Ervaringen van een Indisch spoorweg
ingenieur uit het begin van deze eeuw
(Slot)
Een ander voorzitterschap, dat mij ook voldoening gaf was dat van het Bestuur
der Bandoengse Sterrewacht. Deze instelling was tot stand gekomen, doordat de
initiatiefnemer, de destijds zeer bekende en algemeen gewaardeerde K. A. R.
Bosscha belangrijke middelen daarvoor beschikbaar stelde. Bosscha was eigenaar
en beheerder van een grote plantage op de hoogvlakte van Pengalengan, wat hoger
gelegen dan de Gouvernements kinaplantage, waaraan ze grensde. Hij was
ongehuwd, gefortuneerd en mild, met grote belangstelling voor maatschappelijke
instellingen, waarvan er meerdere veel aan hem te danken hebben.
Een bezoek aan zijn prachtig gelegen landhuis
stond bijna steeds op het programma van
belangrijke personen, die een reis over Java
maakten. Dit was eveneens het geval toen
generaal Snijders naar Indië kwam om te
overleggen over de samenwerking tussen de
K.L.M. en haar zusterluchtvaartmaatschappij
de K.N.I.L.M. (Koninklijke Nederlandsch-
Indische Luchtvaart Maatschappij). Mijn vrouw
en ik hadden toen het voorrecht de generaal en
zijn adjudant te mogen huisvesten. Met hem
samen brachten wij toen ook het bezoek aan
Malabar, waarvan ik zojuist melding maakte.
Tot hiertoe kon ik met opgewektheid mijn
herinneringen vastleggen en daarbij met mijn
gevoelens van dankbaarheid melding maken
van vele mogelijkheden tot nuttige werkzaam
heid, die mij geboden werden.
Ik zou mij echter aan onvolledigheid en aan
het geven van een te gunstig beeld van mijn
Indische loopbaan schuldig maken, als ik niet
ook, zij 't zo beknopt mogelijk, melding zou
maken, van een verkeerde stap, die ik deed.
Er waren tijdens de eerste wereldoorlog in
Europa en daarbij ook in Nederland door de
belemmeringen in de scheepvaart grote tekor
ten aan oliën en vetten ontstaan, doordat de
grondstoffen, die hoafdzakelijk uit tropische
landen, waaronder Indië, moesten worden
aangeveoerd, niet verscheept konden worden.
Dit deed in enige kringen in Elolland na de
oorlog de gedachte opkomen het produceren
der olie in Indië te doen geschieden, zodat al
leen de eindprodukten en niet de afval ver
scheept konden worden.
Onder de naam „Oliefabrieken Insulinde"
werd een zeer kapitaalkrachtige vennootschap
opgericht met het doel om in verschillende
centra van klappercultuur oliefabrieken te
stichten en die met eigen tankschepen naar
Nederland te vervoeren. Deze vennootschap
zocht uiteraard in Indië iemand, die zij in
staat achtte deze grootse opzet te verwezenlij
ken en deed mij een materieel zo verleidelijk
aanbod, dat ik mij daartoe liet overhalen.
Een zeer ernstig risico school echter destijds
in zulk een onderneming, een risico dat ik
helaas niet tijdig onderkende. Het vloeide
voort uit de grote tijd, die er verloopt tussen
inkoop grondstoffen en verkoop eindprodukt.
Juist in overgangsperioden, zoals die toen
heersten, waren de marktprijzen, zowel voor
grondstoffen als einprodukten zeer onstabiel
en de risico's waren dit evenzeer. Hoewel
een der fabrieken ingericht was voor de ver
werking van andere oliehoudende grond
stoffen dan klappers en een zeepfabriek daar
aan was toegevoegd, was de vennootschap als
geheel niet bestand tegen de toenemende risi
co's, zodat ook ik in deze periode op zeer on
gunstige wijze moest afsluiten.
Gelukkig ondervond ik toen, dat een goede re
putatie op een terrein dat iemand ligt, niet
verloren behoeft te gaan als hij, op geheel
Van een abonnee ontvingen we de vol
gende reactie die we graag plaatsen.
De heer Buyze waarover in dit stuk
gesproken werd, was inderdaad in die
jaren inspecteur bij de S.S., nadat hij in
Nederland adjunct inspecteur was ge
weest bij de Holl. IJzeren Stoomtram
Mij. afgekort H.IJ,S.M. Voordien was
hij officier bij het KNIL, maar moest
wegens zware malaria naar Holland.
In november van het jaar 1962
vierden de heer en mevrouw Buyze hun
65 -jarig huwelijksfeest onder zeer goede
omstandigheden; gezond en wel.
ander terrein op onoverwinbare moeilijkheden
stuit. De Directeur van Gouvernementsbedrij-
ven was de eerste, die mij de helpende hand
toestak door mij te verzoeken om het voor
zitterschap op mij te nemen van de z.g.
„Semarangse Spoorwegcommissie", een com
missie, die de moeilijke taak had een doelmati
ge oplossing te ontwerpen voor de vraagstuk
ken, die verband hielden met het feit, dat te
Semarang drie geheel van elkaar onafhankelijke
spoor- en tramwegondernemingen samen kwa
men n.l. naar het westen gericht de Semarang-
Cheribon Tramweg Mij. naar het zuiden verlo
pend de Ned. Indische Spoorweg Mij. en
met haar verkeersgebied oostelijk van Sema
rang, de SemarangJoana Tramweg Mij.
