Javaanse Pasardagen IV Logica van oom Si Djangkoeng komt bij oom op bezoek. Hij heeft Tong-Tong no. 12 van december 1963 meegebracht. „Oom! Naaa, dit is net iets voor U. Hierin staat een artikel over Javaanse pasardagen. Over Wagé, Kliwon, enz. en over hari baik en hari boesoek. Tong-Tong vraagt advies van een expert in die dingen. Ik denk direct aan U, want U gaat altijd kijken kijken in uw boekoe-pienter en U kèn goed soelap met die cijfers. Tjoba, U schrijft hoe de boel in elkaar zit." „Waaah Njo, kèn niet. Mijn stijl niet zo goed. Jij maar. Ik heb dat stukje al gelezen. Ik ben ook lid van Tong-Tong. Wat denk je? Djangan bikin maloe dong!" „Sorry oom. Maéf maéf. Ik denk U heeft nog geen abonnement..." „Jij denk altijd verkeerd. Net als die luitjes hier. Zij horen of zien iets en beloem apa- apa, moeloetnja al klep-klep. Eerst onder zoeken jang goed, dong! Wil je koffie?" „Alstubelie... eh... GRAAG oom!" „Ondertussen ik neem mijn boekoe-pien ter... Nou, schrijf maar op. Wat die mevr. K. vertelt is niet helemaal goed. Als zij zegt: hari-baik, dan is die dag niet voor iedereen goed. Wat voor de een goed is, kan soms fataal zijn voor een ander en omgekeerd. En als hari-baik, toch niet de heeele dag goed voor die persoon. Tjoba, je gaat jagen op een hari-baik. Apa jij schiet de hele dag door-maar-door tjèlèng? Op een hari boe soek je kèn ook tjèlèng schieten, alsmaar je gaat in de goeie richting en je let op de tijd. Daarom je moet ook rekening houden met je WETON, dat is je geboortedag pasa- ran. B.v. je bent geboren op Djoemahat- Wagé. Tussen haakjes: je mag nooit zeggen VRIJDAG-Wagé; itoe tida pantes Njo. Nou je bent geboren op Djoemahat-Wagé, dat is 6 4 10. Deze is je Weton. Als al, je kijk op de kalender. B.v. je wil jagen op Rebo-Paing, dat is 7 9 16. Deze tel je op bij je Weton van zo even dus 10 16 26. Deze je bagi door 5..." (Delen door 5? Si Djangkoeng snap nul. Affijn, laat maar. Straks als oom gaat soe lap... hij blaas). „Waarom delen door 5 oom?" „Omdat ister alleen maar 5 Dewa's... 5 geesten." (5 geesten? Oppassen! Zo direct gaat oom soelap!) „Je hebt toch wel gehoord van de PANTJA- SOEDO; dat is de Kongsi van de 5 Dewa's. Deze zitten in de 4 windstreken en 1 in de lucht." „Eén in de lucht?" „Betoel. Kijk maar hier in mijn boekoe- pienter. Hier in tabel A achter Dewa no 2 Djabrail Hidjo LANGIT." Maar als hij doet praktijk, hij zit meestal niet daar. Hij zit in alles wat hoog is: in hoge bomen, op de bergen, op het dak, enz." (Si Djangkoeng denkt: een Dewa op mijn dak... tjilaka die!) „Op die dag je mag dus niet in een boom klimmen of naik goenoeng. Als je doet toch, je heb kans uit de boom te vallen of je krijgt ongeluk aan je poten. B.v. je trap op een scherp stuk hout of je kesandoeng tot je tenen ketjekloek. Naaa, zo even hebben we 26. Deze gedeeld door 5, restannja 1, boekan? Deze 1 je zoek in de Pantja-Soedo tabel A. Achter 1 staat: Ahmad Poetih Lor REDJEKI. Nou die vent, jang geboren op Djoemahat-Wagé, hij denk: als hij gaat jagen op Rebo-Paing, hij krijg banjak-veel redjeki? Fout Njo. Want zo even heb ik al gezegd: je krijg niet de heeele dag redjeki. Alleen op bepaalde uren. Voor die uren je kijk in tabel B. Zo even restannja 1, dus je neem kolom 1. Van hier je gaat naar tabel A, kolom 4. Dus zo: 6-7 uur Redjeki; 7-10 Halangan; 10-1 Ati-ati; 1-3 Slamet en 3-6 Gelap. Als restannja 2, dan je neem kolom 2 en je krijg: 3-6 uur Redjeki; 6-7 Halangan; 7-10 Ati-ati; 10-1 Slamet en 1-3 Gelap. Met de andere restanten je doet ook zo. Nu over de goeie richting. B.v. je hebt Weton 10 en wil jagen op Kemis-Pon. Dan je tel op: 10 Kemis-Pon 10 8 7 25. Deze je bagi weer door 5, restannja nul. Omdat NUL komt niet voor in de Pantjt-Soedo, je neem maar 5." „Waarom neemt U 5 oom; waarom niet 2 of 3?" „Waaah Njo, massa jij zo góblók! Hoeveel is 2 x 5 en hoeveel 3x5? Kèn toch nooit 25? Maar 5 x 5 25! Nou, je neem dus 5 en kijk in tabel