Oranjeboom
BOUWMAN
BIER WAARBIJ
EEN MAN ZICH
THUIS VOELT!
NAVORSER
oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo
o
oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc
Jacobus Bouwman of Bouman uit Haarlem,
opperhoofd van Trincomalee. Huwde ten 1e
Colombo 25-2-1739 Maria Elisabeth Berg-
huys van Galle.
Hieruit wellicht o.m. Gertruida Adriana
Bouwman, gedoopt Galle 9-10-1740, gehuwd
te Colombo 25-2-1759 met Barend Aleman
van Ligten, Opperchirurgijn der O.I.C.
Jacobus Bouman, van Nijtebun, tr. Colombo
8-1-1764 met Agida Gomez, van Colombo.
(De Navorscher 1906, pag. 68). Indien
„Nijtebun" een verlezing of verbastering is
van een plaatsnaam op Ceylon, dan zou
Isaac een zoon uit het 1e huwelijk van
Jacobus kunnen zijn.
Balthazar Constantijn Diderik Bouman, die
geb. is Trincomalee 1759, kan zeer wel een
zoon uit het 3e huwelijk van Jacobus zijn.
Per uit. september 1759 blijkt Jacobus als
Opperhoofd van Trincomalee opgevolgd te
zijn door Marten Rein. Ik vermoed dat hij
toen met zijn gezin naar Holland terugge
keerd is. Als Balthazar 20 of 21 jaar is, ver
trekt hij op 1-4-1780 met ,,De Bovenkerker
Polder" van Texel en komt op 15-11-1780(7)
aan op Hougly, 38 km ten noorden van Cal
cutta. Vlak daarop, op 20-12-1780, breekt de
Vierde Engelse Oorlog uit en op 3-7-1781
wordt hij krijgsgevangen gemaakt. De Vrede
van Parijs wordt op 20-5-1784 gesloten en
op 15-10-1784 komt Balthazar weer in
dienst van de O.I.C. Aanvankelijk gaan de
zaken nog niet goed en hij „staat te repa
triëren" in 1786, maar dan komt er weer wat
schot in en hij wordt achtereenvolgens:
ordinair gecommitteerde, eerste afpakker in
de kleedenzaal, soldijboekhouder, dispen-
cier en factuurhouder, totdat op 31-7-1795
Bengalen weer aan de Engelsen afgestaan
moet worden en zijn gage ophoudt. Het
scherm valt dan voor 'n lange tijd, totdat hij,
blijkens het Bevolkingsregister van 1823
pakhuismeester te Chinsurah, Bengalen, is
(64 jaar oud). Maar van 1826 tot 1845 woont
hij te Batavia (A1827/46). Daarna komt hij
er niet meer voor, mogelijk is hij er in 1846
overleden.
Jan Pieter Bouman tr. Batavia 1826 met
Anna Maria Rubaij (A 1827) (zie noot A).
Zij is wed. Gerlings en vermoedelijk zal
Jan Pieter toen dus van middelbare leeftijd
geweest zijn, laat ons zeggen 36 jaar, en
geboren zijn ca. 1790. Wat dat betreft zou
hij een zoon van Balthazar kunnen zijn en in
dat geval zou hij te Hougly of Chinsurah
geboren zijn. Zijn eerste kind zou in 1827
geboren kunnen zijn maar A 1828 heb ik
helaas nergens kunnen vinden; A 1829
geeft de geboorte (Batavia 1828) van Jo
hanna Petronella Bouman. In A 1834 vond
ik hem terug als kap. Art. en tevens een
2e luit. Inf. in de Padangse Bovenlanden:
B. Bouman; deze laatste kan een jongere
broer van Pieter zijn (zie noot B).
Te Padang tr. 14-9-1843 (A 1844) Johanna
Maria Bouman met James Gibson Town-
send, zoon van Edward James, koopman,
en Cornelia Johanna Dederingh. Edward
James had relaties in Calcutta, zijn oudste
zoon William was getrouwd met de dochter
van John Chew, arts aldaar, en het is dus
waarschijnlijk dat de familie Townsend en
Bouman elkaar reeds lang kenden. Johanna
Maria kan dus de eerste dochter van de
kapitein zijn, geb. 1827, zie boven. Zij over
leed Padang 22-6-1856 (A 1857). Merkwaar
digerwijs was elf dagen tevoren, op 11-6-
1856 (A 1857) een Johannes Bouman over
leden, eveneens te Padang. Zou hiermee
misschien de vader, Jan Pieter, bedoeld
zijn?
