Pijnlijke zaken Sommige gebeurtenissen en problemen rondom onze „Indische maatschappij" hebben zo hun zere kantjes net zoals elke maatschappij ze heett. Komen ze aan de orde, dan is er bij directie en redactie vaak een hele strijd of ze „aangepakt" moeten worden of niet. Vaak is het beter om er helemaal niet over te praten en dan doen we het ook niet. Sommige „zeertjes" komen echter zo periodiek terug dat het doodgewoon laf is om ze verder uit de weg te gaan. We zullen er hier twee bespreken: De eerste betreft het „Japanse zeer" en leest U eerst deze brief, waarin een andere brief: EEN BRIEF UIT JAPAN Een tijd geleden schreef de heer F. F. Hor- nung (Sumatrastraat 95, Den Haag) mij naar aanleiding van mijn artikel in Tong-Tong 7e jaargang no. 10 getiteld „Opa's Kerstmis" of het niet aardig zou zijn, aan „Opa", die als kampcommandant de krijgs gevangenen te Tjilatjap zo bijzonder humaan behandeld had, alsnog een dankbetuiging daar voor te sturen,ondertekend door wie via Tong- Tong daartoe bereid gevonden zouden -worden. Verzocht om het initiatief hiertoe te nemen, heb ik eerst informaties omtrent adres enz. van Opa, t.w. destijds grootmajoor Aoki, ingewon nen bij de Japanse Ambassade te Den Haag. Na verloop van tijd kreeg ik bericht dat Mr. Aoki „after the war participated in the inde- pendance activities of the Indonesian people in Java, but he was captured by the Netherlands army and executed on 21ste May 1949Vel werd het adres van zijn iveduwe er bij opge geven, aan wie ik toen na overleg met de heer Hornung geschreven heb, haar stellig uit naam van velen te kunnen vertellen, dat bij krijgs gevangenen van het kamp Tjilatjap op Java erkentelijkheid en een goede herinnering is bijgebleven aan het beschaafd en alleszins men selijk bewind, door wijlen haar man Mr Aoki over het kamp gevoerd. Lang hierna ontving ik een artistiek beschil derde brief in Japanse karakters, die blijkens de vertaling, door de Japanse Ambassade mij welwillend verstrekt, de volgende inhoud had: TRANSLATION A Happy New Year. We are extremely grateful to the letter from an unexpected person. I must apologize for a long delay in re plying to your letter. I am one of the daughters of late Mr. Seishiro AOKI. I am writing this letter in place of my mother. Twenty-two years have passed since my father left us for the battle-field. We certainly believed that he should have come back to us, but we were infor med quite late after the war that he had been executed to death as a war criminal. I was deprived of my father when I was four years old and so I have the slightest memory of him. But my elder brother and tister would often tell a story that the father was a severe personality. Your letter however, tells about another side of his personality generous and warm. I am very glad to knoiv it. I really hate war which seperates father and brother from a family and brings hatred to the human society. My mother was pleased with tears in her eyes to read your letter. We wish you to give our best regards to your friends overthere. We again thank you very much. May God bless you. SETSUKO AOKI Het heeft dus nabestaanden van Mr Aoki wel deugd gedaan, van vroeger vijandige zijde een appreciërende getuigenis te krijgen betref fende diens optreden als kampcommandant. De gevoelige reactie uit Japan gaf mij een treffende kijk achter de schermen." Mr. M. J. A. OOSTWOUD WIJDENES Hiermee staan we „midden in het zeer" en op de eerste plaats willen we een saluut brengen aan Oostwoud Wijdenes omdat hij open en vrij en met volle ondertekening de kwestie te berde durft brengen (ja, er is echt durf voor nodig als je zo gemakkelijk door zoveel andersdenkenden op de korrel geno men wordt). We weten er van mee te praten want er is geen blad in Nederland waarvan de lezers zoveel „Japans leed" hebben ondervonden als Tong-Tong. De algemene geestesinstelling is wel zo dat onze lezers geen goeds meer over Japan willen horen, dus zo ongeveer als de Nederlandse anti pathie tegen alles wat Duits is. ALLES is hier fout en het is zelfs onsympathiek zo niet ongepast om ook iets