U helpt ons
Het Indonesische Acht Jaren Plan
En wat daarachter ligt ook voor ons
De tienduizend
Bij een zorgvuldige beschouwing van het
Indonesische Acht Jarenplan, gunstig beoor
deeld in het z.g. Humphrey Report, vallen
enkele „begrotingsposten" in de de A-Pro-
jecten al dadelijk in het oog en ontmoeten
nogal gauw oppervlakkige kritiek, zoals wij
merkten. Om de argumentatie wat toe te
spitsen noemen we hier de drie hoogste en de
drie laagste posten:
Transport en Communicatie Rp. 60.200 milj.
IndustrieRp. 52.000 milj.
Spec, projecten (militaire) Rp. 30.000 milj.
Dat zijn de drie hoogste. De drie laagste zijn:
CultuurRp. 1.600 milj.
GezondheidRp. 2.200 milj.
ResearchRp. 2.600 milj.
„Critici' nu zijn nogal gauw ertoe geneigd om
de betrekkelijk geringe aandacht voor de
„hogere" doeleinden op de korrel te nemen.
Laat ze ons eens onderzoeken.
Indonesië is een eilandenrijk. Eenheid en gezag
kunnen hier alleen adequaat worden gediend
met goede verbindingen (bedenk hoe Daen-
dels met zijn Grote Postweg het gezag en de
eenheid op Java schiep!). Niet alleen zullen
met betere verbindingen door de hele archipel
gunstige condities worden geschapen voor
handel en industrie, maar strategisch wordt
Indonesië beter verdedigbaar.
We weten allen hoe de inadequate verbindin
gen van de Japanse oorlogsmacht na de eerste
doorstoot fataal werden. We weten ook hoe
Rood China na de bezetting van Tibet direct
begon aan het bouwen van toegangswegen tot
aan de Indiase grens. Nauwelijks waren deze
voltooid of een militaire actie kon met succes
worden ingezet. Nu bouwt China vanuit
Meng La wegen naar Phong Sali, Nam Tha
en Lau Ten in Laos. Weliswaar „alleen maar
tot de grens", maar de tracees zijn duidelijk
genoeg en bij een gunstige machtsverschuiving
in Laos naar de communistische groepen komt
de rest vanzelf. Strategen zien de tracees al
verder lopen naar de Burma Road
Wie zijn zelfstandigheid bewaren wil, dus zijn
weermacht grote activiteitsmogelijkheden wil
geven, verbetert zijn eigen communicatie-sy
steem. Indonesië is waakzaam. Vandaar ook
de ruime begroting voor militaire projecten.
Men heeft in de wereldoorlog wat geleerd: van
de garanties van de Grote Vijf kwam bitter
weinig terecht. Het arme onderbetaalde KNIL
bood geen tegenpartij.
Om die reden wordt dus ook veel aandacht
besteed aan de Industrie. Indonesië is in
industrieprodukten nog steeds „fataal afhan
kelijk" van het buitenland. Hoe sneller de
industriële potentie wordt opgevoerd, hoe ster
ker Indonesië staat. De opbouw van de indus
trie gaat ook volgens een verstandig patroon.
Textiel is één van de terreinen, die het eerst
wordt aangepakt. In de laatste vijf jaren wordt
de aanpak van staal, aluminium en z.g. petro
chemical iën ter hand genomen.
Nu de „onderbetaalde" projecten. Dat betrek
kelijk weinig aan cultuur wordt gespendeerd
is aanvaardbaar voor hen, die weten dat het
oude culturele niveau van de Indonesiër hoog
genoeg is en uit zichzelf voldoende „klimt
Ook is het Indonesische volk een gezond volk
dat gezond leeft. De Nederlandse administra
tie heeft een uitstekend medisch systeem ach
tergelaten, dat met niet al te veel kosten op
een vrij behoorlijk plan blijven kan. Ook voor
research hoeft niet veel te worden uitgetrok
ken. Nog steeds heeft Indonesië een geweldige
achterstand in de produktie van moderne
apparatuur en zal bezig genoeg zijn om in te
halen. Research kan dus gevoeglijk nog wat
wachten (een bedrag van 2.600 miljoen blijft
overigens nog altijd een machtige werkpost!).
Daarnaast zien we toch wel enorme posten voor
drie belangrijke condities van groei:
Kleding Rp. 28.900 miljoen
Voeding Rp. 25.100 miljoen
OnderwijsRp. 16.300 miljoen
Het is de moeite waard zowel voor een
beter begrip van Indonesië en het hele Verre
Oosten als voor ons eigen betrouwbaarder
inzicht dat we niet te spoedig vergelijkingen
maken tussen Indonesische en Europese pro
jecten en plannen. En meer kennis opdoen
van de politieke verwikkelingen in Azië. Het
voorlopige tripartite pact tussen de Filipijnen,
Malaysia en Indonesië kan nogeens uitgroeien
tot een machtig zelfstandig politiek en econo
misch stootblok voor de Communistische op
mars en een nieuw centrum van zekerheid op
die belangrijke driesprong tussen Pacific, Z.O.
Azië en Australië.
Bij de naderende voltooing van de gigantische
tunnel door het Australische oostergebergte,
dat straks wijde irrigatiemogelijkheden opent
vpor de Darling Vallei, naast elektrische kracht
voor enorme industrieën, zal Australië een
belangrijke rol spelen voor de emigrerende
Europeaan en de gehele wereldhandel en de
connecties met Azië.
Met Indonesië (-Malaysia-Filipijnen) als een
solide barriëre tegen het Chinees communisme
is een verre en goede toekomst gediend.
