(III) Ervaringen van een Indisch spoorweg ingenieur uit het begin van deze eeuw JE LAH JE KRIPOET li—— I 'lili— —mi Van veel groter belang echter was de omzetting van de afdeling spoor- en tram wegen van het Departement B.O.W. in een „Dienst der Staatsspoor-tramwegen", die wel deel uitmaakte van het Departement, maar waarvan de dagelijkse leiding, met grote bevoegdheden toegerust, in handen was van het „Hoofd" van die Dienst. Dit is voor de ontwikkeling van het SS-bedrijf van beslissende betekenis geweest en heeft een voortvarend en krachtig beheer mogelijk ge maakt. Een klein onderdeel van de in dit ver band getroffen maatregelen was de bouw van een directierijtuig, dat, behalve een comparti ment met enkele zitplaatsen, een keukentje en nog een „vertrekje", een groot balcon had, dat diende om, rijdende, de baanemplacemen- ten en de omgeving goed te kunnen waarnemen en dat plaats bood aan een achttal personen, zodat, behalve de heer van Stipriaan en ik, ook nog enige daarbij betrokken hoofdambte naren de inspectiereizen konden meemaken en aan de plaatselijk gevoerde beraadslagingen konden deelnemen. Een aantal ingrijpende maatregelen zijn even eens tekenend voor het in die periode gevoerde beleid. In de eerste plaats was dit de overname van de lï;n Batavia-Buitenzorg van de Neder- landsch-Indische Spoorwegmaatschappij, de maatschappij met zetel te Semarang, die reeds vroegtijdig de belangrijke spoorwegverbinding van Semarang met de Vorstenlanden via Soera- karta en Djokjakarta met z.g. breed-spoor (breder dus dan de vrij smalle spoorwijdte van 1,067 m. van de Staatsspoorwegen, die voor de berglijnen zoveel gunstiger was) ex ploiteerde en daaraan later de tramlijnen Goendih - Soerabaja en Djokja - Magelang - Ambarawa - Kedoengdjati (halte van de hoofd lijn Semarang-Djokja) toevoegde. Een enkele blik op de kaart doet zien dat de exploitatie door de te Semarang gevestigde N.I.S. van de lijn Batavia-Buitenzorg, aange legd in de tijd dat er nog geen Preangerlijn was, onnatuurlijk en oneconomisch was gewor den sinds de dienst der SS te Weltevreden (bovenstad van Batavia) gevestigd was. De concessievoorwaarden voorzagen in de moge lijkheid tot naasting en eind 1909 werd dan ook een daartoe strekkend wetsvoorstel aan hangig gemaakt. Ik was toen met Europees verlof in Nederland en verstoutte me een brochure uit te geven (voor eigen rekening) waarin aanneming van dit voorstel werd be pleit. Tot mijn verbazing en spijt was het kamerlid de heer Bos, voor wie ik veel res pect had, verstoord over deze inmenging in de parlementaire gang van zaken door een daartoe niet gemandateerd ambtenaar. Ook nu nog ben ik echter van mening, dat ik de in ons land gelukkig nog bestaande vrijheid van het woord niet heb misbruikt en ook ambtelijk niets heb overtreden of misdaan. Een tweede der in het vorenstaande bedoelde ingrijpende maatregelen was de naasting van de Babad-Djombang tramweg, evenals de over name van de lijn Batavia-Buitenzorg, erop gericht om zoveel mogelijk eenheid in de ex ploitatie van de spoor- en tramwegen te bren gen en de economie van het geheel te bevorde ren. Behalve door deze aanvullingen van het net der Staatsspoor- en tramwegen op Java met genoemde particuliere lijnen werd dit net uit gebreid door de aanleg van enkele nieuwe lij nen. De belangrijkste daarvan was een lijn van Tjikampek naar Cheribon en vandaar naar Kroja, een halte van de bestaande Preanger lijn tussen Maos en Gombong. Deze lijn ver kortte niet alleen in belangrijke mate de lengte van de hoofdlijn Batavia-Soerabaja, maar ver kortte daarbij ook beduidend het gedeelte, dat als berglijn te beschouwen was en dat niet al leen door snelheidsbeperking tijdrovend, maar ook kostbaar in onderhoud en exploitatie was. Van grote betekenis was ook de aanleg van de Bantamlijn, die vanuit Batavia via Rangkas- bitoeng naar de ook uit onze literatuur be kende, gewestelijke hoofdplaats Serang voerde en vandaar naar het aan Straat Soenda gele gen Anjer (Java's 4e punt), destijds geteisterd door de vloedgolf, die door de Krakatau-uit- barsting veroorzaakt werd. De betekenis van deze lijn is niet slechts van lokale aard, maar ligt zeker niet minder in haar functie van schakel in de verbinding met Sumatra. Van Anjer uit werd n.l. een veer dienst tot stand gebracht over Straat Soenda, naar de zuidpunt van Sumatra, waar aansluiting werd verkregen op het in wording zijnde Su- matra-spoorwegnet. Dit net was van grote betekenis voor de openlegging van het bin nenland der Lampongse Districten (zuidelijkst gedeelte van Zuid-Sumatra), maar vooral ook voor de over-land-verbinding met het achter land van Palembang, waar de streken aan de bovenloop van de Komering en de Ogan met de belangrijke plaatsen Martapoera en Batoe- radja groot belang bij deze railverbinding heb ben. Dat de betekenis van deze spoorwegver binding van de Lampongs naar Palembang groot is, werd geaccentueerd door de komst van de Gouverneur-Generaal Idenburg, die bij de gereedkomst van de verbinding Telok- Betong (Lanmpongs) met Batoeradja (aan de bovenloop van de Ogan, een der grote zijri vieren van de Moesi, die dicht bij Palembang daarin uitmondt) een daaraan gewijde samen komst met zijn tegenwoordigheid vereerde en daarbij een zijner indrukwekkende toespraken hield. Intussen was aan deze verbinding voor afgegaan de gereedkomst van een spoorlijn, die Palembang met Moeara Enim verbindt, een plaatsje dat destijds zijn belang in hoofdzaak ontleende aan het feit, dat daar het Palem- bangse laagland eindigt en de uitlopers begin nen van het Barisan-gebergte (de bergketen, die over grote lengte de westelijke kustvlakte van Sumatra scheidt van het oostelijke, vlakke gedeelte). Deze overgang bracht in de meeste gevallen verandering van transportmiddel mee, daar Moeara Enim te water bereikbaar is via de Moesi en een van haar zijrivieren de Lema- tang, maar ook over land via een goede, praktisch geheel vlakke, rijweg*). In de spoorweg-historie, die ons bezig houdt, heeft Moeara Enim bovendien een rol van enige betekenis vervuld, doordat het niet al leen eindpunt was van de spoorlijn van Palembang daarheen, maar bovendien van een autodienst naar Benkoelen aan de Westkust, via Lahat en Tebing Tinggi. De dienst der Staatsspoor- en tramwegen nam hier een proef met White-stoom-automobielen, die echter op de duur geen gunstige resultaten opleverdèn en na enkele proefjaren door Vanaf deze plaats willen we alle inzenders van moppen heel har telijk bedanken. Het is voor ons erg prettig dat U allen de moeite hebt willen nemen ze voor ons op te schrijven. Niet boos zijn ja, dat we U niet een persoonlijk briefje schrijven, maar dan zou er geen tijd meer over schieten voor andere dingen die ook perloe gedaan moeten worden. Dus nogmaals: Heel, heel harte lijk bedankt, en mocht U nog eens iets te binnen schieten, gauw opschrijven voor Tong-Tong. REDACTIE RADIOPROGRAMMA RADIO SINAR SANG SURYA via de zender van Radio Veronica, 192 meter. Iedere donderdagavond van 20.00 tot 21.00 uur. Programma donderdag 17 oktober 1963 20.00 Pembukaan Opening. 20.02 Artis Minggu ini De artist van de week. Deze keer een kennismaking met het zangeresje TINA (o.a. een bezoek aan haar huis te Haarlem). 20.20 GELOMBANG GEMBIRA De Vro lijke Golf. Een Indonesisch-Nederlands cabaretpro gramma met medewerking van: Bing Slamet, Suhandi, Ben Snijders, Effendi en Abdul Hanan. Tekst en regie: Su handi. 20.40 Mana Suka Platen op verzoek. 21.00 Penutup -Sluiting. Programma donderdag 24 oktober 1963: 20.00 Pembukaan Opening. 20.02 Indien het lukt: Reportage van de Pasar Malam Uit en Thuis die begin oktober in de Haagse Dierentuin werd gehou den. In het andere geval: DE ARTIST VAN DE WEEK. Kennismaking met de Indonesische violist Idris Sardi. 20.20 Mana Suka Platen op verzoek. 20.50 Vrolijke muziek (of e.v. vervolg repor tage pasar malam). 21.00 Sluiting Penutup. Het adres van Radio SSS luidt: Radio Veronica - afd. Radio Sinar Sang Surya, Postbus 218, Hilversum. Dit is ook het adres voor verzoekjes, sugges- tie's, luisterraporten en verdere corresponden tie ove het programma. Selamat mendengar... benzine-auto-diensten vervangen werden. In tussen had zich het verkeer Palembang- Moe ara Emm, mede door de toenemende betekenis der Boekit-Asem-mijnen, snel ontwikkeld en werd de behoefte aan betere locale organisatie sterk aangevoeld. Dit leidde ertoe de exploi tatie van lijnen en autodiensten in dit gebied een grote zelfstandigheid te verlenen, die aan de doelmatige verzorging der hier aanwezige verkeersbelangen zeer ten goede kwam. Steun punt van deze organisatie was een eigen ba- lans- en winst- en verliesrekening, die ertoe bijdroeg de plaatselijke leiding de voldoening te schenken, die hun op grond van hun inzicht en toewijding toekwam. (Wordt vervolgd De betekenis van Moeara Enim is in later jaren nog belangrijk toegenomen omdat op korte afstand ten Z. het kolen-voorkomen bij Boekit Asem werd gevonden en tot exploitatie daarvan u erd overgegaan. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1963 | | pagina 16