarheid uw schrale maaltijden. Het is een voorrecht te kunnen genieten van droge rijst met een gerecht, net zo goed als het een voorrecht is te mogen genieten van een diner met 7 gangen. Om met de wijze woorden van mijn vader te spreken: men kan lekker eten en lekker eten. LILIAN DUCELLE Werkt U mee aan het kookboek met recepten uit de gehele wereld, dat Tong-Tong zal uitgeven Uw bijdrage maakt dit boek tot het origineelste ooit geschreven en wellicht het beste, want weten honderd goede kooksters niet beter wat lekker is dan één Het recept dat U inzendt moet voldoen aan de volgende eisen: huisgenoten en vrienden moeten het ook 1. U en tenminste lekker vinden. 2. Het moet gemaakt zijn met ingrediënten verkrijgbaar in het land waar U woont, (de specerijen mogen wel van buiten komen hoor 3. U mag het recept zelf verzonnen hebben, maar het hoeft niet. Als het maar istemewa is, dus niet zo alledaags als zuurkool of gado-gado. 4. Uw naam en adres moeten erbij. Foto graag, maar hoeft niet. 5. Vermeldt aardige bijzonderheden over het recept, het maken of de oorsprong ervan. 6. Inzendingen moeten uiterlijk 30 augustus binnen zijn. Te richten aan: Esther Polderman, Lilian Ducelle, Tong-Tong of: P.O. Box 137 Prins Mauritslaan 36, Den Haag Whittier. Dames buiten Nederland, we rekenen op uw inzendingen hoor! Slamet Dateng Koningstr. 16, Den Haag, tel. 60 41 42 HET ADRES waar U lekker en goed koop INDISCH kunt eten. ELKE DAG VERS. Ook kant en klaar mee te nemen. Geopend dagelijks van 10-10 uur. Zondags van 2-10 uur. Drie Amerikaanse meisjes van een jaar of 7 zijn met elkaar aan het praten. Sheila: „Where do you come from Sue Ann? And you Gerda? I come from the Philip pines". Sue Ann: „I come from America". Gerda: „I come from Holland". Sheila: „My daddy was born in Manilla". Sue Ann: „My daddy in Texas". Gerda, die gehoord had dat haar vader in Den Bosch was geboren, heel triomfantelijk: „Guess what... my daddy was born in the bushes IriNNY MEYER-BLACK, San Jose. Dames, We waarschuwen U: denk om uw lijn, wan neer U naar de Pasar Malam gaat! Alhoewel, wie kan weerstand bieden aan al dat heerlijks: nasi rames, gado-gado, mie- kwa, pangsit, ondé-ondé, ès-sjanghai, tjendol, saté, loempia, lontong,... soedah, zeg maar: alle soorten Indische snoeperijen. En, voor het eerst dit jaar: ook nog Thailands eten! Na tuurlijk moet alles geproefd en gekeurd. Ajo, we denken dus drie dagen lang maar eens niet aan onze lijn! 28, 29 en 30 juni in HOUTRUST 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 14