(id Su riname Zoals wij in ons vorig artikel reeds met een enkel woord aanduidden heeft de landbouw in Suriname met ernstige moeilijkheden te kampen gehad. Als gevolo hiervan gaf de produktie grote ups en downs te zien. Laat ons eens kort nagaan hoe de verschillende cultures zich in de loop der jaren hebben ontwikkeld. SUIKER De oudste culture in Suriname is de suiker. Toen het land in 1667 op de Engelsen werd veroverd, bestonden er al meer dan 40 „suiker werken", zoals de ondernemingen destijds werden genoemd. In die tijden werd, bij gebrek aan contant geld, suiker als wettig betaal middel aangenomen en wel tegen een vastge stelde courante waarde van 2 stuivers per pond. Bodem en klimaat zijn uiterst geschikt voor de suiker-culture. De opbrengst per opper vlakte-eenheid is behoorlijk en kan onder nor male omstandigheden worden geschat op 6 tot 7 ton suiker per H.A. Ernstige ziekten en plagen doen zich haast niet voor en de sereh ziekte, die in Indonesië zoveel schade kan veroorzaken, is in Suriname onbe kend. Wel kent men er de mosaic of gele strepen-ziekte en ook heeft men wel eens last van rietboorders, maar de veroorzaakte schade is zelden van ernstige aard. Gedurende geruime tijd bleef suiker de hoofd culture van Surinname. Het aantal onderne mingen, hoewel in het algemeen elk voor zich slechts klein van omvang, nam sterk toe. De afschaffing van de slavernij in 1863 deed een groot tekort aan arbeidskrachten ontstaan, als gevolg waarvan vele onderneminngen werden gesloten. Bij het begin van de laatste oorlog waren nog slechts twee ondernemingen overgebleven, namelijk Marienburg en Alliance. De jaarpro- duktie schommelde in die jaren tussen 10.000 en 15.000 ton suiker. De afzet van suiker heeft altijd grote moeilijkheden opgeleverd. Nederland, met een omvangrijke eigen produk tie bietsuiker kan als afzetgebied nauwelijks in aanmerking komen en de nabuurlanden van Suriname produceren in het algemeen zelf voldoende voor eigen consumptie. Het aan Suriname toegewezen suiker quotum is voor 1963 en 1964 2000 ton lager dan in I960 en 1961. Daarbij komt nog, dat ook de prijs lager zal liggen dan in genoemde jaren, omdat de vroeger door de Amerikaanse Rege ring betaalde premie voor de jaren 1962, 1963 en 1964 verminderd is met resp. 10, 20 en 30%. Deze verlaging van het quotum treft overigens niet alleen Suriname. Ook Brits Guyana moest een veer laten. Het voor 1962 toegewezen quotum bedroeg slechts 14.000 ton, hetgeen neerkwam op een vermindering van 16.000 ton ten opzichte van de jaren I960 en 1961. Afzetmoeilijkheden zijn dus een der hoofd oorzaken, waarom de suikerculture ondanks zo gunstige omstandigheden nooit een grote vlucht heeft genomen. Daarbij komt echter nog het tekort aan arbeidskrachten en last not least onvoldoende kapitaal. De ontwikkeling van het bedrijfsleven gaat overal ter wereld in de richting van het grootbedrijf en voor de kleine ondernemer wordt het steeds moeilij ker hiertegen te concurreren en des te moeilij ker wanneer hij door onvoldoende beschikking over kapitaal niet in staat is, zijn bedrijf aan de moderne eisen aan te passen. Uiteindelijk doet zich hier andermaal de ligging van Suri name buiten de normale scheepvaart routes gelden. Vrachten zijn dus hoog en de produktie is te gering om het charteren van schepen te rechtvaardigen. CACAO De cacao culture heeft zeer lang voor de veiligste en meest winstgevende gegolden en was voor Suriname van zeer groot belang. Begonnen als plantage culture werd het ver bouwen van cacao allengs door de kleinbou- wers, die ten dele zijn voortgekomen uit de in 1863 geëmancipeerde slaven, overgenomen. In die tijden bracht de cacao behoorlijke prijzen op en de bomen vereisen niet al te veel zorg. De cacao culture kreeg echter met zeer grote moeilijkheden te kampen door ziekten en plagen, zoals de krullotenziekte, de instervings- ziekte en thrips. Na de hevige droogte van de twintiger jaren ging de cacao culture bijna geheel ten onder. Van de grote plantages is weinig overgebleven en de locale behoefte wordt gedekt door de