Wat Njoek, het apenjong beleefde VOOR ONZE BIBIT Tante Mieke Lieve tante Mieke, Hartelijk dank voor uw brief van 18 maart met de ingesloten boekenbon. Zaterdag 28 maart heeft mijn papie de bon bij de boe kenwinkel geruild met twee boeken en twee kwartjes bijbetaald. De titels van deze boe ken zijn: Biggies en het luipaard-mysterie en de Avonturen van Dick Trom. Mijn pappie zegt: „Je lah je rot als je het laatste boek leest." En het is inderdaad zoals papie heeft gezegd. Wanneer komt er weer een puzzel of raad sel in de Tong-Tong voor de jeugd? Daar doe ik natuurlijk weer aan mee. Dit post papier heb ik ook gewonnen met een puzzel in Donald Duck. Dinsdag de 24 dezer ook weer een boek gewonnen als prijs voor een puzzel uit Donald Duck. Dit boek heet: „De kleine boze wolf". Tante Mieke, ingesloten een foto van me. Hier was ik drie jaar oud. Het is gemaakt in Bandoeng (Taman Maloe- koe) en de andere foto op de boot naar Holland. Hoe vindt U deze foto's. Dag tante tot een volgende keer. LEO SIMON We plaatsen deze leuke brief van Leo die wel gericht is aan tante Mieke, maar die ik nu beantwoord. Tante Mieke en Iks zijn twee verschillende personen. Tante Mieke schrijft die mooie verhalen over Njoek, schrijft jullie de meeste brieven en maakt ook de meeste puzzels. Ik kijk ze na, ver stuur de prijzen en schrijf het briefje hierbij. Op dit briefje schreef Leo nu terug. Leo stuurde twee foto's, maar we hebben de leukste genomen. Het kost n.l. nogal veel centjes om zo'n foto voor het blad te laten clicheren. Zo'n cliché is hele maal van lood zoals ze dat noemen. Eigen lijk is het een mengsel van zink en lood. En we willen ook zo graag eens de Hier is een foto van Leo Simon toen hij drie jaar was. Dat is alweer een hele tijd geleden, want nu is hij tien. Deze foto werd gemaakt in Bandoeng. Je zou haast zeggen dat het een park hier in Hol land was. Alleen is het hier wel een beetje kouder. Leo is ook al zo'n trouwe puzzelaar. Hij heeft er al eens een boekenbon mee verdiend, en hij schreef er zo'n leuke brief over. Die staat hierbij afgedrukt. andere bibits een plaatsje geven in ons blad. De foto moet wel goed scherp zijn, want hij gaat wat achteruit door het clicheren. Leo had ook deze keer beide puzzels goed opgelost. Of hij een prijs krijgt weet ik nog niet want nu ik dit briefje zit te tikken is het nog geen 15 mei en dan is pas de sluitings datum. IKS DE GELUKKIGEN De bibits hebben weer geweldig hun best gedaan. Goed zo kinderen. Het enige nare vind ik maar dat ik jullie niet allemaal een prijsje kan sturen, maar dan zou Tong-Tong wel gauw op de fles zijn, zoveel goede op-f lossingen kreeg ik binnen! De gelukkigen? Wel dat was voor het raadsel voor de oudere kinderen: Inge van der Kruk in Putten (15 jaar). We stuurden haar een echte Mexicaanse zomerhoed. Voor de rebus van tante Mieke viel de prijs ten deel aan: Francis van Leeuwen in Apeldoorn (8 jaar). Zij mag kiezen tussen een mooi poëzie album en een schetsboek met een doos verf. En tot slot een troostprijsje voor: Huub Jansz in Den Haag (8 jaar). Bestaande uit een mooie doos kleurpot loden. Moet ik ook nog de oplossingen opschrij ven? Ik zit al afschuwelijk krap met de ruimte! Bovendien waren er geen fouten deze keer en hebben we eerlijk geloot. IKS Leuk, nu kunnen we een beetje kennis met elkaar