Oom vertelt: 2 Kakaps 2 x f500.-
Nieis boven
zware shag
Op een dag Semoet-Api en Gendoet komen
op bezoek bij Oom.
Semoet-Api is een blanke Indo; lang, slank,
maar potig, vlug, aktief maar ook impulsief en
driftig. Zijn haar loopt midden op het voor
hoofd uit in een scherpe punt. Dat is een zeker
kenmerk van snelle reactie, ongeduld en drift.
Iet maar op, wanneer je zulke mensen tegen
komt.
Gezichtnja vol met sproeten en rood; zodoende
de bijnaam Semoet-Api.
Gendoet is ook een Indo, maar voor deze toch
geen nadere beschrijving nodig; zijn bijnaam
zegt al alles. Gendoet is ambtenaar.
Zoals gewoonlijk zitten wij in de voorgalerij
met kopi-toebroek en soekoen gorèng en ngo-
brol. Waarover ngobrol? Nda lain over jagen
en vissen.
Semoet-Api vertelt. De vorige week is hij na
diensttijd gaan hengelen bij de brug over het
boezemkanaal Moro-Krembangan. Als aas ge
bruikt hij een verse ikan belanak, gekocht bij
een toekang-djala, jang gaat in het kanaal
netten.
Pas heeft hij zijn hengel uitgegooid of di saoet
door een grote vis. Hij geeft een klein rukje
aan de hengel en toen sprong een kakap uit
het water; wel 1 meter hoog. Wadoeh... een
kanjerd
Dat uit het water springen is de gewoonte van
de kakaps, wanneer ze de haak voelen. Je kan
al dadelijk zien of je een kleine of een grote
vis beet hebt. Na het springen nemen ze een
geweldige run naar open zee om dan weer snel
terug te keren en opnieuw te springen. Je moet
dus wel snel vieren en op tijd trekken, want
als je hengeltouw roewet of hier en daar kent-
jantol... soedah... al. Pedöt! Erg spannend,
opwindend en fascinerend om te zien hoe een
hengelaar een reuze kakap vangt.
Na voorzichtig vieren en trekken krijgt hij de
vis aan de kant en haalt hem op. Toen stopt
een auto bij hem. Een Chinees komt deruit en
biedt dadelijk vijf pop voor die grote kakap.
Si Semoet zegt: „Apa? Vijf pop! Op de
passer 1 kilo 1.75 en deze kakap weegt
minstens 10 kilo!"
Die Chinees ziet gezichtnja van Semoet-Api
wordt rooier en rooier. Hij denkt: niet pluis
deze. Hij retireert in zijn auto en smeertem
met vol gas. (Tussen haakjes: Je ken nooit
weten. Misschien die gekke, driftige rooie hij
neem een steen en hij balang).
Semoet-Api daarna op de fiets naar huis. Hij is
al tevreden met die ene kakap; genoeg voor
3 dagen lekker eten. De kop voor pindang-
srangi met gele saus. De rest voor boter-saus
met kentang en doperwten; voor gorèng met
meel en ham en zo meer.
Toen al kenjang, Si Gendoet gaat vertellen.
„Oom, U ken goed dromen uitleggen. Tjoba,
U verklaart mij mijn droom".
„Hoe laat heb je gedroomd?"
„In de ochtend Oom, tussen 4 en 6 uur. Een
paar dagen geleden droomde ik. Ik ben gaan
hengelen, ook bij de brug Moro-Krembangan
en heb daar 2 grote kakaps gevangen en..."
„Wah" zegt Semoet-Api, „hij wil baas boven
baas. Als jouw kakap groter dan die van mij...
awas, ik ransel jou!"
„Lo, niet zo dong. Het is toch maar een
droom. Misschien kan Oom mij die verklaren.
Nou, ik ging dus hengelen en..."
„Wah even!" Semoet-Api weer. „In jouw
droom hoe jij mantjing kakap?"
„O ja, dat was zo. In mijn droom ging ik met
één kleine hengel voor kleine vis en twee
grote hengels voor grote vis naar het kanaal.
