De grote mogelijkheden van de kleine mens
Soms wordt Het Grote Klaaglied ons wel al
te bar. De opsomming van rampen en noden
in de wereld. De absolute bestaanszeker
heid die maar niet komen wil ondanks so
ciale zekerheden. De voortdurende waarde
vermindering van de valuta. De steeds weer
dreigende koude en warme oorlogen. Enz.
enz.
De mensheid leeft eigenlijk in een continue
Angst en zelfs het Geloof dat eens brand
stapels en martelkamers tartte, schijnt ons
niet voldoende meer te bezielen om de toe
komst onbevreesd tegemoet te treden. De
menselijke werkzaamheden worden kleiner:
niet meer dan acht uren per dag. Twee
vrije dagen in de week. En tóch nog altijd
moe...
Dat zijn de beelden die ons voortdurend
omringen. En voorbeelden van grote moed
en volharding zien we haast niet. En tóch
bestaan ze. We vinden ze soms bij toeval
ergens ver achter in een blad. Van vaak
heel kleine mensen met een onvoorstelbare
moed om alléén door te vechten met alle
,,odds" tegen.
In Pasadena in Californië woont een boks-
trainer met de onwaarschijnlijk romantische
naam van Canto Robledo. Hij voedt jonge
kerels op in ,,the noble art of selfdefence."
In dertig jaren heeft hij niet minder dan 500
goede boksers „afgeleverd", waarvan ette
lijke de finales bereikten van de „Golden
Gloves" amateur-kampioenschappen. Ama
teurs. Hier wordt geen geld verdiend. Ro
bledo is dus maar een arm man.
Maar nu het fantastische: Robledo is meer
dan dertig jaren blind! Meer dan dertig jaren
geleden werd hij als jong boksertje met
grote verwachtingen in de ring blind gesla
gen. Reden voor ieder ander mens om met
grote haat tegen de bokssport de rest van
leven te slijten met bittere wrok. Uitgescha
keld en verloren.
Niet aldus Robledo. Reeds jong had hij het
andere element in het boksen gevonden dat
miljoenen mensen nooit vinden of begrijpen
(Vervolg van pag. 8)
toch was het geval? Men was 's morgens
vroeg uit Batavia vertrokken bij een tempe
ratuur van 18° en men had zich beijverd
gedurende de rit die zelfde temperatuur in
de rijtuigen te handhaven. Om 2 uur 's mid
dags was het in Djokja onder de stations-
kap echter geen 18°, maar 36°. Zo'n plot
selinge overgang was voor de dames wel
wat veel geweest!
Rest mij nog te vermelden, dat wijlen Ir.
J. F. H. Koopman, van wie ik indertijd de
gegevens betreffende de Fa. Olie Co.
mocht verkrijgen, reeds in 1903 een ont
werp opstelde voor een overdekte ijsbaan
op het Koningsplein te Batavia. De baan
was gedacht met een oppervlakte van
1000 m2. Het plan kon echter niet tot uit
voering komen, daar aanleg- en exploitatie
kosten dermate hoog zouden worden, dat
er een dag-bezoek van minstens 250 per
sonen, tegen een entree-prijs van 2,50
nodig zou zijn, om het bedrijf rendabel te
maken.
kunnen: dat het bestaan van elk mens een
bestaan van vechten is, in welke vorm dan
ook voor welke zaak dan ook. En dat deze
Vechtende Mens voor zijn goede zaak en
voor zijn persoonlijke eer beschikken moet
over vechttechniek. En dat het leren van
deze techniek (door beschaafde volken toe
gepast in de militie-training) een kunst op
zichzelf is, in dienst van zijn „survival."
Dus blééf Robledo in de ring. Zijn handen
en oren namen de taak over van zijn blinde
ogen. Dit lijkt onaannemelijk. Maar in de
historie van de bokssport hebben zulke
mensen meer bestaan, o.a. de beroemde
Boston „Tar Baby", een neger die de laatste
wedstrijden van zijn loopbaan volslagen
blind was, maar zijn tegenstanders „waar
nam" door het geschuifel van de voeten,
wist hoe de slagen zouden aankomen en
dus wist hoe hij ze ontwijken of in tegen
offensief onschadelijk maken moest. Zo
trainde oo Robledo zijn jongens. En hij
maakte er als ziende boksers uitstekende
vechters van.
Elk mens is in het leven op een bijzondere
manier gehandicapt maar alleen de zeldzame
enkeling overwint de verschrikkelijkste han
dicap en leeft zonder vrees: het grootste
geluk dat God een mens op aarde schenken
kan.
