„HANTAM TEROES" (Vervolg van pag. 2) eigen groep zo slecht begrip eindt en dat de j algemene opinie niets om Tong-Tong geeft. Hoe hott je het eigenlijk vol?" Fé Klerks-Kïthr De betrokken knipsels vestigden de aan- dacht op het oprichten van een Amerikaans r blad in de Duitse taal, op het bestaan van groepen als de Deutsche Gesangverein, de Alliance Frangaise, de Italiaanse Da Vinei University Club in Cincinnati. De krant (de „Cincinnati Enquirer") veroordeelde het „Amerikanisme", waarbij in vele gezinnen stomweg werd opgevoed in de richting van helemaal Amerikaan worden, de oude taal vergeten, sociale en culturele deugden van het land van herkomst overboord gooien. Hetgeen leidde tot verarming van het volk. De weinige gezinnen echter, waar de waar den uit het land van herkomst behouden bleven, waren van uiterst groot nut b.v. tijdens de wereldoorlog. Hier kwamen de experts tevoorschijn bij de Intelligence Staffs, de decodeerdiensten, de diensten voor wederopbouw. Hieruit recruteerden internationale maatschappijen na de oorlog hun staf-personeel voor buitenlandse agent schappen; hier kwamen de nuttige mensen vandaan voor het Peace Corps en voor de ambassades, voor reismaatschappijen en voor vertaalbureaux. Veel kinderen van Indischgasten, nu alleen maar dromend van Holland of Amerika, van Parijs en St. Tropez, zullen later tot hun el lende merken dat ze „de boot gemist heb ben: de boot naar 'n wijder wereld, waar zij door hun afkomst toch eigenlijk voor ge knipt waren. Zij zullen merken dat ze in hun nieuwe wereld toch niet op kunnen tegen de vele oude waarden van de nieuwe wereld, waar tradities de oudste „klanten beschermen. Welke Indo zal b.v. goed kun nen indringen in een Ierse society in Ame rika, waarin vele generaties voortleven die „par droit de naissance" topfuncties blij ven bekleden, of in socialistische groepen in Amsterdam of Leeuwarden? Waar per sonen meer zijn dan functiebekleders, im mers dragers van namen met traditie. Wat Tong-Tong daarom nastreeft, is ook het vormen van tradities en het trots zijn op eigen tradities. En dat duurt lang...! (Of zoals wij beter zeggen: laaaaéngl). Als er dus in Tong-Tong volgehouden wordt, ligt dat in de aard van het werk. We moeten de kinderen zien te halen; we moeten leven voorbij de anti's en kritieken van de genera tie van vandaag naar de opbouwende ker nen van morgen. Hoe ik 't volhoud? Aange zien 't mijn leven is, houd ik 't vanzelf vol. Je bedoelt: of ik 't succes nog meemaken zal? Dat speelt geen rol voor individuen. Succes wordt meestal verkregen na gene raties Vergeet onze leus niet: poekoel teroes. Meer niet. Niet: poekoel teroes sampai... En weet je: wij weten niet eens waar wij staan. Misschien is het succes nu al bereikt, omdat nu al zoveel mensen door drongen zijn van de geest van Tong-Tong, dat zelfs al sterft de zaak, al sterft onder getekende, de rintis al gebaand is voor de Grote Weg, die eens zal bestaan. T. R. Beste Tjalie, j In Tong-Tong vragen vele lezers (ook jij) zich af en toe af of het karakter van dit blad niet veranderen moet, om meer abonnees te krijgen of om verloop te voorkomen. Ik wil eerlijk zijn: ik heb het mezelf ook vaak 7 afgevraagd. Maar ik denk niet dat de schuld zit bij het karakter van het blad. Eerder bij onszelf. Vele keren heb ik opgemerkt, dat ik Tong-Tong weglegde na alleen dat gelezen te hebben, wat me interesseerde. Ver- veelde ik me na een tijdje en nam ik Tong-Tong weer op om ook andere artikelen te lezen, dan werd vaak mijn aandacht geboeid door dingen, waarvan ik nooit geweten had dat ze zo interessant waren (het Dagh- register bij