produktie van de kleine landbouw. Bij gunstige prijzen op de wereld markt behoeft cacao geenszins te worden opge geven, want klimaat en bodem zijn zeer ge schikt voor deze culture en de ziekten en plagen zijn met moderne bestrijdingsmiddelen op eenvoudige en weinig kostbare wijze te bestrijden. KOFFIE De vroeger zo gewilde Surinaamse koffie was een variëteit van de Coffea Arabica, maar reeds Koffieplnk in Suriname sedert het einde van de afgelopen eeuw is een nieuwe koffie culture opgekomen, die van Liberia, die op haar beurt tot grote bloei kwam. De tegenslagen in de cacaoculture deden de animo voor het verbouwen van Liberia- koffie verder opleven en omstreeks 1930 werd een hoogtepunt bereikt met een beplant areaal van rond 12.000 H.A. De zware Surinaamse kleigronden zijn uitstekend geschikt voor deze culture en de produktiviteit is alleszins be vredigend. Voor een goed onderhouden aan plant kan men rekenen op een rendement van 700 KG per HA. Behalve de zeefvatenziekte komen geen ernstige ziekten of plagen voor en de in Indonesië zo gevreesde koffiebessen boe- boek is in Suriname onbekend. In het algemeen zijn de koffie ondernemingen in Suriname van kleine omvang met als ge volg hoge overhead kosten; slechts een enkele onderneming bereikt het areaal van een middel matig grote koffieonderneming in Indonesië. De Surinaamse Liberia-koffie kenmerkt zich door een specifieke, soms onaangenaam aan doende en enigszins zure smaak. Hierdoor werd de afzet tot bepaalde markten beperkt; dit maakt de culture uiteraard economisch nog al kwetsbaar en de omvang wordt er door gelimiteerd.. BANANEN Toen de krullotenziekte grote verwoestingen begon aan te richten in de cacao aanplantingen ging men in Suriname omzien naar andere gewassen ter vervanging van de cacao als inkomstenbron. De gedachte ging toen uit naar de in Jamaica en Colombia met veel succes verbouwde bacove, zoals de pisang in Suri name wordt genoemd. Ook deze culture be leefde een periode van grote bloei, maar werd op haar beurt eveneens getroffen door ernstige ziekten en plagen. De gevreesde Panamaziekte deed zijn intrede en op de grootste onderne ming, de Gros Michel plantage, ging van het totaal beplante areaal van 3.000 H.A. niet minder dan 2000 H.A. verloren. Sindsdien heeft de bananen culture veel ups en downs gekend. Tot een grootbedrijf, zoals in Ecuador en Centraal Amerika, is het in Suriname echter nooit gekomen, hoewel uitge breide proefnemingen zijn gedaan met andere sterkere variëteiten van de banaan, zoals bijv. het Congo type. De Surinaamse bodem en klimaat zijn echter eveneens voor de bananen culture uiterst ge schikt en dat men er nog steeds niet aan wanhoopt, in deze richting een rendabel bedrijf te kunnen opzetten, blijkt wel uit het feit, dat kort geleden wederom een nieuwe maatschap pij werd opgericht onder de naam SURBACO (N.V. Nederlands-Surinaamse Bananen Maat schappij), gevestigd te Paramaribo, waarin o.a. deelnemen de N.V. Cultuur Maatschappij Tlo- gosari, gevestigd te Amsterdam, de heer Jan Hoboken, gevestigd te Rotterdam, de Konin klijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij, gevestigd te Amsterdam en de Stichting voor de Ontwikkeling van de Machinale Landbouw, gevestigd te 's-Gravenhage. CITRUS In Suriname groeit van alles: sinaasappelen, mandarijnen, grapefruit. De sinaasappel is het belangrijkst. In de laatste tijd ziet men op de Nederlandse markt steeds meer Surinaamse sinaasappelen en grapefruit verschijnen. Ook hier zijn natuurlijk afzetmogelijkheden en prij zen van doorslaggevend belang. Bij lage prij zen ziet men vaak vol afschuw, dat het fruit aan de bomen verrot of dat de Surinamerivier vol weggegooid fruit ligt. Gelukkig is thans een fabriek opgericht (en reeds in bedrijf) voor het inblikken van fruitsappen, waardoor de culture wat minder afhankelijk is geworden van de regelmatig terugkerende prijsschomme- lingen. Overigens is de afzet niet uitsluitend gericht op Europa. Ook Curasao en Barbados behoren (Lees terder pag. 1) 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 6