Bijdrage aan de geallieerde oorlogsvoering
Aan boord van de Op ten Noort, die van Tandjong Priok naar Belawan voer troffen ze
elkaar, Terlaak terug van zijn driewekelijks binnenlands jaarlijks verlof, dat hij voor deze
maal op Java had doorgebracht en Verhaag op de thuisreis na zijn bezoek aan 's Lands
Plantentuin te Buitenzorg, waar hij in opdracht van zijn maatschappij alle gegevens moest
verzamelen over de Aloritis Montana, de boom, die de zo waardevolle tungolie produceert.
Ik snap niet hoe jij 't in je stomme kop
hebt kunnen halen om je verlof op Java
door te brengen. Dat is toch geen land
waar een fatsoenlijke Deliaan naar toe
gaat."
„En jij dan, jij zit toch ook niet op deze
schuit omdat je van Hawaii komt."
„Ach man, je zwamt uit je nek. Mijn geval
was een moetje, dienst, opdracht, zoek het
zelf maar uit. Maar jij, jij gaat vrijwillig en
hebt je daardoor onsterfelijk geblameerd.
Schaam je je niet? Je weet, dat wij altijd op
denigrerende wijze over Java gesproken
hebben en nu ga jij, god betert 't, recreatie
mogelijkheden zoeken in zo'n negorij. Op
z'n zachtst gesproken heb jij je schuldig
gemaakt aan landverraad. Nogmaals,
schaam je je niet?"
„Ja, nu jij 't er toch over hebt en nu ik er
zelf eens goed over nadenk, begrijp ik ook
niet hoe ik het over me heb kunnen krijgen
om naar Java te gaan. Ik moet de ticket wel
genomen hebben op een moment dat ik last
had van verstandsabberatie."
„Ja, dat zou je als reden op kunnen geven
om je te rehabiliteren."
„En bovendien", liet Terlaak er met een
tikkeltje ironie in zijn stem op volgen, „had
ik gedacht, dat een kort verblijf op Java
geen kwaad kon uit een oogpunt van ras
verbetering."
„Ach verrek. Drink uit en we nemen nog
een biertje, 't Is hier toch wel warmer dan
in Deli."
„Nog schokkende gebeurtenissen meege
maakt?" informeerde Verhaag belangstel
lend.
„Wel nee, mijn hele verlof was een sof.
Niets te beleven gehad al die tijd."
Ook aan boord was niets te beleven. Lande
rig zaten de twee planters elkaar aan te
kijken, dronken zwijgend hun biertje of
splitje of borreltje of speelden pour passer
Ie temps een partij schaak.
Toen ze Singapore binnen voeren, hingen
ze lui over de railing met een koud glas in
de hand en de aangebroken fles bier op de
brede balustrade van de verschansing van
het eerste klasse dek en keken belang
stellend naar het gewriemel van Maleise en
Chineze havenarbeiders die met hun steek-
wagentjes op de kade, daar waar de Op ten
Noort zou afmeren, stonden te wachten om
de lading die uit de buik van het schip op
de vaste wal geslingerd zou worden naar
de diverse loodsen te transporteren.
Nu de vaart uit het schip was en daardoor
de verkoeling brengende bries verdwenen,
zochten de passagiers hun troost bij koele
dranken, die naarstig aangedragen werden
door de Chinese boys.
De gloeiende plaatijzeren silos en vemen,
die zich achter de kade aaneen rijden,
kaatsten de hitte medogenloos terug in de
richting van het schip, dat zich langzaam en
moeizaam aan haar op de kadebolders
bevestigde trossen naar haar ligplaats toe
trok. Geleidelijk aan werd de streep water
tussen schip en kade kleiner en de hitte-
uitstraling van de ijzeren loodsen nam in
intensiteit toe naarmate de Op ten Noort
naderde.
Warmtegolven deinden boven de platte
bazaltkeien op de kade, de lucht vibreerde.
