Een varende vakantie (II)
Straatnamen
Woensdag. We varen nu op de St. Laurens
rivier. Ik heb nog nooit zo iets fijns gezien!
Aan de ene oever, vrij hoge bergen, afge
wisseld door heuvels en rotsen. Er groeien
berkenbossen en dennen op. Aan de andere
kant is het land laag, slechts een beetje
geaccidenteerd. Hier en daar staan wat hui
zen, er zijn bijna geen wegen te zien. Van
middag Quebec. De ene kant is niet veel aan
te zien, de andere hoog en weer heuvelach
tig, weer veel bossen. Er ligt een klooster
tegen een heuvel aan, in dit licht lijkt het
zilverachtig. Vloten speedboten volgen onze
boot of varen er omheen; ik ben hier hele
maal verliefd op en heb ook al een plaats
uitgezocht voor een huis, op een soort
plateau, met stijle hellingen naar beneden,
omgeven door bos.
We voeren onder een grote brüg door en
zag het met enige bezorgdheid aankomen
dat we niet genoeg doorvaarthoogte zou
den hebben, maar het lukte precies.
Vanavond heb ik een hele poos op het voor
dek gezeten en genoten van een fantasti
sche zonsondergang. Toen het eenmaal
goed donker was zag je duizenden lichtjes
op de oevers, meesterlijk. Zalig land moet
dit zijn; groot, hele stukken onbewoond,
echt iets voor mij. Een huisje in de bossen,
de hele dag niemand zien, een beetje lezen,
een beetje jagen. Fijn, maar het moet niet
te lang duren natuurlijk.
Zaterdag. Dit wordt een kort briefje, ik moet
het op tijd posten. De cruise is vandaag
om 12 uur begonnen, met een kleine 300
passagiers. Het is nu nog niet druk, maar
wèl lekker met koude en warme appetizers,
ijsthee en ijskoffie.
De vaart van Quebec naar Montreal is
wonderschoon. Montreal zelf is een archi
tectonisch prul, alles doorelkaar, maar
enorm gezellig. Van de boot af loop je
anderhalve km. naar een busstation van
waar je naar het centrum van de stad rijdt.
Rue St. Catherine, zo'n 3 km. lang. Een
winkelstraat met enorme warenhuizen en
kleine eethuisjes. Je kijkt je ogen uit als
provinciaal. Het is allemaal zo groots opge
zet, alles staat haaks op elkaar en je kunt
dus niet verdwalen. Men is bezig twee
wolkenkrabbers te bouwen, naar Ameri
kaanse begrippen waarschijnlijk niet groot,
naar de mijne wel. De eerste dag hebben
we van 's middag vier tot 's avonds twaalf
in de stad rondgewandeld. Ontzettend veel
lieve meisjes, meestal leuk aangekleed, je
komt ogen te kort. De snackbars zijn goed
koop, 25 cent een milkshake. We hebben
een maaltijd genoten met ijs na, voor 95
cent. Nu moet je niet gaan omrekenen, want
dan klopt er iets niet. Ik had 15 dollar mee
genomen, maar na die middag en avond
waren wij er wel doorheen. En toch niets
verbrast, niets ongewoons gedaan. Wel
kocht ik iets fijns, maar dat zien jullie later
nog wel. Die avond lagen we in een park,
in het gras, naar een militaire band te luis
teren. Om ons heen allemaal paartjes, dan
voel je je wel vreemd en eenzaam.
Gisteravond heb ik nog uren op het dek
gezeten en gefascineerd naar de lichtjes
van de stad gekeken. Je zou er dichterlijk
van worden, maar dat ligt me niet zo. Ga
dus verder met het optekenen van mijn
belevenissen. Om 8 uur moest ik weer aan
de slag en er was ontzettend veel te doen.
We deden het in een enorm tempo, zo hard
heo ik van mijn leven nog niet gewerkt,
maar de baas kwam steeds met meer werk,
zilver dat gepoetst moest worden. Of
schoon wij om twee uur van boord zouden
mogen gaan, werkten we nog een uur door,
waren nóg niet klaar, maar mochten toch
gaan, gelukkig. Nu hadden we helaas slechts
1 dollar over om uit te geven en moesten
dus économiseren. We drentelden wat door
de stad en besloten toen de heuvel te be
klimmen. Doodvermoeiende wandeling, maar
zeer de moeite waard. Door prachtig bos
kom je boven op een soort promenade, dan
op een grote open plaats waar een mu
seum-snackbar staat. Je snakt dan wel naar
iets, hoor!
We gingen in het gras liggen en genoten
van 't meesterlijke uitzicht, van hier af heb
je een prachtig gezicht op de stad die ver
beneden je ligt. Toen hervatten we onze
onderzoekingstocht. We liepen nu naar de
andere kant, waar je ook met een koetsje,
met een heus paard er voor, voor 15 cent
kunt komen. Wij liepen dus, kwamen bij een
grote vijver, in een soort kom gelegen. Het
is heel mooi aangelegd en erg rustig. In een
café aten we heel goedkoop. Om elf uur
gingen we terug naar de promenade, keken
naar de zee van lichtjes in de stad. Met
enorme pijn in de voetjes liepen we terug
naar de boot. Toen ik mijn sokken uittrok
spoot het bloed uit mijn tenen. Nu loop ik
op eieren en zal morgen toch maar naar de
dokter gaan. Vanmiddag heb ik heerlijk,
urenlang, op het voordek in de zon gelegen.
Het is gloeiend heet en het zal tijdens de
cruise nog wel warmer worden. Volgende
brief komt uit Miami. C. A.
Beste Tong-Tong-ers,
Jullie no. 14 net ontvangen en natuurlijk
meteen doorgelezen!
Het artikeltje „Straatnaam" trok me.
Ben in Depok op de e.l.s. geweest. Hoofd
van de school was de oude heer Jonkman
(W.P.) die tesamen met Dir. G. J. Nieuwen-
juis „Nieuw Taalonderwijs" heeft geschre
ven met het „loffelijke streven" ons het
Nederlands een beetje behoorlijk bij te bren
gen.
Ik ken daar „Gang Sientje" en zelfs de
oude Sientje met hun kleine „Supermarket
van Depok!"
De oude heer werd overgeplaatst naar
„Batavia" als hoofd van de 4e e.l.s. op
Batoetoelis!
Trachtte ook daar de Nederlandse taal zo
goed mogelijk uit te laten spreken En dat
op Batoetoelis! met o.m. hun vele „gang
sedep Malem".
Het gezegde „Met de hoed in de hand
komt men door het ganse land" werkte echt
niet op de verbeelding van de jongens, dat
„ganse land was zo vreemd.
Eén van de knapen kreeg echter een
„brainwave" en begreep meteen alles toen
hij het gezegde als volgt uitdrukte:
„met de choet in de chan, hij kom in „gang
chaulan." Leuk of niet?
BAUKE (Boké) JONKMANN
10
Deze foto's werden gemaakt door de schrijver van dit artikel.
De foto links toont de Ryndam waarmee de cruise werd gemaakt
Rechts; de St. Laurens rivier waarvan U in het artikel een mooie
beschrijving vindt.