voorbeeld en de artikelen van Navorser). Als de redactie bij een reorganisatie (met mijn instemming van destijds) deze rubrieken had weggelaten, zou mij werkelijk nadeel zijn toegebracht.. Sinds enige tijd lees ik alles en met de grootste aandacht. En ik ben (ook met het napiekeren over verschillende zaken) zo zoet dat de halve maand tot een nieuw nummer kemt, in een wip om is. Als Tong-Tcng ons verveelt, zijn wij zelf fout. We zijn oppervlakkig; we willen niet na denken; we willen te veel bediend worden; we willen net als met de mode veel te gauw weer wat nieuws hebben. En daarom gooien we veel te gauw waardevolle dingen weg voor nieuwe, die toch ook weer gauw waardeloos zijn. Tong-Tong is goed zoals het nu is en zal nog vele jaren goed blijven, zolang zijn lezers zo kunnen denken en zo kunnen vertellen. Voor mij is Tong-Tong net als een mens, net als een gast, die tweemaal in de maand op bezoek komt. Tong-Tong heeft menselijke gebreken net als elk mens, maar Tong-Tong heeft bovendien iets, wat maar heel weinig van mijn gasten hebben: trots, volharding, moed, trouw, beleid, waar ik elke dag meer van leer. Laat ons redelijk zijn: er is geen enkele andere organisatie van Indisch gasten in Nederland, die zoveel gedaan heeft op eigen benen, tegen zoveel tegenwerking in, en van zoveel dienstbaarheid is voor de Indische groep én voor Nederland én voor Indonesië als dit blad. We zijn dit blad nog voor vele jaren grote dank verschuldigd. Mocht dan omdat het af en toe een laagtepunt bereikt (wat ik niet zie), het karakter af en toe wat vervelen, dan is m.i. niet direct het motief geboren om te „reorganise ren" (in ruil voor wat dan?), te berispen of weg te Iepen. In Indische kringen hoor je vaak schermen met „Der Mohr hat seine Schuldigkeit getan; der Mohr kann gehen" en terecht is daar veel bitter heid over, maar nu doen we het Tong-Tong aan! Dat is niet fair. Ook al zou Tong-Tong van vandaag af acht jaren beroerd zijn, uit dankbaarheid voor hetgeen dit blad in de andere acht jaren voor mij gedaan heeft, zal ik mijn abonnement niet opzeggen. En ik zou alle lezers willen vragen om te doen wat ik ook gedaan heb: breng een nieuw lid aan. Als wij duizend nieuwe leden zouden aanbren gen, dan zou van hen de eventuele karakterverandering kunnen komen, waar we allemaal op zitten wachten. Het zijn zoals je terecht zo vaak gezegd hebt, Tjalie, de daden die Tong-Tong vooruit brengen. Niet de daden die anderen moeten opbrengen, maar wijzelf. Wij zijn vergeten wat elk nummer weer op het omslag staat; ons devies Trouw, Branie, Ondernemend. Wat eventuele reorganisatie betreft, die vallen onder „Ondernemend", dus op de derde plaats. Maar als we daar willen aankomen, moeten we eerst weer goed Trouw en Branie zijn. Want als het aan deze twee bij ons mankeert, zullen we met onderne men toch niets bereiken. Ajo, Oude Garde, djangan tidoer! Bangoen dan MADJOE! J. C. J. L. LAMBERT We meenden bovenstaande brief uit de rubriek „Van Hier en Gunder" te moeten halen, waar hij voor bedoeld was en we zijn L. dankbaar dat hij hiermee de gedachten vertolkt die ongetwijfeld bij vele lezers aanwezig zijn. En wat wordt het, sobats keutel? Een zomer- oi herfstoffensief? Als we nu aanpakken, dan hel ben we met Kerstmis weer een nummer dat klinkt als een klok'. HANTAM TEROES' I T. R. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinifinnimiiiiiiiinniinniiii'Hiiiiiiiiiiii;1 iiiilliliiii'iiiiniiiiinniiiiniiiiMiiiiiiiiiiiiinKliiiiliiiiiii. lï-fflllllllllllllllllllllllllllllllllllllliililllllllllllillllillllllllllllllillllllll)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 3