ATTENTIE B.P.M. SOERABAJA!
B(anjak) P(rettige) M(eisjes). De B.P.M. te Soerabaja telde er vele
tussen de muren van haar fraaie kantoorgebouw, zoals moge blijken
uit deze foto van omstreeks 1927-1928. Na kantoortijd kon men ze
bewonderen op de tennisbanen, in de swimmingpools Brantas en
Tandjoeng Perak, op de gladde dansvloeren van Simpang Club, de
Cercles Intime hóé intiem of Artistique. Wie eenmaal in de
olie was letterlijk bedoeld natuurlijk zal ongetwijfeld vele van
deze lieftallige wezens op deze tennisfoto herkennen. Naast Mac
Gillavrij midden voorste rij aan diens rechterzijde mejuffrouw
Matzen (bij haar vriendin Bonzo), tweede van rechts mejuffrouw
Martens.
Lieve meisjes van Toen, mes hommages H. B.
(Vervolg van pag. 6)
die trouwen „binnen de stam". Ik weet het:
mijn vader was Totok. Hij was een door en
door goed mens, die alle extra-moeilijk
heden in zijn menghuwelijk welgemoed en
moedig aandurfde. En zo ken ik er persoon
lijk honderden en honderden, ook (en juist)
in de milieu's der hoogst ontwikkelden.
Dominee kan verder (op grond van o.m. de
bijbel) het menghuwelijk niet verbieden,
maar heeft bezwaren tegen kinderen uit
zulke menghuwelijken. Als dus het echtpaar
er maar voor zorgt dat het huwelijk kinder
loos blijft, gaat het huwelijk er nog mee
door? En zijn kinderen dan geen zegen van
elke echtvereniging? En heeft de Zoon
God's niet gezegd: „Laat de kinderkens
tot mij komen?" Als maar meer mensen
(vooral God's dienaren) hiernaar handelden,
zouden niet zovele mengbloeden „niet geac
cepteerd" blijven in deze Christelijke maat
schappij!
Er is in al de decennia achter ons maar één
Christen geweest, die dit gedaan heeft met
grote liefde, opoffering en toewijding: Johan
van der Steur. Zijn naam hoorde in alle
Christelijke huizen gestaafd te zijn met
gouden letters... maar hij is vergeten in een
maatschappij, die verder ijverig minnetjes
blijft aantekenen in het plus-loze boek van
de mengbloed.
Dominee werd uiteraard in zijn eigen kolom
men (in een later nummer) ook op de
vingers getikt voor dat „type leerling dat
tot tien uur in zijn bed blijft liggen, maar hij
houdt halstarrig vol dat dat fout is. Alleen:
daar gaét het niet om. Hoeveel Indische
leerlingen zijn ijverig, ambitieus, leergierig
in hoge mate en vormen dus een ander (en
een plusI) type? Waarom dit zelfs maar
niet even genoemd? Ik heb zelf in Holland
les gegeven op scholen, waar het langer in
bed liggen bij sommige typen zó vaak voor
kwam, dat zelfs de politie eraan te pas
moest komen om ze op te halen. Maar nooit
heb ik (noch welke andere Indischman ook)
het in mijn hoofd gehaald om deze jongens
typerend te achten voor de Hollandse
schooljeugd.
Nogmaals: het Nederlandse volk kent de
Indische groep niet, heeft er niet de minste
moeite voor over om deze nieuwe bevol
kingsgroep grondig te bestuderen in al zijn
lagen, en loopt maar al te graag rond
met afbraak-argumenten, die nóg meer ver
vreemding veroorzaken. Natuurlijk ontstaan
door menghuwelijken praktische bezwaren,
maar is dat een reden voor een ontwikkeld
en christelijk denkend mens om ze uit de
weg te gaan?
Sinds twee duizend jaar geleden de bood
schap werd gegeven om de wereld in te
gaan en het woord Gods aan alle volkeren
te brengen, zijn er miljoenen menghuwe
lijken geweest en leven er over de hele
aarde miljoenen en miljoenen mengbloeden,
vaak zelfs gegroeid tot zelfstandige naties.
Elders zijn ze als enclaves tussen andere
volken blijven bestaan. Het ontzaglijk ge-
intensiveerde internationale verkeer tussen
vele volkeren schept steeds nieuwe meng
huwelijken en mengbloeden, maar als met
blindheid geslagen zit de „oude wereld"
daar vaak neusoptrekkend tegen aan te
kijken.
De mengbloedgroep in Nederland is maar
een heel klein pinkje van de mengbloed-
reus, die over de gehele wereld ligt. Waar
om dat pinkje niet beter bestudeerd in
plaats van alsmaar geprobeerd het af te
hakken? Het getuigt van zo erg weinig
ruimere visie en wereldwijsheid. Maar ook
al zou men 't probleem alleen maar nationaal
willen bekijken, waarom huldigt men aan de
ene kant het principe „weg-assimileren,
want na vier generaties zijn er geen meng
bloeden meer" (ja, het IS gortig!) en als
onze kinderen op de goede weg zijn, hun
huwelijk afraden?
Ik ben niet gebelgd of op mijn tenen getrapt,
ik sta alleen maar stomverbaasd over zo
veel gebrek aan werkelijkheidszin bij de
„nuchtere Hollander". Gelukkig zijn er nog
andere nuchtere Hollanders, d.w.z. er zijn
dominees die anders denken en handelen.
Zo jammer alleen dat zij zo weinig gehoord
worden! Dan ontstaaat langzamerhand een
„plus-balans" voor een eerlijker oordeel.
Zo lang dat niet gebeurt zijn disputen als
deze (en dat includeert dus mijn antwoord)
waardeloos. Want opschieten doen we niet.
T. R.
7