ALTUD FIT ZUN
EXTRA LEVENS
KRACHT?®*
Het Huis (II)
Verkeerd begrepen
VITALE POSITIEVE GEZONDHEID VOOR MAN EN VROUW
Op het erf van een Indisch huis kakelde
een hen plotseling haar kuikens bij elkaar
en bedekte ze met de vleugels, omdat er
gevaar dreigde. Iemand zei: „Hoe kan die
kip nou weten, dat er hoog in de lucht een
kiekendief rondcirkelt?"
Een ander antwoordde: „Dat is haar in
stinkt!"
De eigenaar van de kip (beledigd): „Mijn
kip stinkt niet!" VICTOR
(Vervolg van pag. 20)
wel een paar dagen in het water, en dan
roken ze weer fris, volgens hem tenminste.
Maar Willem de Zwijger dacht daar anders
over en ik hoor hem nog zeggen: „Pius, ga
een eindje van mij vandaan zitten, jij stinkt
net als die keet van jou, naar lijk." Tussen
Rietwijk en Pius was bepaald geen liefde
verloren gegaan en deze had het dan ook
onomwonden over die vuile lijkenschenner.
Genoeg daarover. Je snapt dat patrouille
lopen in dat alang-alang heuvelterrein in die
snikhitte nauwelijks een lolletje was en ik
heb nooit zoveel gevallen van zonnesteek
meegemaakt als daar, vreemd genoeg
meest de jongste Javaanse fuseliers.
Nias had nog een paar eigenaardigheden,
die hemelsbreed verschilden van wat ik
overal elders in Indië heb meegemaakt. Om
te beginnen kon een Niasser de p niet uit
spreken, terwijl toch b.v. de Javaan geen f
kon zeggen. Hij maakte overal f's van; een
cent was geen kepeng, maar een kefeng.
Plaatsnamen met drie f's waren geen zeld
zaamheid. Pius, die zijn Beierse dorst naar
bier niet kon lessen met dure tjap koentji
van de Chinees ,had in een snertkampong
een eindje van het bivak aan de kust een
leverancier van sagoeweer. En elke namid
dag kwam 'n knaapje van 'n jaar of tien aan
de poort met een grote bamboe sagoeweer
en de boodschap: Toean Pioes, safoeloeh
kefeng. Volgens Rietwijk was de sagoe-
weer-tapper een lepralijder, maar hij was
van mening dat dit bij de lijkenschenner
paste. Die kwalificeerde dat als broodnijd
en jaloezie.
Verder wemelden de kampongs van hon
den, de Niassers hadden die nodig voor
hun jacht op herten en varkens. Die zwier
ven altijd onder de kolongs van de huizen,
maar het eigenaardige was, dat ze nooit
blaften als je de kampongs binnenkwam,
zelfs 's nachts niet. Dat was een gelukkige
omstandigheid, want het geviel vaak dat je
iemand 's nachts moest gaan oppikken.
Tijdens de jacht blaften en keften ze aan
een stuk en verraadden daardoor vaak in
welke buurt je zijn baas ergens moest
zoeken.
„Maar, zeg lui, jullie zijn leuke kerels, ik
zit me hees te vertellen op een droogje,
morgen maar voortzetting van het program
ma."
„Geen geduvel, Taaie doorgaan met vertel
len; Karmin, kassih Baas Taaie satoe bottol
koentji boewat saja."
„Nou, vooruit dan maar weer met de geit."
ACEE
(Wordt vervolgd)
Indien u niet altijd zo fit bent als u wel wenst,
niet voldoende levenskracht bezit en u fysiek
niet lekker voelt, kan dat betekenen dat u de
natuurlijke vitaminen nodig hebt, zo noodzake-
lijkvoorhet onderhouden van een juiste bloed-
toevoer naar de spieren van het lichaam en
naar de hersenen. Door dezelfde oorzaken
kan uw spijsvertering verstoord en uw reserve
aan energie gevaarlijk klein worden. Doe zoals
duizenden mensen in het Noorden van alle
leeftijden doen en breng de natuur terug in uw
voeding door bij uw maaltijden Aktief Capsules
te gebruiken. Aktief Capsules zijn smaakloos.
Zij combineren hoge concentraties van tarwe-
kiemen (de rijkste bron van groei"- en „ener-
Dit nieuwe, natuurlijke
antwoord kan voor u de
oplossing zijn.
gie"-vitaminen) met andere natuurlijke vitami-
nerijke concentraties. Aktief Capsules bevatten
geen verdovende middelen. Regelmatig ge
bruik werkt niet gewoontevormend. U zult
verbaasd staan over het verschil dat de ge
makkelijk te gebruiken Aktief Capsules be
tekenen voor uw energie en uw hele welzijn.
