f
Krembangan
I
Omstreeks 1911 ging ik met mijn zusters naai
de Oedjoeng-school op Pasirian, bij het Marine
Etablissement. We kregen elke dag geld voor
de tram. We woonden op Kampement, dat
was de grens van de Arabierse buurt en Fort
Prins Hendrik ofwel Benteng Pendem. Volgens
zeggen was er een gedeelte van ingestort en
een stelletje soldaten waren er onder bedolven
geweest en daarna hebben ze 't nooit meer
gebruikt. Het moesten drie forten zijn, die
onderling met een onderaardse gang verbon
den waren. De eerste was op Sididadi tegen
over passar Pegirian, vandaar kon je naar
Benteng Miring of Pendem ofwel Fort Prins
Hendrik genoemd naar de enigste Oranje Telg
die in Indië was geweest en van hieruit kon je
naar dat Fort aan de Oedjoer.g gaan, vlak voor
Oedjoeng Plak. Nu hier in Fort Pr. Hendrik
hebben we op vrije dagen veel met de windbuks
(de B.S.A. was er nog niet) kattepuit op
vogels geschoten en met die Felix, zijn voor
naam weet ik niet meer. Maar hij woonde op
Persapen. Vaak gingen we ook dwars door de
kampongs, langs dat Missigit van Ngampel
naar Kedongdorro naar een zekere v. d. Zon
Brouwer, die had er een broodbakkerij en dan
kwamen we ook bij de heer Kommer die
bekende slangenbezweerder. Zijn beesten wer
den later door de dierentuin van Soerabaja
overgenomen. Hij had in het kinderbed een
oeler goeling liggen ongeveer 90 cm. lang en
15 cm. dik. Op een dag werd er een Boa
Constructor gesignaleerd en of hij wou ko
men. Hij ernaartoe en had ongeveer 36 uur
nodig om dat beest in zijn macht te krijgen.
Daarna kwam hij half kapot met dat beest
over zijn schouder tevoorschijn. Hét waren ken
nissen van mijn vader en heerlijk waren die
broodjes zo direct uit de oven. Mijn vader had
ook een halfbroer vroeger nog paardenhande
laar, daarna had hij" een grote handelszaak bij
de Rode Brug, Wm. A. Muller.
Nu dat naar school gaan. We gingen altijd met
een stelletje van de buurt lopen en dat geld
van de tram versnoepen (drie cent was zo'n
rit), ting-ting met katjang of widjen, aloos
manis, die gekleurde staven pepermunt, aller
lei katjangsoorten. Onderweg langs de bomen
vonden we vaak sawoh asem, soms djamboes
of mangga's, een stuk door een tjoddot afge
beten, geeft niets, één van ons had altijd wel
een mes bij zich.
Naar huis gaande waren die pakhuizen altijd
open en kregen we meestal suiker, maar soms
kregen we ook suikertjes, beschuit of choco
lade. Er was nog een haven en dus kwam
alles per prauw in en uit de pakhuizen en
dus vaak was een kist kapot of zoiets. Halver
wege de Oedjoenweg kwamen altijd die kinde
ren van Madoera, Schrama, Vlamend en nog
een paar. Olieslager en Heiliggers hadden ook
nog vluchten boven Pasiran gemaakt. Een van
hun was nog in de boejoh-boejoh (die water
palmen met die lekkere vruchten) terechtt
gekomen. En dan hadden we natuurlijk ook
een lied.
Bobsaid is met één van de Indische jongens
van Krembangan weggelopen, 't was een van
de krachtpatsers, ik durf niet met zekerheid
te zeggen, wie het was, maar ik denk dat het
Dikkie Swart was. Daar hadden we ook heel
wat genoten. Assem van de bomen halen,
suiker kregen we van de diverse goedangs
gratis en dan assem stroop, mannisan assem,
satroe assem maken. Bengkoewang en die
boejohvruchten in Fort Pr. Hendrik zoeken.
Bij Lapré, vendumeester, mangga's. Bij de
Vries, brandweermeester, van Engen, ijzer
handel, en Woerdenbach van de Havendienst
tandjoongbloemen en pitten zoeken om dan
andere vruchten te vinden. De jongelui pietie
met de pitten van sawoh Manilla en de
meisjes met de tandjoongpitten, kralen, aller
lei speletjes doen.
Tegenover de Wilhelminatoren aan de over
kant van de ingang van het Marine Bassin
had je een ziekenboeg of hulphospitaal. De
oude heer Pellek was ziekenbaas of zoiets. Hij
woonde daar en had alle verantwoording.
Meestal ging hij ver in zee hengelen of met
zijn werpnet vis vangen. En in die tijd stond
de Kali Mas bekend om zijn witte heilige
krokodil. Een paar keer hebben wij dat beest
op nog geen 50 meter afstand van die oude
heer Pellek gezien, maar hij deed niets en de
oude heer ging rustig door. Met 't naar huis
gaan kregen we dan ook altijd vis en dat
marinebrood en gehakt mee.
Nog een voorval.
Op een avond riep mijn vader ons. Kijk daar
gaat beslist wat gebeuren, zei hij en wees naar
de maan, en ja waarachtig. Het was ongeveer
het eerste kwartier van de maan en er stond
een ster midden voor de holte van de maan.
En werkelijk niet lang daarna begon de eerste
Wereldoorlog.
NJOO WIM of PIET TIN GA
Twee foto's uit de roemruchte Tempo Doeloe van de Krokodillenstadons toegestuurd door mevr.
P. A. Swart-Schultz, die meent dat ze er ,,Njoo" Tinga (van Krembangan) een groot plezier mee
zal doen. Nu, ivij menen dat ze er duizenden Tong-Tong-lezers een plezier mee doet!
Foto I: Bondselftal Stedenwedstrijden 1919 (44 jaren geleden! Wat worden we oud!). V.l.n.r.
staand: Tjoh Cortenbach, Wim Voll, Patrick Leslie Miller, een onbekende knielend: onbekend,
Armand Fruneaux, ]o Swart.
Als Olieslager dood is.
Dan krijgen wij misschien.
De helft van zijn centen
en een mooie vliegmachien
En, heb je wel gehoord van dat kleine blonde
kereltje, heb je wel gehoord van Toon...
Met Nieuwjaar zaten we bij de Wijkmeester
Lemmers. Naast hem woonde Barwedan, de
Kaptein der Arabieren en dan moest je dat
vuurwerk zien. meterslange tamboers en dan
die kembang appi, geweldig, daar werd wat
verstoken en dan op viersprongen van die
straten met dat bloemen plaatsen. Geld. dub
beltjes, kwartjes, halve guldens, gulden. Met
die wajang koelitavonden na afloop onder bij
die dalang. Hij gooide altijd zo'n bakje met
geld leeg. Daar heb ik 't bijgeloof gezien.
Een dochter van een van die huiseigenaars
Foto II: QUICK in zijn beste jaren: V.l.n.r. staand: Jo Swart, Tjoh Cortenbach, onbekend, Karei
Schreuder, twee onbekenden; zittend: drie eersten onbekend, Wim Ross van Damme.
Mevr. Swart herinnert zich alle namen niet meer. Wie doet het wel en helpt ons een handje?
Jo Swart is intussen overleden. Het is voor ons een apart genoegen hem hierbij uit de vergetelheid
te trekken. Mevr. Swart woont nu in Amerika: 4367 Clairemont Drive, San Diego 17, Cal. Wie
herinnert zich haar nog en stuurt eens een kabartje?
17