maken. Dit zijn de zusjes Butteling die in Parama ribo (Suriname) wonen. Van links naar rechts zie je Conny, Jane en Nancy. Conny is 13V2 iaar en zit in de eerste klas van de Mulo. Jane is 15 jaar en zit in de tweede klas Mulo. Nancy is 10 jaar en zit in de vierde klas L.S. Het zijn trouwe klantjes van tante Mieke en doen ook elke keer mee met de puzzles. Heb je de kleurtjes wel ontvangen Nancy? Njoek voelde zich best tevreden in zijn vakantiebungalowtje. Overdag kroop hij door de schoorsteen naar buiten en ver maakte zich in de omgeving van het huisje, zocht voedsel, deed spelletjes met dieren uit de buurt, en zocht tegen het vallen van de nacht zijn prachtige woning op. Hij be greep, dat hij daar het best beschut was tegen allerlei gevaar, tegen boze beesten en tegen storm en regen. Hij had zelfs een buitengewoon geschikt nestje gevonden om te slapen. Het stond op vier poten en was gevuld met zachte en warme dingen, waar hij zich lekker behaaglijk tussen rolde. Hij herinnerde zich niet ooit zo heerlijk zacht en prettig geslapen te hebben. Zo had hij nu al verscheidene nachten in het vakantie huisje doorgebracht, toen de grote veran dering kwam. Er kwam op een dag een vreselijk raar groot beest op ronde draaiende poten de heuvel op, Njoek keek er zijn ogen naar uit, en nog meer, toen er uit dat gekke dier een mens stapte, en toen nóg één en toen nog een heel kleintje. Daarna kwamen er nog een paar vierkante dingen uit, die het grootste mens meedroeg, het andere mens, Njoek voelde instinctief, dat dit het moeder mens was, nam het mensen-kind bij de hand en zo klommen ze met hun drieën het laatste stuk van de heuvel naar boven. Toen raakte Njoek in paniek. Er dreigde gevaar. Hij moest zich verstoppen. Waar kon hij zich beter terugtrekken dan in zijn nieuwe koninkrijkje, dat van hem alleen was? Maar het was voor beide partijen een vol komen verrassing, toen ze op het zelfde ogenblik de woonkamer van het huisje be traden, Njoek door de schoorsteen, de mensenfamilie door de deur. Njoek gilde, de mevrouw gilde nog harder, het kind juichte: „een echt aapje!" maar de meneer zette de koffers neer en stak zijn handen uit om Njoek te vangen. In zijn angst wist Njoek niet meer welke kant hij uit moest. Hij sprong krijsend het huisje rond De meneer had de deur weer snel gesloten. Maar mevrouw riep bang: „Laat hem toch er uit, straks bijt hij ons nog." „Het is nog zo'n jong dier, dat kan een leuk speelgenootje voor ons meiske zijn." Me neer gaf het nog niet op. Hij wilde Njoek weer grijpen. Die zat op een laag kastje, midden tussen de theekopjes. Meneer sprak hem zachte woordjes toe. „Kom dan, kom dan maar. Ik doe je geen kwaad, beestje. Hoe kom je hier zo verzeild, klein ding. Wat zal je moeder naar je zoeken." Njoek nam weer een sprong, gooide gelijk een kopje stuk. Hing nu aan de lamp te schom melen. „O, pas toch op, straks breekt-ie de hele boel" zei mevrouw, doodsbang voor onge lukken. Maar het kleine meisje was helemaal niet bang. Ze ging onder de lamp staan en stak haar beide armpjes naar het aapje uit. „Och, lief aapje, kom toch bij Marjanneke, ik houd zoveel van jou. Spring dan in mijn armpjes? Toe dan maar? Je hebt zo'n vre selijk lief snuitje. Wil je niet mijn babypop zijn?" (Lees verder pag. 17) 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 16