A. Achter 5 staat: Ngidjiraïl Hitam KOE- LON GELAP. Dus jij met je Weton 10 moet op Kemis-Pon niet gaan jagen in het Westen maar in het Oosten. Maar soms kèn niet anders. B.v. je woont in Soerabaja. Je kèn toch niet naar het Oosten, want dan je ketjemploeng in zee. Maar geef niks. Ik weet akal om die Dewa te verlakken..." (Si Djangkoeng ogennja opeens groot en mondnja open). „Die Dewa Ngidjiraïl zit in het Westen, dat betekent: voor elke opening, die uitkomt in het Westen, hij zit te loeren. Gestel jouw voordeur ngadep Koelon. Wanneer je op die Ditmaal een ontmoeting tussen „Oom" en X zijn neef Si Djangkoeng, aan wie het onder f een lekkere koppie toebroek en wat ngo- brol vergund was een blik te slaan in X Oom's boekoe pienter. IWie schrijft ons eens over een grappig of merkwaardig voorval uit zijn leven, dat nauw verband hield met een bepaalde weekdag-pasardag-combinatie? Wie gelooft erin en wie niet? Wanneer wij uw artikeltje 1500 woorden geschikt vinden voor plaatsing ontvangt de inzender(ster) een boekje uit onze reeks naar keuze. Op de enveloppe schrijft U in de linkerbovenhoek: paasprijsvraag pasardagen. Doe uw best! ELLEN dag gaat jagen en je gaat deruit uit je voor deur, dan direct die Dewa Ngidjiraïl hij tipoe jou, tot je krijg pech op jacht. Maar als je slim bent, je gaat niet deruit uit je voordeur, maar je kom deruit uit je achter deur. Deze toch ngadep Wetan, snap je?" (Naaa, nu zal Djangkoeng oom te grazen nemen). „Ha-a oom, ik begrijp een beetje. Maar als ik deruit van de achterdeur, straks ik moet toch naar het Westen. En dan die Dewa hij blaas mij toch?" „Tobat Njo, jij zo dom. Ik zeg toch al, die Dewa zit in het Westen en mag alleen loeren voor de deuren jang ngadep Koelon. Als voor de deuren jang ngadep Wetan, daar zit een andere Dewa. Er zijn toch 5 Dewa's." (Wah, weer loepoet. Oom pienter main soelap. Overal je wordt getjegat door gees ten). „Lo... waarom je trek zo'n gezicht, Njo? Als je mij niet gelooft, je vraag maar aan een deskundige. Maar awas... als die des kundige hij zegt ook zo als ik... ik poeter je nek... 3 keer. Djangan main steenkool met oom!" „Oeaah! Neen oom! U pienter betoel in die dingen. Nog één vraag en dan al. Kunnen die pasardagen ook in Holand gebruikt wor den?" „Volgens die ouwe luitjes op Java, mogen die itoengans niet over zee gebracht wor den. Dus van Java mag niet naar Sumatra en omgekeerd. Apa lagi naar Holland Dan verliezen zij hun kracht, kata-nja. Trouwens, wat wil je hier doen met die pasardagen? Jagen mag niet en als mag wel, je gaat naar 't bos, daar staat VERBODEN TOEGANG. Hengelen mag ook niet, of je moet betalen! Voor boeka kleine waroeng voor snoep, ook verboden of je moet DIPLOMA hebben. Maar voor boeka Tehuis voor Ouden van Dagen hoef geen diploma. Hier wordt al voor je gezorgd: van de Wieg tot aan het Graf. Waarvoor dan die pasardagen? Ik ben al oud en doe niet meer aan die dingen. Maar zoals ik zo even gezegd heb: eerst onderzoeken. En als klop... soekoer." Thuisgekomen heeft Si Djangkoeng de tabel len bestudeerd, maar hij snap nog niks. Heeft oom hem wel alles uitgelegd? Hoe b.v. met restant 1; in welke richting moet je gaan op een bepaald uur? En wat bete kenen die kleuren? Hij durft het oom niet te vragen, want dan wordt hij uitgescholden voor góblök! Lezers van T.T. snappen wel, dat men voor REDJEKI en SLAMET op een bepaald uur, ook in een bepaalde richting moet gaan; zo mogelijk met een zakdoek, das of een stuk goed in de kleur van de betrokken Dewa. Succes... en WASALAM ALAI KOEM. M PANTJA SOEDO Tabel A Tabel B Dewa Warna Tempat- nja Arti-nja 1 2 3 4 5 1. Ahmad Poetih Lor Redjeki 6-7 3-6 1-3 10-1 7-10 2. Djabrail Hidjo Langit Halangan 7-10 6-7 3-6 1-3 10-1 3. Ibrahim Merah Wetan Ati-ati 10-1 7-10 6-7 3-6 1-3 4. Joesoep Koening Kidoel Slamet 1-3 10-1 7-10 6-7 3-6 5. Ngidjiraïl Hitam Koelon Gelap 3-6 1-3 10-1 7-10 6-7 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 12