tong tong
pasarmalam X§
Brani Atti
8
o Ao
o I I No LJo
1 ry W o
1 -
O I f K^o
8 1 I NO *-0
1 B°
o 1 B Bo
o b Tï Al To
o o
O 8
Jacqueline de ROCHEMONT, geb. Sidhoar-
djo, 14 nov. 1892 en gehuwd met A. IEM-
HOFF.
Jean Gerard de ROCHEMONT, geb. Medan,
5 dec. 1920.
Overleden te Soerabaja (aan de cholera)
Brigita Johanna de GEUS, nadat ons oudste
zoontje slechts 20 maanden oud haar tot
de hemelsche gewesten was voorgegaan.
Man en vader was de ROCHEMONT, majoor
der Artillerie.
Overleden op de terugreis van Batavia aan
boord van Z.M. fregat ,,De Javaan" Hendri-
kus Johannes Arendinus de ROCHEMONT,
gepensioneerd Luit.-Kol. „mij nalatende 2
kinderen" getekend: M. E. BERGER, wed.
H. J. A. de ROCHEMONT, 5 sept. 1826.
Geboren in het kamp Weltevreden op Java,
8 juli 1827, een zoon van Louiza Jacqueline
CORBELYN, vrouw van D. L. de ROCHE
MONT, 1e luit. der Infanterie.
Overleden op 17 april 1837 aan boord van
het schip „Antoinette Maria" op de terug
reis uit Java „mijn echtgenoot D. L. de
ROCHEMONT, majoor O.l. leger, nalatende
6 kinderen waarvan het jongste op 9 juli
1837 aan boord geboren werd. getekend:
L. i. CORBELEYN.
Gehuwd bij volmacht Delft, 30 dec. 1856,
C. M. de ROCHEMONT te Kramat te Bata
via en A. J. E. BAKE. Van hen werd een
zoon geboren Djattie bij Batavia, 17 nov.
1858.
Ondertrouwd te Den Haag, 13 mei 1865
J. J. de ROCHEMONT, kapitein der Artillerie
te Tjilatjap, weduwnaar van C. C. van
LAKERVELD met M. M. SMITS.
Van SORGEN
Adrianus van SORGEN, geb. Bergen op
Zoom, 28 dec. 1684 en overleden te Batavia,
20 mei 1725 (zoon van Adriaan van SOR
GEN en Johanna Margareta van SAM-
BEECK). Over hem bezitten wij de volgende
uittreksels uit een dagboek: 1713. Op den
1 February is mijn oudste soon Adrianus
tot Venlo in den huwelijken Staet getreden
met juffr. Catharina GELTSACK van BACKE
NESSE.
1720is den huysvrouw van mijn oudste
broeder den capiteyn, genaemt Joffr. Catha
rina GELTSACK van BAEKENESSE saliger
overleeden tot Batavia ende aldaer begra
ven laatende nae haer eenen soon ge-
naempt Adrianus Peter.
1725. Den 20 Mey is mijn oudste broeder
Saliger Adrianus, Capitayne ende Comman
dant op het fort Vier Kant ende lid in 't
Eerwa: Collegie van Heeren Heemraden der
Bataviase Ommelanden etc. overleeden in
den Heere ende Zaliglijck in den Heere
ontslapen 's morgens den clocken 6 ueren
oude sijnde 40 jaaren ende 5 maenden,
laatende een soon nae genaempt Adrianus
Peter.
N.B. Copie van een Begravenisse Brief dat
mijn man heeft gekregen uyt Batavia in den
jaare 1726 als we tot Menen in garnisoen
was, in gedruckte Letteren.
BATAVIA Anno 1725.
Op Maandag den 21 sten May word UE: ter
Bgravenisse versorgt met het Lijk van
ADRIAAN van SORGEN, capitain Militair
en Lid in 't Eerw. Collegie van Heeren
Heemraden der Bataviase Ommelanden.
Sal gedragen worden uyt 's compagnies
wooning, staande in het Vierkant.
Als Vriend met de Lange Mantel. Tegen 4
Uuren Portugees Kerkhof.
D.E. Manhafte Heer Alexander NIELSON.
Een andere zoon uit dat hlwelijk was:
Anthony Wilhelm van SORGEN, geboren te
Bergen op Zoom, 9 jan. 1696, vertrok als
ingenieur naar de Oost en huwde te Batavia,
15 april 1725 met Maria LAFONT, geboren...