Antoni Bouman, die 1e Batavia 16-2-1829 tr.
met Maria Johanna Lameer (A 1830), kan
een broer van Jan Pieter zijn. Petronella
Antonia Quirinna Bouman, die Batavia
11-5-1830 geboren wordt (A 1831), zal wel
een dochter van Antoni zijn. Dat beide
Boumans de naam Petronella aan een doch
ter geven, zou er op kunnen wijzen, dat hun
moeder zo heette. Wie de ouders waren
van Jan Jacob(!) Carel, die Batavia 16-3-
1832 geb. werd (A 1833) kan ik niet uitma
ken. Antoni trouwde 2e als weduwnaar van
Maria Joanna Lameer Batavia 21-3-1838 met
Helena Wilhelmina van Dommelen (A 1839).
Deze overleed Semarang 8-5-1839 nadat Se-
marang 12-3-1839 Gerrit Willem Hendrik
Bouman geboren is. Antoni trouwde 3e Se
marang 18-12-1839 Johanna Catharina Scha-
kil (A 1840). In A 1847 wordt Antoni voor
het laatst te Semarang genoemd.
Bloys IV, 374 vermeldt te Semarang een
graf van J. C. A. Bouman en familie. Dit is
ws. Johannes Cornelis Antonie(l) Bouman,
die Semarang 24-3-1888 trouwde met Riesa
Benzoni (A 1889). In A 1869 vindt men te
Semarang het huwelijk van Fredrik Nagel
met een meisje Bouman.
Noot A.
De naam Rubay ben ik verder slechts één
keer tegengekomen, n.l. in Gens Nostra XI
(1956), pag. 11, waar vermeld staat, dat het
stamboek van kapt. Rubay, die in de Java-
oorlog gevochten heeft (1825-1830), ver
dwenen of nooit gemaakt is, maar dat zijn
personalia te vinden zijn in „De Voorloper
van het KNIL-Stamboek 1827", Deel II, pag.
229, berustende op het Min. van Buiten
landse Zaken. Zou deze kapitein de vader
van Anna Maria Rubaij zijn?
Noot B.
Bij nadere overweging lijkt het mij niet erg
waarschijnlijk, dat de drager van zulke na
men als Balthazar Constantijn Diderik zijn
zoon eenvoudigweg Jan Pieter zal noemen.
Wederom het geboortejaar van de laatste
bij benadering van 1790 stellende, vond ik
nog een andere mogelijke vader, n.l. Abra
ham Michiel Bouman (weer die naam Abra
ham!), van Batavia, boekhouder, die als
weduwnaar van Catharina Margaretha Jan
sen te Batavia op 2-6-1785 trouwt met
Jacoba Wilhelmina Goede, mede van Bata
via (Ned. Leeuw 1905, pag. 132).
(Aanvulling van Navorser)
De bedoelde namen stammen uit de familie
Ruysch, door het echtpaar Balthasar Smis-
saert en Constantia van Toll, die uit haar
1e huwelijk met Joseph Hoeufft, een dochter
had, gehuwd met de kapitein ter Zee
Ruysch, vermoedelijk moeder van de derde
mevrouw Bouman. Diederik was een Hoeufft
voornaam.
Om nog even terug te komen op de Cey-
lonse familie, in Monsterrolboek 1786, pag.
463, wordt genoemd een Jacobus Bouman,
van Trinconomale, boekhouder.
In Dl. 955 C (1731-1750) van het Kol. Ar
chief vond ik nog een Balthazar Bouman,
tot weesmeester aangesteld 2-6-1741, vice
presis van dat Collegie 5-6-1750, en: tot
commissaris van Kleijne Saaken aangesteld
5-6-1742, daarvan ontslagen 4-6-1744. Wel
licht zijn nog naamdragers-afstammelingen
van deze West- en Midden-Javase familie
Bouman hier te lande.
(De Oostjavase stammen ws. af van de
Duitser Coenraad George Bouman(n), geb.
Rothenburg 1777/8, aangekomen in Indië
1803 (zie Bev. Reg. 1823), getr. Soerabaja
1822 met Anna Maria Justina Veldman
(A 1823) wiens vermoedelijke afstammelin
gen hun naam ook wel Bouwman spelden).
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
OS 1©'
08. P/9./o o. Se
O
O
O
O
O
O
O
O
18