goeds aan te wijzen tegenover de „overbalance" aan kwaad. Dit heeft o.m. ten gevolge dat ook algemeen culturele waarden, zoals Japanse cultuur en kunst, definitief buiten de deur gezet zijn. Wij kunnen dit goed begrijpen, want zeker is er ook geen blad ter wereld dat zoveel leed van de Japanse oorlog over zijn lezers heeft zien gaan als ons blad. Nochtans: evenals zoveel leed onvergetelijk is gebleven, is ook het goede dat hier en daar werd meegemaakt voor enkelen onver getelijk gebleven. En zowel het algemeen humane oordeel als het christelijke oordeel brengt velen ertoe om te MOETEN spreken voor wat goed was en dat in het algemene vonnis de goeden niet mogen ondergaan. Dit is een FEIT, hoe persoonlijk men er ook over denkt. En aangezien dit feit ook bij Tong-Tong bestaat, zal dit feit „aan de balk" gaan. De reacties hierop zullen aan tonen in hoeverre dit standpunt van de redactie gerechtvaardigd is of niet. Wat mijn persoonlijke opinie is, heeft daar weinig mee te maken. Ik ben nu eenmaal behept met een weinig rancuneus geweten en zelfs niet met een verlangen om „conse- kwent rechtvaardig" te zijn in die zin dat op elke schuld boete hoort uitgemeten te wor den. „Ini perkara Tuhan Allah"; ik ben geen rechter over mijn medemensen. En daar naast blijf ik een „sentimentele knul" en ben in dit geval getroffen door een meisje dat haar vader niet meer heeft zien terug komen uit de oorlog, hem officieel aange merkt weet als een soort „criminal" die zijn gerechte straf te pakken heeft. En dan op eens uit onbekende verten een brief krijgt van een vreemde, die haar zegt: „Ik heb je vader ook anders gekend. En zijn goede kanten zijn voor mij onvergetelijk gebleven!" Ja, zulke wonderlijke dingen gebeuren in onze wonderlijke wereld en het is normaal dat ze in dit wonderlijke blad geregistreerd worden, ook al kost ons dat abonnees. We kregen ook brieven die onze openbare aandacht weer vroegen voor de zaak „Am- bon moet vrij", nu meer in het bijzonder voor de verwachte executie van dr. Sou- mokil. We hebben in Tong-Tong NOOIT over deze zaak geschreven, omdat dit een Indo nesische kwestie is van interne aard en wij ons met interne politieke zaken van Indone sië NOOIT hebben willen bemoeien, deels omdat wij van modern Indonesië niets afwe ten, deels omdat we de bestaande voor lichting erover onvoldoende (en vaak „scheef") vinden, en tenslotte omdat wij ons bewust zijn van onze nederige plaats op het wereldtoneel en zelfs in de appreciate van resp. het Nederlandse en het Indone sische volk, voor wie wij officieel niet be staan. Onder zulke omstandigheden toch maar meepraten is als het gekef van een hondje: zonder nut en zonder zelfres pect. Maar er is voor mij persoonlijk ook een diepere kant aan dit „Ambons conflict": ik heb heel goede en heel oude vrienden aan beide kanten. Ik heb b.v. met ir. Manusama (Joop), ambassadeur voor Vrij Ambon in Nederland (al is hij het natuurlijk niet offi cieel daarvoor is de Ned. regering after all te voorzichtig), samen op school geze ten. Hij was mijn klasgenoot. Ik zal mijn omzwervingen door „ons Mèstèr" nooit ver geten, noch ooit zijn broertje Maus Manu sama, die momenteel als Indonesisch hoofd ambtenaar voor landbouwzaken in New York zit, en die dus „politiek-technisch" zijn broers vijand is. Maar het zijn broers, weet U. Door hun aderen stroomt het bloed van de Manusa- ma's, zonder uitzondering prachtkerels in de Indonesische historie, meer specifiek de Ambonse cultuurhistorie. Manusama's waren ook loyale en bijzonder verdienstelijke gou vernementsdienaren en bovendien met be grip als maar weinig anderen voor de posi tie en de waarde van de Indo in de Ned. Indische maatschappij. Zo is het gesteld met vele Ambonse fami- (Lees verder pag. 25) RECTIFICATIE Het juiste adres van de American T.T. luidt: P.O. Box 4572 Whittier California 90607 U.S.A. Misschien had ik de lente in mijn hoofd, maar een feit is dat ik dit adres in het vorige nummer ietwat onvolledig en doorelkaar had gezet waarvoor mijn welgemeende veront schuldiging. IDA 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 3