f oiT§ foinj
van hier en gunder
IN DIT NUMMER:
Speciale bijdragen van: OP PAG.
JACQ. VREKE:
Komt U misschien uit Indië? 6
R. C. A.:
In Bussum staat een Indisch
restaurant 11
Vaste rubrieken
Van hier en gunder 2 en 25
MYANA: voor de vrouw 8 en 9
Tong-Tong Boekenclub 12
TANTE MIEKE: voor onze bibits 17
Tong-Tong Tienerclub 18
Daghregister 1664 20
Een psychodiagnost geeft
advies22
Navorser23
Ting-Tings26
In memoriam
Luit. Gen.
Buurman van Vreeden 4
Redactioneel
,,'t Kan verkeren",
zei Pietje Puk3
Tossing en turning4
Herdenkingsuitgave I.E.V. 5
Vriendelijk verzoek aan de
lezers van Tong-Tong 7
De ijzeren gedachtenlezer 10
Over boksen en harses 12
Indo's in den vreemde
Indische club Aruba 5
Abonnees vertellen
Hij heette de Jong4
Felix5
Oud fuselier vertelt:
De rotpost (II)19
Terechtstelling van een
krokodil21
1921 23
Si Kolot24
Familierelatie24
NAKLANK IN WOORD EN
BEELD PASAR MALAM 1964
13, 14, 15 en 16
8ste JAARGANG No. 25
ONAFHANKELIJK INDISCH TIJDSCHRIFT
Uitgave: Publ. en Handel M(j. Tong-Tong N.V.
PRINS MAURITSLAAN 36 DEN HAAG
TELEFOON 070/542.542 en 55.07.49 GIRO 6 6 8 5
TELEGRAMADRES: TONGTONG DENHAAG
Directeuren: Tjalie Robinson
S. L. F. Catalan!, Huisadres: Laan van
Meerdervoort 1580, Den Haag,
Telefoon 070/39.63.27.
HOOFDREDACTEUR: TJALIE ROBINSON
Waarnemend Hoofdredacteur: J. C. Hazewlnkel
Verschijnt de 15de en de 30ste van iedere maand.
Prijs per nr. f 0,75. Abt. Nederland: kwart, f 3 75,
halfj. f 7.50, jaar f 15,—. Abt. bultenl. (per jaar en
per luchtp.): Australië f 48,Nw. Zeeland. Zd.
Afrika, Brazilië f 38,—. Canada f 32,—, Suriname,
Antillen f 26,West-Europ. landen f 20,—. Abt.
per zeepost voor alle landen f 20,per jaar.
THE AMERICAN TONG-TONG Zelfstandige editie
voor de V.S. P.O. Box 4572 Whlttler
Californië 90607 U.S.A. Tel. 699-6837.
Month 1,Half Year 5,— Year 10,
ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARINGEN
IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTE
RESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE
TROPENGORDEL.
ONVERGETELIJK
Het Japanse zeer" had je heter uit dit blad
kunnen houden. Waarom zoveel drukte ge
maakt over enkele normaal menselijke behan
delingen ondervonden in een Jap-kamp, die
toch in het niet verdwijnen vergeleken bij de
beestachtige onbeschaafde behandelingen, die
anderen hebben ondervonden.
Net zoals je zegt hebben de meeste Indischen,
die dit blad lezen, genoeg ellende overgehou
den uit de Jap. tijd; waarom zo'n drukte
gemaakt over deze brief, die ik het juichen
niet waard vind.
De kwestie Soumokil, die ik veel belangrijker
vind, vind jij iets waar wij ons met sociale
zekerheden) niet druk over moeten maken.
Dat jï] nog nergens hebt gezien dat leiders
van opstandelingen werden geëxecuteerd, is
nog geen bewijs dat het niet gebeurt. Aan de
ene kant prijs je de moed en trouw van de
Ambonnees, aan de andere kant keer je je met
mooie woorden af van de Ambonse zaak. Waar
blijft je branie en ondernemend? A. Simons
Menselijkheid is in tijden van vrede, geza
pigheid en zekerheid een „normaliteit", in
tijden van haat en vervolging een uitzon
derlijkheid, waar vaak grote moed voor
moet worden opgebracht, Hoe snakten wij
allen in die jaren vaak naar een comman
dant met wat „normale menselijkheid".
Als wij zo'n man kregen, zouden wij hem
dan vergeten om de wille van de „eeuwige
haat" die we als normaliteit blijven koes
teren? Het blijve enkelingen vergund voor
een enkele keer „grote drukte" te maken
voor hun aparte opinie.
Wat de Ambonnezen betreft, nogmaals: wie
kent ze, hun cultuur en hun historie? Lees
ALLE Nederlandse bladen van de afgelopen
tien jaren na over de Ambonnezen. U vindt
alleen nare artikelen over nare kampzak-
ken. Plus hier en daar een sporadische
geëxalteerde kreet over Ambon moet
vrij" en erg veel koude onverschilligheid.