Bovendien moest er voor worden gezorgd,
dat ook voor het stadsverkeer een doelmatige
oplossing zou ontstaan. De minister van
Koloniën had reeds een Nederlands ingenieur
gepolst of hij zich voor deze taak beschik
baar kon stellen, wat het geval niet bleek te
zijn.
Het was voor mij een grote voldoening, dat
de directeur van Gouvernementsbedrijven te
kennen gaf tegen de uitzending van een
ingenieur zonder enige kennis van Indische
toestanden overwegend bezwaar te hebben en
uitzending van een Nederlandse ingenieur,
onbekend met Indische toestanden, afwees.
Voor mij was het een ware vreugde om weer
op een terrein werkzaam te zijn, waar ik mij
geheel thuis gevoelde en waar ik dan ook
resultaten bereikte, die bevredigend konden
worden genoemd.
Nog voordat mijn eindrapport gereed was,
nam mijn werkzaamheid een geheel andere
richting, doordat de Gouverneur-Generaal mij
bij zich ontbood en mij mededeelde, dat hij
mij met een andere taak wilde belasten, n.l.
het brengen van zodanige orde in de bezoldi
gingsregelingen der Gouvernementsambtenaren,
dat niet telkens uit een aanvaard voorstel tot
verbetering der salarissen van een groep
ambtenaren onverwachte consequenties konden
ontstaan. Een soortgelijke opdracht ontving
overste Treu met betrekking tot de militaire
bezoldigingen, hetgeen leidde tot een bijzonder
vruchtbare samenwerking met daaraan even
redige resultaten. Bij het projecteren der grond
slagen voor de salarisschalen moest rekening
worden gehouden met de uiteenlopende be
hoeften van drie groepen landsdienaren, t.w.
zij die behoren tot de aan het land eigene
bewoners, de inlanders dus; zij die wel in
Indië geboren en getogen zijn, maar van meer
of minder Europesen bloede en de Europeanen,
die naar Indië zijn gegaan om daar een loop
baan te vervullen om daarna als regel, naar
het vaderland terug te keren, hetzij gepen
sioneerd als zij in gouvernementsdienst of
bij een grote maatschappij werkzaam waren,
dan wel als vermogend man, als het fortuin
hun gunstig was geweest.
Het kiezen van dit uitgangspunt was van zo
grote principiële betekenis en van zo ingrij
pende invloed over het gehele door de Com
missie te verrichten werk, dat het nodig werd
geacht zich te verzekeren van de instemming
daarmede van de G.G. en van de Minister van
Koloniën. De G.G. stemde met de grondslagen
in en achtte ook raadpleging van de Minister
noodzakelijk, terwijl mondelinge toelichting
voor laatstgenoemde onvermijdelijk werd ge
acht. Een dienstreis naar Holland vloeide
daaruit voort, die gelukkig tot volledige over
eenstemming leidde.
Nadat aldus de zekerheid was verkregen,
dat een op deze grondslagen opgebouwde
salarisregeling niet op principiële tegenstand
zou stuiten, moesten op deze basis voor alle
ambtelijke functies salarisschalen worden ont
worpen, die stuk voor stuk van een toelichting
moesten worden voorzien, opdat de bij die
schalen betrokkenen een goed inzicht konden
krijgen in hetgeen de nieuwe regeling hun
zou brengen en in de gronden waarop hun
indeling in een bepaalde schaal berustte.
Het werd noodzakelijk geacht aan deze in
grijpende wijziging in de financiële vooruit
zichten der ambtenaren een grondiger en alge
mener overleg vooraf te laten gaan, dan bij
minder ingrijpende en minder omvangrijke
correcties noodzakelijk en mogelijk is. Daarom
werden in West-, en Oost-Java vergaderingen
belegd, niet slechts met besturen der ambte
naren-verenigingen, maar toegankelijk voor
ieder ambtenaar. Stenografische verslagen wer
den door de secretaresse onzer Commissie
van deze vergaderingen gemaakt, die later als
bijlagen werden opgenomen in het verslag dat
de Commissie aan de G.G. uitbracht en dat
tevens pensioenvoorstellen bevatte, passende
bij de positie der ambtenaren, zoals die na
aanvaarding der salarisvoorstellen zou wor
den.
Het was een grote voldoening voor de com
missies, dat zowel het militaire, als het
burgelijk gedeelte ongewijzigd door de Rege
ring werden aanvaard en dat de voorzitters
der Commissies werden aangewezen als Rege
ringsgedelegeerden voor de behandeling der
voorstellen in de Volksraad.
Zowel aan het beleid van de voorzitter van
dit College, als aan het goede begrip der
leden was het te danken, dat de voorstellen,
die een samenhangend geheel vormden, ook
als zodanig zonder enige wijziging werden
aanvaard. Een permanent orgaan werd tevens
in het leven geroepen om te zorgen, dat het
gehele samenstel van de regelingen betreffende
de positie der ambtenaren aan de groeiende
maatschappelijke omstandigheden bleef aange
past.
Dit was het voldoening gevend slot van mijn
werkzaamheid in Indië. Een dag later vertrok
de boot, die mij rijk beladen met, merendeels
mooie, herinneringen naar het moederland
terugbracht.
DR. IR. M. H. DAMME
10