Kebetoelan net hoog water, dus na een poosje
moet het water zakken en dat is juist de goeie
tijd om op kakaps te vissen".
„Wah, hij weet ook!" zegt Semoet-Api.
„Omdat ik geen verse belanak had en ook
geen verse grote oedangs, ging ik eerst met de
kleine hengel vissen. Toen ik 2 visjes had
gevangen, deed ik die aan de grote hengels".
„Wat voor visjes heb je gevangen?" vraagt si
Semoet.
„Van die witte visjes. Roepanja kaja baars en
geeft geluid als je pakt".
„O, ikan kok-kok. Ja, ik heb die ook al gepro
beerd en met succes".
„Nah, itoe dia. Dus ik lieg niet in mijn
droom. Nou, toen al... het water begint te
zakken, dus begin van eb. En toen een van die
grote hengels getrokken door..."
„Wah even. Hoe diep jou aas in het water?"
„Nou zoals gewoonlijk ongeveer tien centime
ter. Apa jij denkt jij alleen ken mantjing ka
kap? En toen die grote hengel wordt getrok
ken door een kakap. Ik haal direct op, zonder
te vieren en..."
„Ha, zie je wel, je ken nog niks. Mana boleh...
direct ophalen! Als zo, jouw hengel toch
kapot of de bek van de kakap scheurt! Je
verlak de boel".
„Betoel! Als in de praktijk natuurlijk anders,
maar dit is een droom en dus alles is geoor
loofd. Soedahlah, niet meer in de rede val
len..."
„Lo lo, djangan banjak tjiengtjong jijStraks
ik ketak jouw kop tot je krijg een technische
knobbel, dan weet je voortaan de techniek
voor mantjing kakap!"
Astaga! Bijna ruzie die twee. Maar Si Gen
doet blijft kalm en vertelt verder.
„En toen, ik heb dus al een grote kakap ge
vangen, die andere hengel ook getrokken.
Deze keer ik ga wel vieren en trekken en..."
„Nah, zie je; zonder tempieling die technische
knobbel al moentjoel bij jou!"
„En toen haal ik die vis aan de kant en haal
hem op. Maar net toen ik hem wou vastbinden
ging hij spartelen en tjemploeng weer in
zee..."
„Soekoer!" zegt Si Semoet met leedvermaak.
„Ik wacht niet te lang maar neem een duik en
pak hem weer beet..."
„Geloof je? Hij zit de boel te verlakken Oom!"
„En toen heb ik dus 2 even grote kakaps ge-
In kamp IV te Pakanbaroe, waar ook vele
honderden krijgsgevangenen voor de Jap moes
ten werken aan de spoorwegaanleg Pakanbaroe-
Pajacombo, lag ik met acht Indo-vrienden
onder één klamboe. In die tijd was het niet
meer mogelijk om aan sigaretten of tabak te
komen, waarom wij vaak de sliertjes van de
djagoeng in een djagoengblad rolden om maar
wat te kunnen dampen. Verfijnde shagrokers
als wij vroeger waren, smaakte zo'n djagoeng-
strootje natuurlijk niet, maar soedah, wat wil
je doen toch, als er niets anders is. Roken
mocht niet van de Jap en dus deden wij dat
stiekempjes onder de klamboe en dan spraken
wij meestal over vroeger, toen wij de weduwe
zo fijn konden rollen en roken. En altijd als
wij het over de lekkere weduwe hadden, deed
si Pè (één onzer klamboegenoten) zo nerveus
en onrustig. „Ach soedah", zei hij dan, „zwijg
toch over die weduwe, wacht maar straks als
wij weer vrij zijn". Totdat op 17 augustus
1945 in ons kamp het bericht kwam van de
capitulatie van Japan. Huilend en zingend
vlogen wij elkaar om de hals na het zingen van
het Wilhelmus. Wij kregen uit de voorraden
van de Japanse bewakers elk een pak sigaret
ten merk Kowa of Semangat om de bevrijding
te vieren. Eindelijk weer een echt sigaretje na
31/2 jaar gevangenschap en dus staken wij er
direct ééntje op. Pas, dat wij begonnen te
roken, riep Pè ons naar de barak, waar hij ons
vangen en daarna werd ik wakker. Apa mak-
soednja Oom?"