Wie herinnert zich nu nog graag de Pa
poea's, aan wie wij een mooie nationale
vlag cadeau gaven en zelfstandigheid be
loofden? Laat ons wel wezen: de volkeren
van Indonesië staan totaliter buiten de
Nederlandse begrips- en interessesfeer.
Kleine groepen maken zich nu eens druk
pro, dan weer druk anti. Aan geen van
beide drukdoenerijen doet Tong-Tong mee.
Het heeft niets te maken met het gelijk van
de mond, maar het gelijk van de DAAD.
Waar onze sympathieën (en BLIJVENDE
sympathieën) liggen, dat weet iedere Am
bonnees. T. R.
RIJK
„Met schroom waag ik toch maar een woordje
voor deze rubriek, al schijnt het een arena te
zijn en ik hou niet van vechten. Maar ik
weet zeker te spreken namens velen als ik zeg
dat ik erg veel van je heb geleerd en dat je
meer goeds voor me gedaan hebt dan je ooit
beseffen kan. Wat er ook mis mocht gaan met
jou of Tong-Tong, wat ik ermee gewonnen
heb, is mij nooit meer af te nemen. Ik ben een
rijker mens..." R. v. d. Hulst
Op deze brief heb ik gewacht. Nu kan ik U
duidelijk maken hoe ik mij voelen moet na
acht jaren duizenden brieven gehad te heb
ben, duizenden ingezonden stukken, duizen
den levende contacten. Ik ben in acht jaren
meer gegroeid dan in de 45 jaar voordien.
En ik geloof dat ik van de Indische groep
meer weet dan „any other living person",
zóveel in feite, dat het me steeds moeilijker
wordt mensen te vinden met wie ik zó kan
praten dat ik werkelijk opschiet. Ik ken
eigenlijk maar twee mensen met wie ik op
werkelijk breed niveau kan praten over wat
ik maar noemen zal „Euro-tropisch" leven,
en dat zijn Gilberto Freyre en C. R. Boxer.
Met U praat ik eigenlijk alleen over ver
schijnselen die wij samen hebben beleefd
op één of twee terreinen; met een ander
spreek ik weer over Euro-tropisch bouwen,
en weer een ander over heriditeits of cul
tuur-verschijnselen, over koken, over jagen,
over „Indische adat" (ja, ook echte Blan
da's, die lang in Indië leefden, ontwikkelden
een eigen „adat"), over muziek, kleding,
enz. enz. enz., meer dan ooit valt op te
noemen. Veel van deze verworven kennis
ligt eigenlijk maar ergens in een hoekje
van mijn hoofd opgestapeld te wachten tot
ik iemand vind, die er ook wat van weet.
Met Hollanders die nooit in de Tropen leef
den, kan ik helemaal niet praten, of ik moet
gewoonweg weer helemaal van de grond af
beginnen (en met erg veel ruzies). De bele
zenheid over de Tropen is bij de meeste
Europeanen ver beneden pari. ook bij In-
dischgasten. Over lijflijke ervaring zullen
we dan maar zwijgen. Ik heb in Europa
nog NIEMAND ontmoet, die zich maar bij
benadering een voorstelling kan maken, van
hetgeen gedurende 4 eeuwen in een aarde-
omvattende tropengordel aan nieuwe waar
den is gecreëerd door Europese invloeden.
Europa denkt eigenlijk t.a.v. de Tropengordel
nog steeds in verouderde termen van kolo
nialisme, imperialisme, „achtergebleven",
„nieuwe wingewesten", enz. enz. Zo ver
diept is Europa in zijn eigen verleden en
heden, dat maar heel weinig notie genomen
wordt van wat in de Tropengordel intussen
ontwikkeld is en zich steeds verder ont
wikkelt.
Hoe dan ook: daar zit ik met een ontzag
lijke stapel kennis en wijsheid, door U allen
samen „in mijn kop gestopt" en ik weet
er geen raad mee. Het is alsof ik van alle
abonnees een smakelijke en bijzondere
schotel toegestuurd heb gekregen en daar
zit ik nu met „een huis vol eten". Ik kan
(Lees verder pag. 25)
BIJ DE VOORPLAAT:
De rug van de samenleving: een kali op de
grens van water en modder. Stroomloos.
Stinkend. Verlaten. Alleen nog maar spiegel
voor het geteisterd aangezicht van oude
prauwen en oude bamboehutten. Die dus
geen schoonheid meer zoeken, maar alleen
bespiegeling. Hier is in de laten middag
uren een zeldzame sereniteit. Hier is het
schrift zichtbaar van „de vinger aan de
wand". En je bent zó oud, zó oud, dat je
even jong bent als elke nieuwe dageraad...
T. R.
foto: J. Eykelboom
2