DRIE TRONEN
REÜNIE CHRISTELIJK LYCEUM Bandoeng
1920.
Ik hoor Maatje al zeggen: „Heh, zo raar
toch, wie schrijft nu over de troon?" Gelijk
heeft ze, want wie over zo iets schrijft, is
betoel gek. Onze kamar ketjil in Bogor was
het laatste vertrekje van de bijgebouwen.
Overdag was het niets erg, maar o, wee, in
de avond. Vooral, als ze net spookverhalen
hadden verteld, was de tocht naar de bijge
bouwen iets lugubers. Met de lampoe tem-
plek in je hand je bent toch al een grote
jongen en proberen niet te kijken naar
de tjoelamboom, de anders zo vertrouwde
put met de gehavende djamboe aerboom en
de dreigend uitziende pisangstammen op het
achtererf. Te meer als je met een van de
kleintjes mee moest, als die niet durfde.
Dan stond je in je eentje te griezelen. Ons
gemak had maar een man-hole. Achter de
gemetselde bak was nog een kleine open
ruimte. Dat was de plaats, die onze trouwe
hond Bloodie had uitverkoren om op gezette
tijden als kinderkamer te gebruiken. Dat was
wat. Afleiding genoeg, net zo lang tot er op
de deur werd gebeukt: ,,Ajo, deruit jij." De
(Vervolg van pag. 18)
is als dat op de oceaanbodem. Alles ver
plaatst zich voortdurend langzaam, nu hier
dan daarheen, als gedragen door onzicht
bare stromen en tegenstromen. Stil te blij
ven staan zonder zich te verbergen, ver
oorzaakt wantrouwen en verstoort alles.
Precies zo, wanneer een duiker die vissen
en andere zeedieren kan aanraken zonder
hen te verschrikken, zolang hij met hen in
gelijk tempo zich voortbeweegt, maar een
voorwerp om te wantrouwen en Te vrezen,
dus om te mijden, zodra hij zich onbewege
lijk houdt na een periode van zich bewegen.
Om te jagen of om dit leven te bestuderen
kan men twee geheel verschillende metho
den toepassen. Men kan zich ergens op een
gunstig punt verbergen en de dieren aan
zich voorbij laten gaan. Men kan echter ook
zelf een deel worden van deze levende
stroom en langzaam zich mee laten voeren,
op een geheel natuurlijke wijze. Dit is mis
schien heel wat moeilijker, maar brengt
ook een grotere beloning, wanneer men een
maal de techniek geleerd heeft. De snelheid
van dit voortdrijven, schijnbaar zonder doel,
is afhankelijk van het weer. Op mooie, hel
dere en warme dagen is de snelheid nau
welijks merkbaar. Bij sterke wind of regen
achtig weer wordt het tempo versneld.
Sommige op de begane grond levende die
ren zullen zich in een bepaalde richting be
wegen, terwijl boomdieren uit de hoger ge
legen zones precies in tegengestelde rich
ting zullen gaan. Men leert dat bepaalde
diersoorten vaste wegen volgen, niet alleen
op de grond, maar ook door de bomen en
dat de tijden waarop zij daarvan gebruik
maken altijd dezelfde zijn. Sommige dieren
zullen daarbij de aanwezigheid van andere
verraden of duidelijk maken, dat bepaalde
afwezig zullen zijn. Vruchten en bloemen
zijn als evenzovele bakenen op deze voor
onze ogen niet zichtbare wegen.
Dit zich mee laten voeren is natuurlijk alleen
bijbehorende beerput, gewoon uitgegraven
en afgedekt met een kadjangdeksel, bevond
zicht achter het gemak Op een middag
deed Bloodie zo gek, toen ik de kamar ketjil
binnen kwam. Bloodie jankte angstig en
snuffelde en piepte bij de man-hole. Uit de
diepte klonk een zacht gepiep. Vlug de
kleintjes geteldMaatje, maatje, een van
de jonkies is kedjeblos!" Goede raad was
duur. We haalden er onze toekan aer Si
Alidan bij, die ook de beerput placht te
ledigen. Hij wist wel raad; hij liep even om,
lichtte de kadjang eraf en kon toen zonder
veel moeite het jonkie eruit halen. We had
den veel moeite om Bloodie te beletten, het
schoonmaakkarweitje zelf op te knappen.
Vanzelf kwamen we zelden of nooit op het
smalle strookje erf, waar de put gelegen
was. Mijn neef Freddy is er op een keer
ingeploft. Hij wist van de situatie niets af en
kwam ons om vier uur in de ochtend afha
len om naar de trein te gaan. De hele buurt
werd wakker door het misbaar. Tenslotte
viel het nogal mee en we zijn niet te laat
gekomen.
mogelijk bij de dagdieren. Bij de scheme-
ringdieren kan men zich alleen bedienen
van de eerste methode, n.l. het zich ergens
verdekt opstellen. De nachtdieren vallen
helaas buiten onze waarneming, althans
voor een zeer groot deel.