Omtrent hem lezen wij in dat dagboek:
1718. 12 Jan. als ingenieur naar N.O. Indië
vertrokken.
1725. Den 15 April is mijne Broedr Anthony
Wilhelm binnen Batavia in den Echten
staat getreden met Mejuffr. Maria
LAFONT. Godt geeft haar Lang leven
meede den 128 psalms zeegen.
1726. Op den 16st April is onse Broeder
Anthony W. Begunstight van Haar
Edelens van Batavia boven zijn ande
ren officiën als oppercoopman en
fabryck mitsgaders taxateur der vaste
goederen, keurmeester van kalck en
steen en soo vervolgens Lid in het
Collegie van Heeren Heemraden der
Bataviase Ommelanden etc.
1726. Op den 7st Maerty sijnde Donder-
dach is mijn Broeder Anthony W. etc.
etc. etc. tot Batavia, is sijn huysvrouw
in kraem gevallen en verlost van een
jong dochtertje en is genaemt Johan
na Maria na sijn Moeder saliger.
1730. Op den 31 Janr tot Batavia is Broer
Anth. W. sijn huysvrouw in de kraem
gevallen en verlost van haar 2d
dogtertje en is genaemt Adriana Wili-
mina.
1731. Op Sondags den 19 Augusty 's na
middags omtrent de clocke 3 uuren.
na 2 dagen siekten van een heet
koorts, is onse zeer beminde Broeder
Anthony W. van SORGEN sijn seer
beminde dogter, sijn oudste wesende,
oud sijnde 5 jaren 5 maanden twelve
dagen, genaemt Johanna Maria, tot
Batavia uyt deser Werelt in sijn
Eeuwige Heerlickheyt overgehaalt tot
de seer groote droefheyt van haar
ouders, wesende sonder Roem te
spreken, het schoonste van Batavia.
Een jongere broer van de vorige was:
Frederik van SORGEN, geboren te Bergen
op Zoom 16 juni 1704 en op 18-jarige leef
tijd tijdens een schipbreuk overleden. Over
hem zegt dat dagboek:
1718. Den 12 January sijnder 3 Broeders
nae Oost Indiën gegaen, den oudste
Adrianus als Capitayne met sijne fa
milie en Anthony Wilhelm als inge
nieur etc. ende Frederick in sijn 13e
jare oud sijnde als adelborste.
1722. Den 16 Augusty is mijn lieve broeder
Frederick daar over lek, Anna, meeter
was, met een schip vaarende op
Japan als koopman verdrunken oud
sijnde 18 jaaren. Godt rust met sijne
Siel. Amen.
Onze vraag: Wie kan ons over de vooraf-
gaanden de ontbrekende gegevens ver
strekken?
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOÖ
O l O
I A y
h_V 1
0 De Indische jaarmarkt, een tropisch g
O evenement in Den Haag, dat het vorig O
O jaar door ruim 20.000 mensen werd g
O bezocht. Wees tijdig met het reser- O
O veren van standruimte. o
O Voor inlichtingen kunt U gebruik o
O maken van onderstaand formuliertje, g
O O
O O
g AAN HET ORGANISATIE-COMITE g
O PASAR MALAM TONG-TONG O
O O
O Prins Mauritslaan 36 - Den Haag O
g (tel. 070-55.07.49.) g
g Zend mij geheel vrijblijvend inlich- g
O tingen betreffende de Pasar Malam O
O Tong-Tong 1964: o
O O
g (Firma)naam: g
O O
O Adres: O
O Woonplaats: o
O O
O O
O O
g (Handtekening) g
O O
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Si Jnn kreeg van de firma Landberg een
post als beheerder aangewezen in Kuala
Simpang, daar ergens in Sumatra.
Alle aangevoerde goederen werden opge
slagen in een loods en als djaga stelde hij
een Brits-Indiër aan; je weet wel zo'n grote
kerel met een reuze tulband, baard en
knevel.
Op een nacht werd er alarm geslagen, de
„djahats" waren in aantocht.
De gehele familie en bedienden stonden
klaar met geweren in de hand. Er werd
lustig door de djahats in de lucht gescho
ten, maar toen zij zagen dat er geen kans
was tot roven, dropen zij af.
Si Jan ging daarop het huis uit om te con
troleren of alles in orde was. De djaga was
nergens te bekennen.
De volgende dag riep Si Jan die man bij
zich en vroeg waar hij zat toen het alarm
was.
„Toean djangan marah, atti branie, tappie
kakkie larie!"
Njang vertel deze.
SI TONGGèRèT
21