De ijzeren gedachtenlezer In Amerika, dat Europa op technologisch opzicht ver vooruit is (U weet niet half hoeveel nieuwigheden in Europa al lang in Amerika bestaan en hoeveel er van Amerika wordt geïmiteerd), kan je soms vrij aardig zien wat vroeger of later ook in Europa zal komen opdagen, maar ook wat in de toekomst verkeerd zal blijken aan veel zogenaamde vooruit- gang. Sinds de mens echter (na God) onvoorwaardelijk gelooft in de Techniek (en het tweede geloof is helaas sterker dan het eerste), zullen alle waarschuwingen tevergeefs blijken en zal als altijd berouw weer te laat komen. Een van die gevaren van de vooruitgang is de computer, „de mechanische denker en rekenaar met een snelheid duizendmaal groter en secuurder dan het menselijke brein". Met zo'n computer kan je veel sneller den ken in de toekomst en dus je computerloze concurrenten ver vooruit zijn. Net zoals het vliegtuig dus, waarmee je veel sneller reist en werkt dan met de trein of per pedes apostolorum. En dus veel meer „bezitten kan dan gewone mensen kunnen en zeker: ook veel meer goeds doen... Hier zit de adder, nee de anaconda in het gras. Want met het vliegtuig (dus ook met de computer) kunnen ook slechte mensen effectiever werken en kan afbrekend werk op sneller en groter schaal worden gedaan. Dat is helaas de vloek gebleken van zoveel zegenbrengende uitvindingen, waar achteraf altijd erg veel kwade dingen mee worden gedaan. Maar goed. Een van de computers die ik zag (en uitprobeerde ik probeer altijd graag alles uit; dat leert beter), was de „handschriftkundige", een machine zo groot als een dressoir, waar je een met veel nummers en ponsgaten versierde kaart in stopt na er je handtekening op gezet te heb ben. De handle wordt overgehaald en enke le minuten lang zie je door de glazen wand van de machine lichtjes uit en aan gaan, kaarten met ponsgaten op en neer wippen en metalen armpjes draaien en graaien. Je handtekening wordt „afgetast en geanaly seerd. Acht minuten later is de gedachten- lezer klaar, een bundeltje kaarten stort zich uit zijn „mond", de ratelende machine zet zichzelf af en zacht spinnend blijft het monster verder op een volgende klant wach ten. Ik bekeek mijn kaarten vluchtig en daarna weer lang met stomme verbazing (en onmiskenbaar ook een beetje angst) de machine. Het ding leest, denkt en schrijft! Dadelijk geeft-ie me ook nog een schop! Ik stapte achteruit en las de kaarten. Daarin stond ongeveer hetzelfde wat ge dachtelezers en handschriftkundigen me wel vaker gezegd hadden en het kwam ook wel overeen met wat mij dus al vaker gezegd was ook met de gebreken ervan! Dit stond op de kaarten: 1. U heeft een positieve benadering en U bent gerespecteerd. 2. U bent eerlijk en evenwichtig (er staat eigenlijk: you are graceful honest and well poised, wat ik niet vertalen kan). 3. U weet te luisteren naar anderen, maar uw eigen gedachten vast te houden. 4. U bent vriendelijk geduldig en waardig. 5. Uw karaktervastheid is uitzonderlijk groot. 6. U bent uiterst bewust van goede moraal en maatschappelijke standaard. 7. U heeft een tendens om te kritisch te zijn. 8. Uw zorgen zullen verminderen als U ze opgewekter beschouwt. 9. U observeert uw zorgen optimistisch; daarom zijn ze kleiner. 10. U bent goedhartig en niet bevreesd het te tonen. Dat is voorwaar wat mijn vader noemde „een presentkaasje". Echt om met trots in Tong-Tong en de Telegraaf af te drukken. Maar wie wat rustiger nadenkt zal hier di rect een merkwaardig tekort ontdekken, waar mijn vele tegenstanders en „zij die mij kennen" meteen attent op geworden zijn (en er misschien homerisch om gelachen heb ben). De kaarten noemen nergens verkeerde eigenschappen of gebreken. En God en ik zelf kennen Tjalie goed genoeg om te weten dat ik ze bij bosjes heb. Nochtans is dit een eigenaardigheid, die ook de uitspraken van handschriftlezers en gedachtenlezers van vlees en bloed kenmerkt. Je krijgt altijd je goede