In één van de woestijnen van Zuid Cali
fornië, daar waar de zeldzame Joshua-boom
In 1938 maakte ik op verzoek eveneens een
dergelijke calculatie voor een ijsbaan in het
Deca-Park. Daar de Bedrijf-reglementering
het onmogelijk maakte het project met een
(overigens voor Batavia volkomen overbo
dige) ijsfabriek te combineren en de plaats
voor een koel- en vrieshuis volkomen onge
schikt was, kwam ik tot een dergelijke nega
tieve conclusie als indertijd Ir. Koopman.
Helaas is het merendeel der door mij in de
loop der jaren verzamelde gegevens in de
oorlog verloren geraakt, zodat ik thans met
dit bescheiden overzichtje zal moeten vol
staan.
Tabé dan hormat,
H. A. C. RINK
Oshawa, Ontario, Canada
We hadden zo graag een foto geplaatst bij dit
belangwekkende artikel. Maar de enige foto van
een oude ijsfabriek die we konden bemachtigen
was helaas te slecht om te laten clicheren. Kan
een van U ons misschien hieraan helpen? Als U
hem niet missen wilt, dan te leen. RED.
groeit, leeft de 85-jarige Bill Keyes, „King
of the Joshua Tree". Hij leeft daar sinds
zijn 20ste jaar, alsof er geen mooie rijke
steden of vruchtbare streken in Amerika
bestaan. Bill zag het leven in deze woes
tijn (die ik zelf gezien en „beleefd" heb:
zand, rotsbergen, cacteeën, temperatiuren
boven de 100 graden) als een uitdaging. Hij
nam die uitdaging aan en begon een cattle-
ranch, een vee-boerderij. Begrijp goed: een
leven zonder dokter of apotheek, zonder
enige vorm van moderne ontspanning, zon
der electriciteit of gas, zonder gegarandeerd
inkomen of uitzicht op pensioen, een natuur
zonder bomen of groene weiden, slechts een
paar half-uitgedroogde putten. Maar de
woestijn kreeg Bill niet klein of weg. Toen
hij 65 jaar was (de pensioengerechtige,
gojang, kaki leeftijd) sloeg het noodlot toe.
In een twist met een buurman schoot Bill
hem uit zelfverdediging dood. Er waren geen
getuigen. Bill werd niet geloofd. Hij mocht
blij zijn de elektrische stoel niet te krijgen,
maar levenslang kreeg hij toch.
Twee mensen bleven wakker en strijd
baar: de detectiveromanschrijver Erie Stan
ley Gardner en de Time-journalist Ed Ains-
worth. En een flink brok van hun „lekkere
leventje" en goede geld offerden ze op om
voor deze geheel vreemde zonderling in de
woestijn een nieuw proces te beginnen. Hoe
erg weinig mensen zijn er die voor een
goede vriend in nood durven opkomen, laat
staan voor een volslagen vreemde. Maar
deze twee deden het. Zij wonnen. Vijf jaar
later werd Bill op vrije voeten gesteld. Hij
was toen zeventig jaar en prompt ging hij
naar zijn ranch terug, ongebroken, niet ver
nederd of door schaamte geknakt, wijzer
geworden, want „in de gevangenis heb ik
met filosofie leren kennis maken; ik heb
veel boeken gelezen; ik houd van filosofie."
En hij had meer geleerd: hoe hij dammen
bouwen moest om de sporadische stort
regens een flinke voorraad water af te dwin
gen.
Nu begon wederom het onwaarschijnlijke:
geheel eigenhandig en op een leeftijd van
zeventig jaar begon deze onverwoestbare
vechter dammen te bouwen. De eerste een
gevaarte van maar even 22 voet hoog en
honderd voet lang! Daarna twee andere
dammen. Nu zijn er drie meren in de woes
tijn, een mijl tot mijl lang, die honderden
touristen trekken in deze verschrikkelijke
zandzee.
Eén man. Tegen een woestijn. En overwin
nen als grijsaard. Het is ongelooflijk en het
is eenvoudig waar.
Wij kijken misschien te veel naar de Grote
Kampioenen in de kranten. Naar de staats
leiders, de culturelen, de economen. En wij
kijken niet naar de eenvoudige mensen on
der ons. We hebben onze conceptie van
wat wérkelijk groot is, bedorven met schijn
beelden. De nieuwe wereld begon niet in
Jeruzalem, maar in Betlehem; niet in Bagdad
maar in Mekka. Misschien moeten we alle
maal een beetje „straatslijper" worden om
zoekende tussen de mensen zonder lauwer
takken de nieuwe Gekroonde te vinden.
T. R.
9