P. A. Ouwens
L. C. Admiraal f
Hans Martin f
Zondag 5 maart 1922 overleed na een lang
durige ziekte de oud-conservator van het
Zoölogisch Museum te Buitenzorg, majoor
P. A. Ouwens.
Weinigen zijn er, die bij een bezoek aan
Buitenzorg het museum hebben bezocht en
niet enthousiast de voor het publiek be
stemde zoölogische collectie hebben verla
ten, verbaasd over de rijkdom der fauna van
deze gewesten!
Deze verzameling, dit museum, was bij uit
stek de schepping en het troetelkind van
,,de majoor", zoals de heer Ouwens in de
wandeling genoemd werd. Reeds in zijn
vorig beroep, dat hem uit de aard der zaak
door vele streken van de Archipel had
gevoerd, waren door hem met grote op
offering van tijd en geld, zeer aanzienlijke
collecties, voornamelijk bestaande uit insec
ten en schelpen, bijeengebracht. Ook op
ander zoölogisch gebied bezat hij veel erva
ring. Daarvan getuigt o.a. zijn later ver
schenen fraai geïllustreerd werk over de
Indische giftige slangen.
Toen dan ook onder de onvergetelijke
Treub te Buitenzorg een Zoölogisch Mu
seum werd opgericht, was voor de betrek
king van Conservator de majoor de aange
wezen man. Tot kort voor zijn dood heeft
Ouwens deze betrekking met onvolprezen
toewijding vervuld en toen hij door de toe
nemende gebreken des ouderdoms genood
zaakt werd zijn ambt over te dragen aan
een jongere kracht, viel het scheiden hem
zeer zwaar.
Hoewel de majoor wel eens wat ruw kon
uitvallen, een eigendommelijkheid hem mis
schien uit zijn vorig beroep bijgebleven,
wist ieder die hem van nabij had leren ken
nen, dat onder het ruige uiterlijk een nobele
inborst schuil ging. Wij denken dan ook met
veel waardering aan de majoor terug.
Voor zijn dood heeft hij gelukkig nog de
voldoening kunnen smaken, dat zijn grote
verdiensten door de regering werden er
kend. Het door hem geschapen publiek
museum, kon de vergelijking met andere
instellingen van dien aard in naburige kolo
niën, wat rijkdom aan een fraaiheid van ob
jecten aangaat, met glans doorstaan, wat
des te meer aanspraak heeft op onze be
wondering, daar wij wisten over hoe geringe
Op 16 maart j.l overleed op 80-jarige leef
tijd de heer Leendert Cornelis Admiraal,
v.m. agent van de K.P M. te Makassar en
Padang, daarna chef algemene dienst
passage der J.C.J.L. en nadat hij deze laatste
dienst verliet directeur en oprichter van het
N.l. Toeristen-Bureau „Nitour".
Na zijn repatriëring werd hij in Nederland
nog oprichter en ere-voorzitter van de Ned.
Ver. Tot Bescherming van Voetgangers.
De meeste Indischgasten zullen hem gekend
hebben als directeur van „Nitour".
Na een welbesteed leven moge hij in vrede
rusten.
P. A. Ouwens
qeldmiddelen de Conservator te beschikken
had.
Hoe populair het museum was en nog steeds
is, kan blijken uit het enorm drukke bezoek
zowel van Europeanen als van bezoekers
van andere landaarden. Volkomen heeft de
majoor dan ook voldaan aan de hem des
tijds gegeven opdracht: het stichten van
Reeds vroeg in 1921 kwam Hans
Martin bij de KLM, eerst als secretaris van
de directie tot 1934. In 1938 werden zijn
verdiensten in verband met de voorbereiding
en de tot stand koming der vliegdiensten op
Ned. Indië, in het algemeen op Azië, be
loond met het onder-directeurschap. Tijdens
de tweede wereldoorlog werd hij plaats
vervangend directeur tijdens de afwezigheid
van Plesman. Van 1945 tot 1949 werd hij
directeur van de KLM. De spectaculaire
groeiperiode van burgerluchtvaart maakte
hij niet alleen mede, maar hij heeft zelf daar
toe veel bijgedragen tezamen met Plesman
en P. Guilonard. In 1949 verliet hij na 28
jarige dienst de KLM. De aanleiding daar
toe was een verschil van mening met
Plesman.