zijden te horen en zelden of nooit je slechte. Waarom eigen lijk? Je staat toch man tegenover man en in strikte geheimhouding? Speak up, man! Wind er geen doekjes om. Mijn goede eigenschappen dragen me wel verder, maar hoe word ik gewaarschuwd voor mijn slech te? Ik heb nog steeds geen verklaring ge hoord voor dit „half waarzeggen" en wonder boven wonder doet de machine hetzelfde! Is dat niet frappant? Na rustig herlezen heb ik hier en daar toch wel „waarschuwingen" kunnen vinden: Punt 8 en 9 zeggen namelijk met andere woorden dit: „Je bent nogal vaak pessimis tisch en zodra je jezelf overschakelt en optimistischer gaat denken, wordt alles beter." Dat is waar. Veel mensen noemen mij min of meer terecht een zwartkijker en toch heb ik dat nodig. Want pas als ik alles goed zwart heb gemaakt, ontdek ik vanzelf lichtpunten en weet dan daar ook zo op te koersen dat tenslotte de donkerheid verdwijnt. Ik „blijk dan achteraf veel te somber te zijn geweest", maar zo n houding heeft ontegenzeggelijk altijd NUT. Luiste raars zijn zich dan in elk geval bewust ge worden, dat alles niet zo vanzelfsprekend mooi is als het schijnt en dat men waak zaam moet blijven voor gevaren. Punt 1 is half waar. Luistert U maar naar uw vrienden en kennissen. Ook over punt 2 zullen wel veel opinies uiteenlopen. Men heeft me wel eens ge vraagd: als je weet dat ze onwaarheden van je zeggen, waarom verdedig je je dan niet? Antwoord: tijdrovend; kost veel uitleg; ieder mens denke t.a.v. ieder ander mens zoals hij wil of is. En voor waar ik werkelijk fout ben, geloof mij: eet ik mezelf al genoeg op! Punt 3 zegt in andere woorden: eigenwijs. Je kan hem nog zoveel zeggen (en die schurk luistert nog minzaam ook!), maar hij gaat toch zijn eigen gang. Ik ben een variatie tussen „dokdokken" en „poekoel teroes' maar op die kaart klinkt het toch mooier, nietwaar? Punt 4 is waar, maar bezorgt mij vaker groter verdriet dan U wel denkt. Zo erg mooi is het dus ook weer niet. Punt 5 is een typisch „hang-punt". Men kan namelijk ook van een recidivist zeggen dat hij „karaktervast" is, maar is hij daarom zo te prijzen of gelukkig? Ook punt 6 is „bedenkelijk waar", want ook al ben je je van al die zaken bewust, handel je er zelf ook we! naar? Ook een dief is bewust van moraal, enz. daarom sluipt hij en verbergt zijn sporen, enz. Zekerheid geeft het punt dus niet. Punt 7 is waar en heeft mij meer kloppar tijen opgeleverd dan gezond voor me is. Punt 10 is waar, maar houdt eigenlijk meer verband met mijn onvermogen om het niet te tonen. Ik kan moeilijk mijn opinie verber gen voor goede zaken, omdat het n.m.m. nodig is ze te zeggen voor een evenwich tiger algemene opinie (die vaak echter be hoefte heeft aan een goed woordje) en om veel bekladde mensen een klein hartje on der de riem te steken. Mag wel een beetje, ja? Bij zorgvuldige beschouwing blijft er dus van de berg lekkernijen niet veel suiker over en dat beseft ieder mens die ook wel eens naar een handschriftlezer heeft zitten luisteren. Je staat alleen verbaasd dat zo'n machine dezelfde „beoordelings techniek" volgt als een schriftlezer (alleen kost een mens veel meer tijd). En verder leert dit gedachtenlezen je after all toch een grote waarheid: al weet je nog zoveel van jezelf, je leven wordt toch altijd be paald door wat je ermee doet. En het doen, dat alleen Is je leven. Dus sjouwen we de komende jaren maar weer even moeilijk door, met veel struikelen en opstaan en weer vallen. En laat me U dit vertellen: hoe meer je draagt aan goede eigenschap pen, hoe pijnlijker je altijd struikelt en valt. En er is maar één karaktereigenschap, waar het dan altijd weer op aan komt: moed. En gek ja, dat dat hele woordje op al die kaar ten niet voorkomt... T. R. P.S. Voor andere liefhebbers: de machine (een demonstratie-machine op een show) is al lang weer weg en ik weet niet waar het kreng uithangt. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 10