I
Buang sadja dalam pitjiku - Gooi het maar in m'n pet
I
K.W. Ill EINDEXAMEN APSCEIEIDSDAG 1928. Een groepsfoto in die tijd betekende: statig, gefixeerd kijken. Een glimlachje kan er
ternauwernood af. Of zei de fotograaf: hoe kijk je als je aan het komende eindexamen denktSombere, nadenkende snuiten. Toch was het toen
nog een onbekommerde tijd. De Grote Crisis moest nog komen. Afscheid van het onbezorgde H.B.S. leven. De K.W111-ers in „gekke" kleren,
als kleinejongens en meisjes, de CASkippen in een eenheidstenue gestoken, als om haar groepsverband te demonstreren. Artsen, tandartsen,
apothekers, biologen, ingenieurs, juristen zijn er uit gegroeid. Maar ook handelslui en huisvrouwen sadjaMoeders en vaders van kinderen, nu
Oma en Opa. Over de hele wereld verspreid zijn ze: links boven zit in Australië, rechtsbeneden was minister in Indonesië; in Amerika, Nederland
en wie weet welke andere landen zitten ze. En velen zijn ons reeds ontvallen. „Kriek" Weiter gefusilleerd, Ir. Ab de Quant, Mientje de fongh,
Dr. Kornet, ze zijn gestorven. Maar Scherer leidde in '61 het K.W. III cabaretgroepje, en Van Dinter, zingt die nogEn zijn ze nu
allemaal abonnee van Tong-Tong? We zien er in elk geval zeker minstens een tiental tussen. Maar de rest, waar blijft die? Ach, dat is zo
lang geleden.... ik heb geen tijd.... wat heb je aan die herinneringen.... Maar hoe staat het met het groepsverband?
Op deze foto herkennen wij: „Vosje" Fransz, Greet de Lange, Hanna Boot, Anneke van Temmen, Hilda van Oordt, Willy Bollee, Benny
van Garderen, Ab de Quant, Kees Boeke, Engers, Theo Scherer, Van Dinter, Adil Poeradiredja, Nel. Cohen Stuart, Wies van Maarseveen, Annie
Bitter, Mientje de fongh, Dee de Quant, Tineke van Dijk, Lia van Peer, Noes Stoltz, fetty van Helsdingen, Beto Elia, Mientje Maas, Dodo
Smit, Truus Arniand, Han van de Berg, Sastradjat mika, Olivier Koop, Adriaan Lewis, Kriek Weiter. Wie zijn de anderen?
In het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea
hebben we heel wat afgelachen met het vaak
verkeerde gebruik van de Indonesische taal.
Toen ik kersvers uit Indonesië in Nieuw-Gui-
nea aankwam, om daar radio voor de Papoea's
te gaan doen, stond ik wel eens met de oren te
klapperen over het fraaie gebruik van het
Maleis door Nederlandse ambtenaren die het
Maleis gramaticaal volkomen beheersten, maar
die tocb negen van de tien keer complete
waanzin stonden uit te slaan.
Toen één van de eerste Maleise uitzendingen
(we mochten niet spreken van Indonesische
uitzendingen) die nogal moeilijk in elkaar zat,
met veel moeite goed was verlopen, zei mijn
toenmalige Nederlandse baas tegen de Papoea-
omroeper: „Adoeh inilah seboengkoes dari
hatikoe" (dat is een pak van mijn hart). De
Papoea-omroeper en technicus begrepen er geen
snars van en lachten maar wat, waarop de baas
kregelig uitriep: „Djangan tertawa saja keluar
(je mag me niet uitlachen, moet natuurlijk zijn:
Djangan menertawi saja). Dit verhoogde de
hilariteit in niet geringe mate.
