Paatje Versteegh
Generaal-majoor b.d. Jacobus Rudolph Lambertus Jans "f"
Gen. tit. KNIL b.d.
ROELOF TEN SELDAM f
Geb. te Soerabaja 30 nov. 1874, over/, fe Venlo 8 dec. 1963
Wij lazen in het „Dagblad voor Limburg", van 9 dec. 1963, dat op 8 december j.l. in het
bejaardentehuis De Beerendonck te Venlo in de nacht van vrijdag op zaterdag geheel
onverwacht overleden is de reserve-generaal-majoor b.d. Jans, een week nadat hij bij
gelegenheid van zijn 89ste verjaardag door familie, vrienden en bekenden was gehuldigd.
Met generaal Jans is een markante persoonlijkheid heengegaan, die bijna dertig jaren in
het vooroorlogse garnizoen Venlo heeft doorgebracht.
Geb. 1871 overt. 6 januari 1964
Op 92-jarige leeftijd is op o jan. 1964 over
leden luitenant-generaal titulair KNIL b.d.
Roelof ten Seldam, Ridder der Militaire
Willemsorde 4e klasse.
Van 1892 tot 1923 verrichtte de heer R. ten
Seldam zijn diensten als militair in het voor
malige Nederlands-lndië, achtereenvolgens
in Padang, Atjeh, Celebes, Magelang en bij
de Generale staf te Batavia. Zijn hoge
onderscheiding verwierf hij in 1906 bij een
marechaussee-compagnie bij de acties op
Celebes, waar hij commandant was van
bedoelde compagnie. Na een carrière van
31 jaar bij het KNIL werd de heer Ten
Seldam in 1923 gepensioneerd in de titu
laire rang van luitenant-generaal. Wij heb
ben hem persoonlijk gekend in 1922 als
commandant van het vliegveld Kalidjati, een
hoogstaand en intègre officier. Moge hij in
vrede rustenl
Hij werd op 30 november 1874 in Soerabaja
geboren en kwam op 16-jarige leeftijd op
de militaire academie te Breda. In 1899
werd hij als tweede luitenant in Nederlands
Indië gedetacheerd waar hij in de jaren
1902 en 1903 deelnam aan de krijgsverrich
tingen in Atjeh en waar zijn staat van dienst
gehonoreerd werd met het ereteken Atjeh
1901-1903 met de gesp. In 1904 keerde hij
naar Nederland terug, waar hij bij het
tweede regiment infanterie de subalterne
officiersrangen doorliep. Als luitenant-kolo
nel en commandant van het achtste regiment
infanterie werd hij in augustus 1927 naar
Arnhem overgeplaatst, maar korte tijd later
keerde hij naar Venlo terug om het com
mando over het 17 regiment infanterie op
zich te nemen.
„Steeg" is dood. Hij is, 81 jaar oud, heen
gegaan, na een vaak moeilijk leven. Wat
hem zal doen voortleven in de herinnering
van vele vrienden uit het oude Batavia zijn
niet grote daden of bijzondere prestaties.
Maar wel zijn zeldzame kwaliteiten als
mens. Hij was geen man van groot allure,
maar reeds de manier, waarop hij in de
crisisjaren allerelei tegenslag opving stem
pelde hem tot een figuur, waarvoor men
slechts respect kon hebben. Als sports
man de meest sportieve en ridderlijke fi
guur die men zich kan voorstellen. Een
speler, die in méér dan een tak van sport
uitblonk, ook al door een prachtig fysiek,
maar die zich vooral onderscheidde door
een natuurlijke waardigheid, door goede
kameraadschap, door een hoffelijke manier
Per 1 mei 1930 werd overste Jans tot kolo
nel bevorderd en tot commandant van de
vijfde infanteriebrigade te Venlo. Op 1 mei
1932 verliet hij de dienst met pensioen,
maar hij bleef nog zes jaar commandant
van het vrijwillige landstormkorps Limburgse
Jagers.
Daarna werd hem de rang reserve-generaal
b.d. verleend. Hij werd onderscheiden als
officier in de orde van Oranje Nassau.
Wegens zijn diensten tijdens de bezetting
aan de vaderlandse zaak bewezen werd
generaal Jans in 1947 onderscheiden met
een der hoogste verzetsonderscheidingen,
de bronzen Leeuw. In 1964 erkenden de
Verenigde Staten zijn werk in het verzet
door hem de Medal of Freedom met de
zilveren palmtak toe te kennen.
van optreden, zonder een zweem van de
arrogantie als men zo vaak bij uitblinkende
sportbeoefenaars aantreft. Steeg bleef al
tijd zichzelf gelijk. Ik ontmoette hem vaak
op de Bataviase Sportclub, en ofschoon hij
klassen beter speelde dan ik, was hij toch,
als andere afspraken hem dat niet beletten,
vaak bereid om een balletje te slaan"
met mij. Hij bleek bij die gelegenheden dan
tevens een uitstekend paedagoog, al drong
hij zijn adviezen nooit op. Hij bezat een
natuurlijke tact en een vermogen met men
sen om te gaan, dat gevoegd bij zijn
superieure spelbeheersing en zijn sportivi
teit elke ontmoeting met hem tot een feest
maakte. Ik denk aan deze, overigens toch
zo vluchtige ontmoetingen terug met res
pect, met genegenheid en met dankbaarheid.
Dankbaarheid dan vooral ook, omdat ik in
Steeg een man vond van grote gaafheid,
van onverwoestbaar goed humeur, een
sportman van zeldzame stijl. J. H. R.
Onder zeer grote belangstelling, vooral van
de zijde van de oud-voetballers van Batavia,
had intussen op woensdag 8 dezer op de
begraafplaats Nieuw Eikenduynen de ter
aardebestelling van Paatje plaats.
Als eerste spreker trad op een oud club
genoot van de overledene, Nico de Graaf,
die namens alle B.V.C.-ers in en buiten
Nederland sprak en o.m. memoreerde, dat
Paatje één van de oprichters van de Club,
steeds tot één van de meest vooraanstaande
en harde werkers had behoord.
Hierna voerde de voorzitter van de
C.O.O.V.I., Piet van Hooydonk, het woord,
die o.a. zei, dat Ernst Versteegh als voet
baller van groot formaat reeds in 1914 deel
uitmaakte van het bondselftal van Batavia.
Met Ernst is een goed mens, een bijzonder
populair voetbalfiguur heengegaan! RED.
Spelers waarop B.V.C. destijds met recht trots op was!
Staande: Jut r. Breton de Neijs Corten bach Ehrlicher Clarke.
Op de stoelen: Van Leuven Kamperdijk Jackson Jut Jr.
Beneden: Ons aller Paatje Versteegh v. d. Graaff.
4