Het is goed als men probeert de dingen in
Indonesië te zien in die verhoudingen en niet
naar verouderde en nutteloze koloniale of anti-
koloniale Hollandse opvattingen. Nog steeds
is vér vooruitzien de basis voor goed regeren.
TJALIE ROBINSON
Wij hebben in ons blad al eerder met trotr
gesproken over „onze tienduizend" en daarbij
gerefereerd aan de beroemde „Tocht der Tien
duizend" van Xenophon, zoals neergelegd in
dat onsterfelijke epos van avontuur, moed en
volharding, de Anabasis.
Ach nee, natuurlijk noem ik het koppig door
zetten van de lezerskring van Tong-Tong niet
heroisch. Spotlach niet te gauw en te goed
koop. Misschien is het goed eerst de Anabasis
(De Tocht) te lezen, zónder cultureel snobis
me of zo. Wie dat doet, merkt dat Xenophon
eigenlijk helemaal niet zo n groot schrijver is
als de andere groten in de wereldliteratuur.
Hij schrijft opvallend simpel en vrij van alle
„gezweef" of „gestreef naar hogere waarden".
Hij heeft in sommige werken heerlijk veel
fouten gemaakt, waarop kleinere goden braaf
hebben zitten vitten. Van alle schrijvers in de
wereldliteratuur is hij daarentegen zonder
enige twijfel de breedst georienteerde. Xeno
phon schreef historische studiën en biogra
fieën, en bewoog zich op terreinen van filo
sofie, economie, politiek, bedrijfsleer, strate
gie en... paardrijden. Dit laatste stempelt hem
tot een man en een man van klasse.
Twee eigenschappen nochtans maken hem met
een tot mens en dierbaar mens: hij was een
voudig en niet foutloos. Hij is geen sublimi
teit, maar een buurman en vriend. Xenophon
ging als onderbevelhebber van Cyrus de Jon
gere met een leger van 10.000 Grieken naar
Perzië om de Perzische troon te veroveren op
diens broeder Artaxerxes. In de eerste veldslag
al sneuvelde Cyrus en daarmee ging meteen
het motief voor de veldtocht verloren. Het
Griekse leger aanvaardde de terugtocht onder
leiding van Xenophon (401 - 399 v. Chr.).
Deze terugtocht was hachelijk en bloedig als
de „terugtocht uit Mataram" in de Lombok
opstand, maar op immens grote schaal en on
gelooflijk langdurig. Bijna twee jaar deed het
Griekse leger over de lange weg terug naar
Griekenland, ondertussen onophoudelijk aange
vallen door vijandelijke legers en guerilla-
benden. Theoretisch had het leger deze tocht
door woestijnen en andere onherbergzame ge
bieden met een welhaast onmogelijke provian
dering en met zoveel vijanden, niet kunnen
overleven. Maar Xenophons geniale leiding,
volharding en veldheerschap maakten het won
der mogelijk. De roep van onzegbare vreugde
waarmee de soldaten na het doortrekken van
Klein Azië „hun" zee weer begroetten: „Tha-
latta!" is tot een gevleugeld woord geworden
om elk geslaagd streven in één woord te
bejubelen.
We weten niet of Tong-Tong ooit zijn doei
bereiken zal en welk woord (bij welk eind
punt) ons jubelwoord zal zijn. Wij zijn geen
jonge en getrainde soldaten. Er is eigenlijk geen
enkel punt van overeenkomst tussen die Tien
duizend en Onze Tienduizend, behalve het
getal. En de koppigheid. En de eenvoud en de
vele fouten in ons tijdschrift Tong-Tong. In
de rij van sociaal-historische, culturele, lite
raire, enz enz. enz. tijdschriften zijn wij maar
een „klein ukkie". Net als die andere tien
duizend maken wij misschien één verre tocht
om maar één veldslag te leveren die we nog
verliezen ook en dan de lange weg terug.
Geen mens met Groot Verstand of Hogere
Idealen of Zakelijk Inzicht zal ons begrijpen,
maar wij weten één ding dat al die pientere
bollebozen niet weten: wij hebben de vreugde
en de trots van menselijke lotsverbondenheid
en de rijkdom van eenvoudige en eerlijke
vriendschap. Die zijn een tweede tocht waard.
En wat we bereiken zullen? Dat hebben we
NU al gevonden. Onszelf. T. R.
door dit aandachtig te lezen. Nadat
Tjalie de helaas noodzakelijke prijs
verhoging van ons abonnement had
aangekondigd hebben vele abonnees
hun suppletie onmiddellijk gestort,
waarvoor onze hartelijke dank.
Uit vele telefoontjes en briefkaarten
blijkt ons echter, dat niet iedereen
begrijpt, hoeveel nu eigenlijk bijgestort
moet worden. Hier volgt dus een korte
toelichting:
Op een nieuw jaarabonnement moet
5.worden bijbetaald. Totaalprijs
dus 15.
Op een halfjaarlijks abonnement 2.50,
Totaalprijs dus 7.50.
Op een kwartaal abonnement 1.25.
Totaalprijs dus 3.75.
De verhoging is ingegaan op 1 juli
1963. U kunt dus gemakkelijk uitreke
nen, hoevel maanden uw abonnement
nog loopt en ons een suppletie zenden
van 0.40 per maand.
Om een voorbeeld te geven:
Indien U op 1 maart j.l. een abonne
ment hebt genomen voor een half jaar,
dan loopt uw abonnement af op 31
augustus. In dat geval zoudt U ons
dus een suppletie kunnen zenden voor
de maanden juli en augustus door stor
ting van twee maal 0.40 oftewel
0.80.
Vriendelijk verzoeken wij U, op uw
girobiljet of postwissel het woord
„SUPPLETIE" te willen vermelden.
BANJAK TERIMA KASSI.
3