Ik zeg: wanneer je droomt, dat je een vis met
schubben hebt gevangen, dan betekent dat ban
jak redjeki. Gewoonlijk wijst dat op promotie,
bevordering, salarisverhoging of je krijgt veel
geld door een loterij. Omdat je twee grote
vissen hebt gevangen zal je ook 2 maal geld
ontvangen. Hoe dat precies in elkaar zit, weet
ik niet. Je hebt gedroomd tussen 4 en 6 uur in
de ochtend. Dat betekent: al gauw.
„Wah", zegt Semoet-Api, „als zo trakteren!"
„Natuurlijk, wanneer het uitkomt, zoals Oom
dat heeft uitgelegd, zal ik jou laten vrrreten!"
Later vertelde Gendoet mij. Niet lang na die
droom kwam de HBBL (Herziene Bezoldi
gingsregeling Burgelijke Landsdienaren) uit.
Aan de hand daarvan heeft hij voor zich zelf
al uitgekiend in welke nieuwe schaal hij zou
komen in verband met zijn diensttijd en rang
en tevens hoeveel verhoging hij met terugwer
kende kracht zou ontvangen. Hij kwam tot een
bedrag van 1000 pop!
Op een goeie dag ontving hij van het Hoofd
bureau een mandaat groot 500.Gendoet
blij, maar ook teleurgesteld. Waarom alleen
maar 500 pop? Hij heeft toch recht op
1000.—. Hij neemt de HBBL, papier en
potlood en gaat opnieuw rekenen. Wah, toch
goed deze; hij moet 1000.krijgen.
Hij naar het Hoofdbureau, Afdeling Finan
ciën en legt daar zijn zaak uit. De betrokken
ambtenaar neemt zijn Staat van dienst, HBBL
en gaat rekenen.
„O ja. Inderdaad. Ik heb me vergist. U heeft
recht op een restitutie van 1000.Ik zal
vandaag nog een tweede mandaat voor 500.
uitschrijven".
Zodoende Gendoet krijgt 2 x 500.— Bijna
loepoet die andere 500.maar gelukkig
was hij in zijn droom die tweede kakap nage
sprongen en had deze weer opgehaald. Natuur
lijk heeft hij niet vergeten Semoet-Api te
trakteren. Drie dagen lang op saté, goelé,
tjaptjay, bami, rawon, soto, enz. tot Si Semoet
hij lus niet meer. Soekoer! M.
op onze slaapbank plaats liet nemen. „En nou
stil jullie. Ik heb jullie altijd afgebekt als
jullie het over de weduwe hadden en dat
kwam, omdat ik niet in verleinding wilde
komen om de weduwe eruit te halen. Ik werd
dan onrustig en nerveus, omdat ik altijd dacht:
doen of niet doen. Gelukkig was ik altijd
sterker, omdat ik altijd dacht: Pè, wachten
Pè, straks wanneer de bevrijding komt, dan
pas de weduwe deruit en nu komt zij ook
deruit". Heel behoedzaam lichtte hij de plank
onder zijn ligplaats op en haalde toen een
karoengbroek uit de opening. In deze vieze
karoengbroek bleek een kleine rood-wit-blauwe
vlag gewikkeld en daarin bevond zich een
pakje zware shag van de Weduwe van Nelle
met een boekje clubpapier! Nou, jullie begrij
pen wel wat hierna gebeurde. De nog bran
dende Kowa en Semangat sigaretten nog pas
half opgerookt, werden door ons weggesmeten
om plaats te maken voor onze ouwe heerlijke
weduwe. En zolang wij dat pakje nog konden
roken, werd er geen Kowa of Semangat sigaret
door ons gerookt. Si Pè heeft dat pakje tabak
gedurende 3x/2 )aar a's een kostbare schat
overal meegenomen en zorgvuldig verstopt.
Desondanks bleef de kwaliteit nog goed en
werd op die bevrijdingsdag de weduwe ons
nog dierbaarder dan ooit.
P. VAN HOOYDONK
15