KNIL wM(. Lied van Jan Fuselier Als vervolg op „Humor van Miel' TOURISTENREISlÏAAR INDONESIË U/M/yf 't goeie ouwe ZACHTE WENK Sommige van die jonge 2e Luitenants, net van de Academie, konden zo heerlijk alles weten. Ze zouden die oude vastgeroeste kolonialen wel even de nieuwste snufjes bijbrengen. En de „oude" Jannen ondergin gen gedwee het spervuur van nieuwe wijs heid. Meestal, maar niet altijd. Hoor, wat zo'n 2e kadraaier bij de Berg- artillerie in Magelang overkwam. Ze waren op marsoefening, en de „oude" Jannen hadden met een stalen snuit de grootste lol om 't ijverige eigenwijze gedoe van de Baroe. Rust langs een bergpaadje. Pracht uitzicht op de Sindoro en de Soem- bing, de machtige toppen boven Magelang. De Luit zit naast een van de oude rotten. Pieterse opent 't gesprek: „En Luit hoe lang bent U nou al in de Oost?" „O, al een maand of twee." „En hoe lang loop jij hier al rond, Pieterse;" „Lang Luit, lang. Ziet U die twee berrege daar? U weet wel, dat benne de Sindoro en de Soembing. Die heb ik nog gekend toen ze niet groter waren dan m'n knie." CANARD GILETTE Bij de Pioniers in Tjimahi hadden we een goede menage. Dat was een hele prestatie in een tijd, dat het menagegeld maar karig was. Een van de illustere bezuinigings ideeën was, om geen hele, maar halve eendeëieren te verstrekken. Jan vond dat niet leuk, bleek tijdens een marsoefening. We kwamen op een weggetje een troep loopeenden tegen, die netter marcheerden dan menige troep. Zegt de ene Jan (oud- gediend) tegen de andere (baroe): „Kijk Jéri, dat benne nou fan die ferrekelinge die een mes in hun achterste dragen." (Vervolg van pag. 20) schillende eilanden van Indonesië. Ook Fre derick zegt dat in het voorwoord van zijn boek: de Maleysche sprake, die in gants Oost-lndiën, als een gemeyne*) spra ke is (alhoewel datter noch vele eygene inlantsche spraken zijn), want de Maleysche sprake wort by ouden ende jongen gebruyct, ende in welcke oock alle coophandelen geschien ende ghedaen worden, tot in de Molucksche Eylanden ende die quartieren toe." Het zal U opgevallen zijn hoezeer nog het moderne Indonesisch op het Maleis lijkt dat 360 jaar geleden gesproken werd. MISVERSTAND Recruut Jansen, net uit Negeri Koud, ge plaatst bij 't Depot Bataljon in Bandoeng, loopt voor 't eerst in z'n beste groen te slenteren over Braga, de winkelstraat van Bandoeng, 't Is een uur of elf 's avonds. Jansen ziet een eenzame figuur in een vreemd uniform aankomen, een soldaat van 't Leger des Heils. Jansen gaat in gedachten 't rijtje langs: marechaussée, luchtmacht, marine, gewapende politie... nee, klopt niet. Dan maar vragen: „Hei seg, wabbèjij foorn knul? Ik kèn dat uniform niet." Plechtig komt 't antwoord: „Ik ben een soldaat des Hemels." Jansen, bezorgd: „Nou moe, bè jij effe 'n end fan je tangsi! Je mag wel op- schiete as je nog foor twalefe binne wil wese." HET KIND UIT SINGAPOER Laat mij nu gaan, ik kan 't niet meer verdragen Van al de liefde die je mij steeds gaf Tot aan het einde van mijn levensdagen Zal ik aan je denken, lieve bruine schat. Zeg onze zoon, die lieve kleine sinjo, Die mij eens noemen zal „een slechte man" Dat ik uit Holland eens een pak zal sturen Waarin van alles zitten zal. REFREIN. Tabeh njonjah ik moet je gaan verlaten Hoe of 't mij spijt, ik moet weer naar mijn moer Maar blank en bruin zullen elkaar nooit haten Dag lieve meid uit het moie Singapoer. En de snelle opkomst en verbreiding van de huidige Bahasa Indonesia is dus mede te danken aan de stevige grondslag die het eeuwen oude Maleis in heel Indonesië had. R. S. KARNI Algemene. 