Amsterdam-New York Luxembourg-New York t tocA,,. Boetonnees opgeslokt door een grote vis in 1892 Voordelige bezoekreizen naar de familie in Amerika en/of Canada. ICELANDIC AIRLINES de maatschappij met de laagste tarieven Laagseizoentarieven geldig gedurende: 29 Sept. t/m 16 Juli naar AMERIKA 4 Aug. t/m 21 Mei van AMERIKA wordt U bij LOFTLEIDIR op handen Voor wie het allervoordeligst maar toch comfortabel wil reizen, is LOFTLEIDIR de aangewezen maatschappij. Voor alle inlichtingen en reserveringen kunt U zich wenden tot: N.V. Reisbureau NEROPA, Theresiastraat 82, Den Haag. Tel. 070-723808 Een opmerkelijke gebeurtenis had op Banda in de westmoesson van 1892 plaats. Dit speelde zich af in het zonnegat van de Banda-Eilanden, een betrekkelijk nauw water gelegen tussen de Bandase Goenoeng Api en het eiland Banda. Voor de opslag van petroleum en andere brandbare stoffen, liet in die tijd de Ban dase Perkeniers en Handelsvereniging on geveer tegenover haar kantoor-complex op het eiland Banda, aan de voet van de tegenoverliggende Goenoeng Api een zin ken loods bouwen. Die loods moest op een voetstuk van een lage muur van karang- steen komen te staan. De daarvoor benodig de karangstenen werden door ongeveer zes Boetonnezen uit de opstaande karangwand rondom de Goenoeng Api gehouwen. Daar na werden die in een tamelijk grote prauw, een orangbaai, geladen en zo naar de plaats van bestemming getransporteerd. De Boetonnezen, uitstekende zwemmers, had den de gewoonte om de prauw zo te bela den, dat er om zo te zeggen, geen kip meer bij kon. Het zonnegat was dan ook ge woonlijk zo kalm als een rustig meer. Het diep beladen van de orangbaai had dagen achtereen geen nadelige gevolgen gehad. Maar op een kwade dag kwam vrij plotseling een stormpje opzetten. En toen kwamen de brokken. De Binnenzee begon te dansen, golfjes sloegen over de rand van het vaartuig heen en in een minimum van tijd zonk de orangbaai als een baksteen. Voor de Boetonnezen geen nood. Elkaar de slechte afloop van het geldelijk verlies ver wijtend en zelfs grappenmakend zwommen zij als ratten naar de oever van de Goenoeng Api. Eerst na enige minuten merkten zij tot hun niet geringe verbazing en schrik, dat één van hun kontjo's ontbrak op het gehou den appèl. Men begreep er niets van! Hoe is nu zoiets mogelijk! Konden zij allen niet van kind af aan boven en onder water als vissen zwemmen?! Ook had niemand ge roep om hulp gehoord of een kreet van pijn! Men was in één woord verbijsterd. Gerapporteerd aan het Binnenlands Bestuur werd er vanzelfsprekend niet! Er was toch geen schuldige! Alleen met de werkbaas, toezichthouder op het bouwterrein werd dit zonderlinge geval uitvoerig besproken. Neen, een haai had hem niet aangevallen, want dan hadden zij zeker het schreeu wen van hun makker wel gehoord en ook bloed gezien. Bovendien hadden zij die haai met hun allen wel mores geleerd. Zij hebben toch altijd een pissoblati om hun lenden geschort. Een haai is boven dien als hij aangevallen wordt, bang. Zo iets geheimzinnigs als het verdwijnen van deze makker hadden zij nog nooit mee gemaakt. Hun makker had gelukkig geen vrouw en kinderen. Het leven gaat verder. Dus Schwamm d'rüber. Enige dagen na dit gebeuren was er rumoer onder de passergangers. De passer lag aan het strand van de stad Neira op het terrein van kampong baroe. Met drommen toog men naar de waterkant om een grote dode eigenaardige vis die gedurende de nacht was aangespoeld op het droge te halen. Die vis was in totaal ongeveer vijf meter lang. Een hele grote bek, grote ogen, een omvangrijke buik en een tamelijk dun aflo pend staartstuk dat eindigde in „rudimen taire" staart zijn de kenmerken van dit gedrocht. Nadat de vis op het droge strandzand was neergelegd, ging men die met parangs en bijlen in moten hakken. Allereerst werd de enorme grote kop afgehakt. Daarna sneed men de buik open. Toen eerst bleek de doodsoorzaak van de vis. Die buik was inwendig plaatselijk diep doorsneden en in flarden gereten. Bovendien vond men daarin nog geheel gaaf een pisso blatti en wat plukjes mensenhaar. De diep bewogen aan wezige Boetonnezen hurkten bij elkaar en bekeken en betasten de pisso blatti die eens aan een zo tragisch omgekomen kameraad toebehoort heeft. Veel werd er niet gesproken. Het was beklemmend stil. Men wist nu welk een strijd hun makker in het inwendige van de Ngrakoe, want dit is de Bandase naam van dit gedrocht, gevoerd heeft met het hopeloze doel zich uit die maag te werken. Bandase vissers beweerden, dat zij bij mooi weer dikwijls een grote Ngrakoe gezien hebben vlak tegenover de notenperk, ,,Kei- zerstoren" op Groot Banda. Die vis moet dan volgens zeggen met wijdgeopende bek (Lees verder pag. 21) kenuiBiR (m.i.v. t April 1964, behoudens Regerings goedkeuring) .1392.- 1165.- norlr^non, 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 20