U zult zich in alle opzichten sterker voelen,
jonger en opgewekter en u zult er beter uit
zien. Een zuivere huid, gezond haar en
stralende ogen zijn het bewijs van uw terug
keer naar een vitale, positieve gezondheid.
Begin vandaag nog met het gebruik van
Aktief Capsules. Verkrijgbaar bij apotheker
en drogist, ƒ3,90 voor een kuur.
MIJN LASTIGE DEUR..
In dat huis, waar ik te Soekamiskin woonde,
had ik een lege voorkamer. Wij waren toen
pas getrouwd en hadden nog geen geld om
die kamer te meubileren. En dus zette ik
daar een paar koffers neer, waar ik een
paar overbodige kleren had ingedaan en
waarin ik soms in rommelde. Het raam van
die kamer zag op de weg uit, maar de deur
opende zich naar de eetkamer. Die deur
was van goed en stevig djatihout gemaakt,
zo gezien was zij.'n heel gewone deur. Maar
zij had een eigenaardige gewoonte; als ik
haar niet op slot deed, en zo maar achter
mij sloot, kon zij op de gekste uren lang
zaam open gaan en alsmaar heen en weer
zwaaien. En dat, als er geen raam of deur
openstond om tocht te veroorzaken. In de
beginne was ik altijd verbaasd over dat ver
schijnsel. Ik holde dan de kamer binnen om
te zien of er soms een raam openstond, en
of er soms een vrachtauto voorbijging door
wiens trillingen die deur dan zo heen en
weer zou zwaaien, maar er was niets. Dan
haalde ik mijn schouders op en draaide bij
het verlaten van die voorkamer de deur op
slot. Maar o wee, wanneer ik soms vergat
die deur op slot te doen, dan kon die deur
zo heel genoeglijk heen en weer zwaaien.
Ik vertelde het mijn baboe niet, omdat ik
haar niet bang wou maken. Evenmin vertel
de ik dat aan mijn man, ik vergat het dood
eenvoudig. Omdat ik eraan gewoon was.
Op een dag moest ik naar de stad toe en
kwam pas laat in de middag thuis. En wie
zag ik bij de bushalte van Soekamiskin op
mij wachten, het was mijn baboe. Zij ver
telde mij dat zij er reeds uren op mij stond
te wachten, dat zij niet naar huis durfde te
gaan. Ik vroeg haar wat eraan mankeerde
en toen vertelde zij mij haar lijdensverhaal.
Hoe ze mijn eetkamer nog aan het dweilen
was en toen opeens die deur, die deur van
de voorkamer was opengegaan en was be
gonnen te zwaaien, zo maar, zonder enige
oorzaak. Ze was weggerend en had in haar
angst om weg te komen een bord met
lekkere sambelan oedang, dat op tafel
stond, eraf gestoten. Ik vroeg haar of zij de
deur, de buitendeur, nog gesloten had, dat
had ze niet, zeide ze. Ze was alleen maar
weggerend, naar de grote weg toe, om op
mij te wachten.
Met schrik dacht ik er toen aan, dat ik in de
ochtend nog in die voorkamer geweest was
om iets in de koffers te zoeken, maar dat ik
vergeten was de deur achter mij op slot te
doen. Met het bekende gevolg. Enfin, ik
praatte er niet verder over en we gingen
samen naar huis, alwaar ik de voorkamer
deur weer op slot deed.
Toen werden we overgeplaatst. Ons huis
werd door een opvolger van mijn man be
woond. Hij was een kennis van ons en nog
vrijgezel. Zijn ouders woonden te Bandoeng.
Op een dag hoorde ik van mijn broer dat
die opvolger niet meer in dat huis woonde,
maar iedere dag al die kilometers van en
naar Bandoeng per fiets aflegde. Mijn broer
dacht dat het kwam omdat hij nog vrijgezel
was en niemand kon vinden om zijn huis
houden te doen.
Ik nam mij voor om er toch het mijne van te
weten en toen ik op een dag die opvolger
en kennis zag begon ik natuurlijk te gillen
„Hei Pè, wacht even." Hij stapte van zijn
fiets af en toen vroeg ik hem waarom hij
niet meer in dat huis te Soekamiskin wilde
wonen. Het was toch een aardig en mooi
huis, zeide ik. Hij lachtte maar wat en ant
woordde: „Ach, ik blijf toch maar liever bij
papa en mama wonen, mevrouw." Ik keek
hem erg verontwaardigd aan en zeide toen:
„Pè, je mag niet liegen, want dat is de
reden niet. Je wil daar niet wonen vanwege
die deur, waar of niet?"
Hij keek mij min of meer schaapachtig aan
en zeide toen: „ja mevrouw."
Zo was ons huis te Soekamiskin. N. P.
21