Oorspronkelijk eerst in de journalistiek
werkzaam, wijdde hij na zijn vertrek zich
aan de tweede periode van zijn literair werk.
Wie van ons kent niet zijn „Malle Gevallen"
(1913)! Zijn toneelstuk „De Vrijbuiter" werd
door het Hofstad Toneel (Cor van der Lugt
Melsert) in 1924 opgevoerd en beleefde
meer dan 200 opvoeringen. Vlak voor de
oorlog publiceerde hij „Vrijgevochten" en
„Getijden", dat met zijn eerder oeuvre de
een museum tot nut en lering van het
publiek.
Aan hem is het dan ook te danken, dat
voortgang kan worden gemaakt met de meer
zuiver wetenschappelijke collecties.
Door zijn uitgebreide connecties en de be
langstelling die hij bij leken voor de fauna
van Nederlands Indië wist te wekken, zijn
ook belangrijke zoölogische vondsten aan
het licht gekomen, waaronder wij o.a. noe
men de vondst van de reusachtigen waraan
van het eiland Komodo, die door hem in
de Bulletins du Jardin Botanique in 1912 als
nieuw voor de wetenschap, onder de naam
van Varandus komodoënsis Ouwens, be
schreven werd. Deze grote waraan kan
max. 7 meters lang worden.
Zo nu en dan heeft de majoor, die er steeds
zeer moeilijk toe te brengen was om zijn
rijke ervaringen op schrift te stellen, bijdra
gen geleverd voor „De Tropische Natuur"
en als de redactie van hem Zoölogische
voorlichting behoefde werd de majoor
steeds bereid gevonden om uit zijn schat
van kennis inlichtingen te verstrekken.
Een plaquette met zijn buste zal in het
museum de majoor als stichter, in herinne
ring doen houden.
Een verdienstelijk werker is van ons heen
gegaan. Hij ruste in vrede.
Ontleend aan: De Tropische Natuur, XI
Jaargang.
eerste periode afsloot. Uit deze tijd stam
den zijn gedichten (1908) en in hetzelfde
jaar ook nog „Onder jongens en meisjes".
In 1911 verscheen Danseresje. Daarna ver
scheen eerst na de oorlog in 1950 zijn „De
grote dwaasheid". Nu kwam in een snelle
opeenvolging „Branding" (1951), „Hoog
Spel" ('52), „Het verlangen" (.53), „Marga"
('54), „De verre weg" ('55), „Het Aambeeld"
('56), „Late Zomer" ('57), „Marianne" '59),
„Schering en inslag" ('60), „Het kortste
eind" ('61), „Herfsttij" ('62), enz., enz. In
Denemarken was hij een algemeen bekend
auteur en kwam zijn werk uit in 35.000
exemplaren (1e oplage)! Over enige tijd zal
verschijnen „Het onvervulde", dat tegelijk
zal uitkomen in Scandinavië.
Hans Martin was een nuchter man, reëel,
soms gewild hard om zijn gevoeligheid te
maskeren, en in zijn gesprekken kon men
aanvoelen dat hij een persoonlijkheid was
rnet een sterk getinte humor, ja, zelfspot.
Zijn vrienden konden altijd staat op hem
maken, voor hen is inderdaad een uitzonder
lijk mens uit hun leven heen gegaan, die
twee levenscarriëres tot een bijzonder goed
einde wist op te voeren. J. C. H.
Geb. 9 nov. 1886 in Leiden - Overl. 20 maari 1964 ie 's-Gravenhage -
Hans Martin gestorven! Dit bericht eerst na zijn crematie bekend gemaakt heeft ons dubbel
getroffen: èn als luchtvaartpionier, èn als auteur van gedichten, toneelstukken en talrijke
romans. Hans Martin was een uitzonderlijk mens! Hij was in feite de auctor intellectualis van
de vliegverbinding AmsterdamBatavia, die de „Flying Dutchman" beroemd maakte. Wij
Indische Nederlanders droegen vooral deze luchtvaartmaatschappij een warm hart toe, en
met haar de eerste Nederlandse pioniers.
4