In de ochtenduren waren alle zenders toen nog
nodig voor een Nederlands programma. Om
het politiek een beetje in evenwicht te houden,
kregen de Nederlandse omroepers de opdracht
om de tijdmeldingen naast het Nederlands ook
in het Maleis te geven. Er hing een heel lijstje
van dergelijkt tijdmeldingen kant en klaar in
de omroepcel, die dan in stokstijf totok-Maleis
werden gedebiteerd zonder dat de omroeper
kennelijk ook maar enig begrip had van wat
er nu eigenlijk bedoeld werd. Op een gegeven
ogenblik was het lijstje door één van mijn
collega's van het Maleise programma aange
vuld met de volgende zin: Luisteraars, wij
werpen nu een blik op de klok saudara
pedengar, kami melemparkan kini sebuah
kalèng diatas (hetgeen letterlijk een blik op
een klok gooien betekent). De luisteraars wa
ren dan ook stomverbaasd toen de Nederlandse
omroepers plotseling regelmatig de klok in
diggelen dreigden te gooien.
Een andere Papoea-collega, wiens zuster bij
één van de Nederlandse omroepers in dienst
was als baboe, werd te hulp geroepen omdat
mevrouw niet met de baboe kon praten. Daar
om werden er allemaal regelmatig voorkomende
zinnetjes keurig uitgetypt op een lijstje aan de
muur gehangen.
Bijvoorbeeld: Baboe, na het strijken, de strijk
plank opbergen in de keukenkast Baboe,
setelah strikanja, papanstrika diatas goenoeng
goenoeng dalam lemari dapoer. Toen mevrouw
deze zin struikelend voorlas, was baboe hoogst
verbaasd, maar de strijkplank kwam niet in de
keukenkast (ook niet op de bergen trouwens).
Het meeste plezier hadden we wel van de
nieuwsberichten. Die werden te Hollandia
samengesteld en vertaald in het Maleis. Dit
gebeurde door Nederlandse vertalers, die
erg graag veel franje aan de woorden maakten.
Dat daardoor een woord soms helemaal van
betekenis veranderde, wisten die heren echter
niet. Zelf veranderde ik die fouten wel, maar
mijn Papoea-collega's huldigden de opvatting
dat ze er niet waren om de fouten van de
blanda's te verbeteren en ze lepelden dan ook
rustig met monotone beroepsstem de grootst
mogelijke nonsens op, zonder ook maar even
uit het evenwicht te geraken, hoewel de tech
nicus gillend van plezier in de controlekamer
lag.
Zo kregen de verbaasde luisteraars te horen
dat Pater X pada esok hari akan berangkat
kekota Merauke, dimana beliau akan mening-
gal selama tiga boelan (Pater X morgen naar
Merauke zal gaan waar hij drie maanden zal
doodgaan. Bedoeld was tinggal verblijven,
maar dat bleek de nieuws-samenstellers zo
kaal).
Nog mooier was het toen uit het nieuws bleek
dat een aantal leden van de Nieuw-Guinea-
Raad zou worden gestoken. Er stond in het
nieuws:... anggota'2 itoe akan ditoesoek (toe
soek had moeten zijn; Toendjoek aanwijzen
of benoemen).
Het mooiste bericht was echter dat waarin
werd aangekondigd dat een aantal: „...Kepala
kepala besar dari Hollandia akan tidjoe kea-
daan di Sorong mengitarkan".
Bedoeld was dat een aantal hoge heren de
toestand in Sorong en omgeving zouden gaan
beschouwen. De luisteraars hoorden echter:...
een aantal opscheppers uit Hollandia zullen
boksen, de toestand in Sorong laten draaien".
(Het had moeten zijn: Kepala kepala tinggi
dari Hollandia akan minindjaui keadaannja
di Sorong dan sekitarnja. Kepala besar is
meestal opschepper, in Nieuw-Guinea bete
kende het ook vaak: Grote bek).
Ja,, memang waktoe itoe kami sering ketawa
boesoek dirihja -we hebben ons in die tijd
vaak rot gelachen.... maar die Maleise vertaling
moet U dan maar niet gebruiken, die is een
sedikitje aneh... SUHANDI