1) Nederlands 2) Indonesiër 3) Vreemde 4) Zijn ze allang weggezeild? 5) Niets dan 6) Gekocht 7) Walaupun 8) Djuma'at (Vrijdag, Moslimse .zondag") als aan duiding van één week VIES GELOERD Recruten bij de Genietroepen in Tjimahi werden regelmatig te grazen genomen. In de eerste plaats natuurlijk om je kripoet te lachen, maar ook om er gehaaide, alerte kerels van te maken, die niet voor 't eerste gat te vangen waren. Bij de Radiodienst werd er elk jaar een naar 't magazijn ge stuurd om de kist met luchtstoringen te halen en bij de Pioniers om de boor voor vierkante gaten. Dat laatste mopje werd echter bedorven omdat de techniek op een goede dag zo'n rare boor produceerde. Op een goede dag had Sergeant Jansen weer eens zin in een lolletje en zei: „Beer, ga naar 't magazijn en haal de taludschaaf. Beer, een ogenschijnlijk slome Indo, die bezig was een talud (dijkglooiïng) bij te werken, legde nauwkeurig zijn patjol neer, zei: „Jawel Sant" en slofte weg richting magazijn. „Beer, looppas!" Beer slofte door. „Hè, Beer, ben je doof? LOOPPAS!" Beer slofte door. „Beer, kom terug." Beer kwam terug. „Waarom looppas jij niet, Beer, als ik dat commandeer?" „Ik wah op uitvoe ringscommando Sant." Beer mocht door gaan met patjol. A. A. P. MAURENBRECHER Later voer de Witte de With samen met de Van Galen. Van de letters VG en WW op de boeg maakten de Jannen: „Veel Geschreeuw", „Weinig Wol". Een ander koppel waren de De Ruyter en Evertsen, met op de boeg de letter D.R. en E.V., door de Jannen uitgelegd als de voorletters van Dorus Rijkers en Eduard Verkade. In een vroeger stadium voer de Hermelijn samen met de Lynx, in de scheepstaal aan geduid met de Hèrmelijn en de lijn X. W. ALLARD De eerste touristische chartervlucht naar Indonesië is thans geheel uitgewerkt en het volledige programma zal in ons nummer van 15 april worden gepubliceerd. Het vertrek is vastgesteld op 23 juli, des avonds te 23 uur van Schiphol, terwijl de reis op 21 augustus des avonds te 18.00 uur zal worden beëin digd. Er worden verschillende mogelijkheden ge boden, d.w.z. slechts één week verblijf in Hotel „Indonesia" te Djakarta (totaalprijs 2.875,of één week in Hotel „Indone sia" en één week in Hotel Savoy" (het voormalig Hotel Homann te Bandoeng), in welk geval de totaalprijs 3.145,be draagt, dan wel twee weken in Hotel „Indo nesia" en twee weken in Hotel „Savoy" (Totaalprijs 3.640, In beide eerste gevallen moet voor de periode, dat men niet in een hotel is onder gebracht, voor eigen logies en voeding worden gezorgd, of men moet dan logeren bij familie of kennissen. Het is vrij kort dag en indien U reeds thans het volledige reisprogramma wenst te ont vangen verzoeken wij U om een telefoontje of briefkaart aan „Reisclub Tong-Tong", Prins Mauritslaan 36, Den Haag, Telefoon 070 - 54 25 42, waarna het gestencilde pro gramma U onmiddellijk zal worden toege zonden. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 21