Op de plaats waar de K.P.M.-stomer meren
zou, liep een Aussie op wacht zijn 40 pas
sen heen en weer, regelmatig en stram
zoals het een goed schildwacht betaamde,
het geweer geschouderd, bajonet op, drei
gend. De khakiblouse kleefde nat op zijn
rug .donkere vlekken achterlatend van de
transpiratie.
Toen de Op ten Noort vastgemeerd lag en
het schip haar lading begon te lossen, brak
een zenuwachtige drukte op de kade los.
Onder veel lawaai, gekrakeel en het uiten
van scheldwoorden, kort en stotend bij de
Maleiers, nasaal en schreeuwerig bij de
FRIENDS
Chinezen, laadden de havenarbeiders de
kisten rubber en balen tabak en sisal op
hun steekwagentjes om zich daarmede naar
de diverse opslagplaatsen te begeven. De
grote ijzeren schuifdeuren van de loodsen
stonden naar de kadekant wijd open en
slokten als een grote mond de zwaar bela
den wagentjes op, die moeizaam door de
koelies, slechts gekleed in een kort smerig
broekje, doorweekt van de transpiratie, dat
hun langs de naakte glimmende rug, borst
en buik droop, werden voortgestuwd. Het
denderende geluid, dof en zwaar, dat de
kleine ijzeren wielen van de steekwagentjes
over de met ongelijke granieten kinder
hoofdjes beklede kade maakte, klonk als
het geroffel van de verre donder, ononder
broken, waarbij zich het als mitrailleurvuur
ratelend geluid voegde van de lege wagen
tjes, die nadat ze zich in de loods van hun
last hadden ontdaan, door de zwarte mond
werden uitgespuwd en door de koelies in
draf werden gezeuld naar het schip om zich
van een nieuwe lading te voorzien.
Onverstoorbaar te midden van de rusteloze
bedrijvigheid, cacophonie van oorverdoven
de geluiden en denderende hitte bleef de
Australische schildwacht zijn martiale plicht
vervullen en liep zijn 40 passen heen en
weer, heen en weer.
Terlaak en Verhaag keken van boven op
het schip neer op de drukte op de kade.
„Die Aussie kan zijn lol wel op in de hitte",
merkte Verhaag op.
„Ja, 't is wel gek. In Deli hebben we er
nooit iets van gemerkt dat heel Europa in
oorlog is en moeten we juist in Singapore
in de gaten krijgen dat er in het oude land
iets loos is en dat er iets niet klopt met de
rustige rust in de koloniën", zei Terlaak.
„Ik begrijp alleen niet wat die Australiërs
hier doen."
„Logisch. De Engelse troepen zijn natuurlijk
allen naar Europa vertrokken om de mof te
elimineren en nu moeten de Aussies zorgen
voor de bewaking van Sngapore."
,,'t Zijn net cow-boys met die grote flam-
bardhoeden."
„Alleen aan het geweer, dat ze op hun nek
hebben en aan de aan één kant krijgshaftig
opgeslagen flap van hun hoeden kan je zien
dat het militairen zijn."
„Kanonnenvlees."
„Als je die vent zo in de hitte ziet dallen,
krijg je dorst als een paard", en Terlaak
nam een paar grote slokken van het koude
bier dat naast hem stond.
Op dat moment keek de Aussie schuin
naar boven en zei:
„Cheerio Sir!"
„Thanks", en medelijden hebbend met de
arme schildwacht in de gloeiende zon en die
toch wel een tong moest hebben als een
droge lap voegde Terlaak eraan toe:
„Come on board and have one."
„Sorry Sir I am on duty", antwoordde de
Aussie, die met verlangende blikken naar
het koude glas bier in de hand van Terlaak
staarde.
„Come on board when you are off duty and
join us."
„Thank you Sir, I will."
De Australiër vervolgde zijn rusteloze
schildwachtgang, 40 passen heen, 40 passen
terug en toen hij opnieuw langs kwam, riep
6