Als zovelen ben ik begonnen op grofwild
te jagen, maar langzamerhand verdween
de lust tot doden, en daarvoor kwam in de
plaats een intense nieuwsgierigheid naar
het -hoe en waarom. Nimmer had ik de re
sultaten van -mijn waarnemingen kunnen
boeken, zonder die zeer zware en harde
leerschool Van het jagen op grofwild. En
indien deze jacht eerlijk wordt bedreven,
zijn de kansen voor jager en wild ongeveer
gelijk, in het bijzonder in de rimba, met zijn
zware begroeiing, en ik schaam mij dan
ook niet daarvoor.
Maar juist het meest interessante grofwild:
de olifant en de rhinoceros dreigt uit te
sterven door een te sterke vervolging en het
steeds kleiner worden van hun woongebied.
En hetgeen ik las, wat Paul Sarasin, de
beroemde Zwitserse reiziger, die ook Indo
nesië bezocht schreef, opende mij de ogen
en deed mij die jacht eens en voor altijd
opgeven, tenzij dat het voortbestaan voor
de bevolking grote gevaren met zich mede
bracht, waarbij ik in de allereerste plaats
denk aan ,,maneaters" of olifanten, die ge
vaarlijk zijn geworden voor de bevolking.
Wat Paul Sarasin had geschreven was:
Every production by human hand, so to
say, every product of civilization, can be
unique and of the highest value. At the
destruction there of the consoling thought
will remain that it is not impossible, that
once again, human beings will be able to
create such a product of art, yes, even
surpass it, but never in the aeons that lie
before us, can a curious, highly organized
animal species retake its place on this
worldstage, once it has been exterminated
and this is the most deplorable in an
aimless or thoughtless way." J. C. H.
1930.
Deze troonrede speelde zich af in de wel
bekende Marine Kazerne Goebeng. Er waren
heel wat miels, die hun ongenoegen over
de dienst uitleefden in het onnodig bevuilen
van de W.C.'s. Ja, zo zijn er. Ook mocht er
niet gedjongkokt worden. Redenen, waar
om er een uitkijk W.C. werd gecreëerd. Zijn
speciale taak was, om toe te zien, dat de
gemakken in behoorlijke toestand werden
achtergelaten en last but not least: letterlijk
toezien, dat niemand ging djongkokken. Dat
kon, want de deuren begonnen zowat 15
centimeter van de vloer. Doch er waren
pienterlingen, die hun schoenen uitdeden
en vervolgens hun broek zodanig strate
gisch op de lege schoenen wisten te plaat
sen, dat de uitkijk niets kon merken. Tot de
uitkijk voorzien werd van een bamboelat,
waarmee hij de broekspijpen kon aftasten
ter constatering van de aanwezigheid van
bijbèhórende benen. Nou, en toen ken niét
meer, Peh.
1943.
Onverwachts deed de Ke.mpeitai ergens in
Soerabaja een inval, om meer „bewijsmate
riaal" tegen de gearresteerde in handen te
krijgen. Zo werden een schoolatlas en een
meetkundeboek in beslag genomen. Een
Jap beduidde een van de jongelui, dat hij
hem het hele huis moest laten zien. Zo ging
het naar de bijgebouwen. Ongevraagdliep
de Javaanse katjong mee, het was een ge
boren komiek. Achtereenvolgens werden
keuken, put, goedang en bediendenkamer
onderworpen aan het spiedend Jappenoog.
Kwam het moment, dat de Jap de deur van
de ouderwetse ruime kamar ketjil opendeed.
Zijn blik viel op de batterij flessen.
„Kamar apa ini?" vroeg hij Si Katjong.
„Kamar è-è" antwoordde hij prompt.
„Itu botol apa?"
„Botol è-è."
„Ha, botol è-è deska." Onderwijl hij snapt
nul. V. N. M.
sa
De vereniging van oud-leerlingen van het
Christelijk Lyceum in Bandoeng houdt haar
jaarlijkse reünie op zaterdag 11 april in de
HOUTRUSTROTONDE TE DEN HAAG.
Zoals ieder jaar te doen gebruikelijk is,
vangt de eigenlijke reünie aan om 15.00 uur,
terwijl dit jaar bovendien een aansluitende
dansavond gehouden zal worden met di
verse attracties, waaronder een floor-
show" en de traditionele „miss- en mister-
VEDO"-verkiezing.
Alle oud-docenten en oud-leerlingen met
hun resp. wederhelften zijn van harte wel
kom!
Inlichtingen kunt U krijgen aan het secre
tariaat van de vereniging: WINKELSTEDE
24, DEN HAAG, Tel. 66 25 52.
19