Het laagland regenoerwoud, wanneer de zon in het zenith staat k,eine b00mst—"anen en kiimp,anten, mate is onderworpen Men kan n. vtar """""f" °°k diere™ereld «kere eigen wereld vormend, door hun bijzondere kenmerken en<!9en.ZOnes onderl<ennen, elk een de zóne van de begane qrond- de middelste ewoners bepaald. Deze zijn: hoewel niet scherp afgebakend, niettemin tochten efa^l °nder9roei' de »"ssen-zone, de zóne der boomkruinen, waartoe ook qerekend kunne d vertonend: en ten 'este uitstekende reuzen, die een tweede bladerdak vormen, Op de begane grond krioelt het van myria den insecten en andere lagere diersoorten, 't Is zowel de wereld van die kleinere zoog dieren en reptielen, als van de reuzen on der hen: de olifant, de rhinoceros, de tapir, de tijger, de herten en zwijnen, waarvan men de bewegingen kan nagaan aan hun duidelijk merkbare prenten, terwijl de klei nere bij hun komen en gaan voor ons geen zichtbare sporen nalaten zij het dan wel eens op een stuk zandig terrein langs de wateren. Dit is de wereld die wij het beste kennen, ook al heeft ze voor ons nog steeds onopgeloste mysteries. Onder de grond komen wij in het domein der boomwortels, die een bloedloze, eeuwig durende strijd voeren om het beschikbare voedsel, dat de kostbare humus levert nadat bacteriën en schimmels het voor hen op neembaar hebben gemaakt, daarbij geholpen door het regenwater. Dit is een koninkrijk op zich zelf, altijd vochtig en een eigen aardige geur uitwasemend, alleen opper vlakkig gestoord door in de bovenste laag levende insecten en lagere diersoorten, of door een enkel zoogdier of reptiel, dat in holen leeft en soms gangen bouwt. Slechts als de boomreuzen worden geteis terd door een tropische storm plant zich de daardoor veroorzaakte beweging voort tot diep in de grond, ondanks de steunwortels, die zich boven de grond hebben ontwikkeld, en een typisch verschijnsel in de laagland regenwouden. Op deze begane grond vindt men grote en kleine dierenpaden, welke sinds jaren, ja, soms eeuwen, hier door dezelfde dieren worden gebruikt. Er zijn er bij gemaakt door de kolossen, de olifanten en rhinocerossen, die brede paden zijn ge worden, waarover men gemakkelijk zijn weg kan vervolgen, maar er zijn er ook, die nauwelijks voor het oog zichtbaar zijn! De middelste zóne is een wir-war van stam men, stammetjes, houtige lianen en klim planten die zich van boom tot boom slin geren, de kleinere en zwakkere daarbij door hun gewicht omlaagtrekkend, zodat zij nim mer meer hun verticale stand kunnen her nemen. Ook hier wordt alles gekenmerkt door een intense en wanhopige strijd om het bestaan, die nooit aflaat, waarbij de sterken steeds ten koste van de zwakkeren omhoog streven naar het kostbare zonlicht.' In deze zóne, voor de mens een chaotisch geheel vormend, wordt het lot der toekom stige reuzen bepaalt! In de schaduw van het dichte bladerdak kunnen slechts die soorten overwinnen, die zich hebben kunnen aanpas sen aan de eeuwige schemering, terwijl de sterkste en gezondste individuen daarvan uiteindelijk de top bereiken, waar de zon heerst. Voor de waarnemer is het moeilijk na te gaan hoe zich precies deze strijd afspeelt, zo verwarrend en chaotisch lijkt ons deze wriemeling van grote en kleine stammen, van lianen en klimplanten. Wij zien geen begin en geen eind! En het lijkt ons een won der, dat uiteindelijk toch velen de hoog ste regionen berei ken kunnen en hun deel opeisen van de leven brengende zon. merkwaardiger roep; van vleermuizen in alle grootten; eekhoorns; kleine gemeenschap pen wier leven zich hoofdzakelijk afspeelt in t schemerduister, waarin de tropische zon slechts aarzelend kan doordringen. Maar boven in de boomkruinen, in de vierde zone, toont het leven zich oogverblindend mooi en wordt beheerst door de zon. Kleine hel gekleurde vogels vliegen af en aan, van oem tot bloem en worden geëvenaard door vlinders in alle schitterende kleuren van de regenboog, die als zij zich op een bloem neerzetten, ophouden mooi te zijn, in een poging om door camouflage te ontko men aan hun gevederde vijanden. Hierboven speelt zich het eigenlijke doel der bomen af en waartoe zij de zon nodig hebben: zaden en vruchten worden gevormd en de weelderige stralen van de zon doet ze rijpen. Weinig is nog bekend van deze wereld der boomkruinen. Doch wie de moei te neemt om hierin door te dringen en een dag door te brengen in deze kruinen, zal duizendvoudig beloond worden voor alle moeite. Er zal een wereld voor hem open gaan waarvan hij 2ich geen voorstelling heeft kunnen vormen, een wereld fascine rend door kleuren, vormen, bewegingen en geluiden, welke iets verraden van de einde loze mogelijkheden der natuur, die spot met elke fantasie. Het koninkrijk der tropische oerwouden is een zeer gecompliceerde samenleving van soorten en individuen, waarvan elk in zekere mate afhankelijk is van de ander. Te moeten vechten om de zon te bereiken, vermeerdert slechts de kracht van de sterken. Want wanneer het levensrythme van het tropische oerwoud wordt aangetast, zal onverbiddelijk degeneratie intreden en de machtige groei- impuls zal worden vernietigd. De harmoni sche ontwikkeling van alles wat een deel is van het tropische oerwoud, tezamen met het dierlijke leven, dat daarvan een onverbre kelijk deel vormt, verzekert het allerbeste zijn vitaliteit en groei. In het ongerepte oer woud houdt de groei gelijke tred met het afsterven. corns zie. de zon haar kans door he. dich. gebladerte heen .e dringen. In de intermediaire- zöne, waar deze strijd om het be staan reeds voor een groot deel be slist is, is het wat minder chaotisch en overzichtelijker ge worden. Hier is het domein van alles wat vliegt en goed kan klimmen. Van merkwaardige vo gels en hun nog Mensen hebben gedurende weken, maan den, ja, zelfs jaren geleefd in tropische oerwouden zonder maar één dier te zien, dan nu en dan eens een aap, een eekhoorn of slang. Slechts zij die het woud betreden om te jagen op de grotere zoogdieren, of om deze te fotograferen en te bestuderen krijgen deze te zien na een intensief spo ren. Het oerwoud schijnt gespeend te zijn van leven. Alleen langzamerhand leert men de sociologie van het oerwoud kennen tenminste wanneer men daarvoor interesse heeft en over het nodige geduld beschikt. Langzaam aan, dag na dag, wordt men zich meer en meer bewust van de organisatie van dit verborgen leven. Beetje bij beetje valt de camouflage weg, leert men zien en waarnemen en men ontdekt tot zijn verba zing een wereld van een onuitputtelijke verscheidenheid, van steeds meer fascine rende schoonheid, wlke telkens weer iets interessants prijsgeeft. Wij merken dan tot onze grote verbazing dat het leven in het oerwoud, in alle zones, (Lees verder pag. 19)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 18