KARMA ADMDA I HAAGSCHE DIERENTUIN) - zaterdag 17 oktober a.s. - aanvang 20 uur foiïg femj - AVO W D Dederingh DE NIEUWE INDISCHE TONEELGROEP VOERT OP: na AFLOOP DANSEN tot 03.00 uur 's-NACHTS Toneelstuk in drie bedrijven geschreven door VICTOR IDO (Hans v. d. Wal) Het toneelstuk, dat de botsing tussen twee generaties bij de Javaanse adel in het voor malige Nederlandsch-lndië in de jaren rond de eerste wereldoorlog weergeeft, zal 21/2 uur duren. Voor de aanvang van het stuk zal de Indonesische danser MAS SOEDARMO een Wajang-Wong dans opvoeren. ENTREEPRIJZEN: 1e rang: f 3,75 0,25 plaatsbespreken 2e rang: 2,75 0,25 plaatsbespreken Kaarten alleen verkrijgbaar aan de kassa van de Haagsche Dierentuin Dagelijks van 10 tot 16 uur. Telefonisch te bespreken onder 070 - 11 73 73 De regie is in handen van de bekende voor drachtskunstenaar: HUUG SACHS, die als Raden Mas Adipati Prawirodininggrat, Regent van Wiriosari, één van de hoofdrollen vervult. Enkele van de andere spelers zijn nog: MEVR. SACHS, als de Raden Ajoe, zijn moeder; BEA BENJAMINS, als Karina Adinda, zijn dochter; JOOP HAASE, als Raden Koesomo, zijn zoon. Bereikbaar met lijn 3, 7, 9. Bus: 15, 20, 41 en 42. - De ziekentrooster Theunis Dederingh1) scheept zich op 19-12-1787 te Enkhuizen in op de „Africaan" met bestemming Batavia, alwaar hij op 17-7-1788 aankomt. Hij blijft daar ruim 9 maanden in „de Logie" en wordt op 30-4-1789 doorgestuurd naar Padang ter vervanging van Jan Bos, wiens verband reeds in juni 1788 „uyt" was. Theunis komt daar op 28-5-1789 aan (na 4 weken). Tijdens de overval door de kaper Frangois Ie Même heeft hij met enige anderen de wacht moeten houden in 's Compagnie's Thuyn, voor de bewaking van de goederen van de Compagnie, totdat ze door de kaper in beslag werden genomen. Na diens ver trek wordt een rapport betreffende de in de kerk aangerichte schade door Dederingh mede-ondertekend. Door Le Même was hij slechts voor 50 rijksdaalders in de brand schatting aangeslagen, waaruit volgt dat hij weinig kapitaalkrachtig was: hij was blijk baar een eerlijk man en had zich niet ten koste van de Compagnie verrijkt. Ongeveer gelijktijdig met dat van de bur gers (5-11-1795) wordt door de Compagnies dienaren een petitie aan de Engelsen aan geboden, waarop ook Dederingh's handte kening voorkomt. Dit is de laatste vermel ding van zijn naam die mij bekend is. Het bovenstaande is samengesteld uit ge gevens in het scheepsboek en de brieven bundels, aanwezig in het Kol. Archief, bene vens die in de literatuur over Oud Padang. In de familiekroniek en enkele andere fami liestukken, in het bezit van de heer E. B. Vogler, is nog wat aanvulling te vinden, die wat de jaartallen betreft, niet altijd betrouw baar blijkt te zijn. Zo wordt o.a. gezegd dat hij in 1734 geboren was, in 1764 te Padang aankwam, komende van Herrnhut in Saksen, dat hij de eerste godsdienstleraar was, die van Herrnhut naar Padang gezon den werd, dat hij in 1786 met Magdalena van Daalen was getrouwd en dat hun doch ter Cornelia Johanna in 1788 geboren was. Maar in 1786 was hij nog in Holland of Duitsland, en in 1788 te Batavia. Op zijn vroegst kan hij dus in 1789 ge trouwd zijn en kan zijn dochter in 1790 geboren zijn. Het vervolg van het verhaal is vrij juist en luidt (correcties en aanvullingen van mij tussen haakjes): Zij hadden drie dochters en één zoon. (Theunis Gerbrandus, in het Bev. Reg. 1823 onder de naam Dideringh, 28 jaar, dus geboren in 1794/5, opziener der wegen te Padang) ging naar Java (A 1834/ 51 geven hem op te Tegal, Pati en Joana), keerde terug naar Padang in 1854, kort voor zijn moeder's dood (Maria van Daalen, overleden Priaman 13-9-1854, A 1856); hij stierf kort na zijn moeder te Oelakan Pa dang (ov. Priaman 28-11-1854, A 1856). De tweede dochter, Magdalena, trouwde drie keer, eerst met Mr. Brown; zij hadden 1 dochter, Charlotte, die jong stierf „when she was the Bride" (volgens een andere bron was dit Cornelia Brodie2); haar tweede man was Mr. Furst (A 1827 geeft op: Abraham Frucht; kap. Inf. in 1826 met ver lof naar Nederland); de derde was Mr. Brodie (A 1834 vermeldt: getr. Padang 1833: Charles Brodie, wedr. Celia Hall, en Magdalena Dederingh, wed. Abraham Frucht. Charles Brodie was geb. Londen 1791/2, hoewel de naam Schots is. Hij was eerst planter in Pasoeroean en de Brodie's die later in Oost- en Midden-Java voorko men, zijn vermoedelijk nakomelingen uit zijn eerste huwelijk). Zij hadden een dochter Cornelia(?), die heel jong stierf, als kind nog (A 1839: ov. Padang 31-8-1838 Magda lena Augusta Brodie). Beiden stierven te Padang, na Cornelia Johanna. (Cornelia Johanna Dederingh ov. Padang 30-5-1860, A 1861; Charles Brodie ov. Padang 18-1- 1862, A. 1863; Magdalena Dederingh ov. Padang 22-6-1870, A 1871). De jongste dochter stierf jong, kort na haar huwelijk (volgens een ander familieverhaal was dit Catharina Dederingh, getr. met Mr. Jackson, zij stierf in haar eerste kraambed, mét haar kindje). De oudste Cornelia Johanna, trouwde in (20-3) 1806 met Edward James Townsend, geb. in Yorkshire (Islington) 19-4-1780. Islington was toen nog een voorstadje van Londen. In Yorkshire is geen plaats van die naam te vinden); hij overleed Padang 22-10-1842 (ten rechte 22-10-1841, A 1842). NAVORSER Noot 1). „van Enkhuijsen" volgens het scheepsboek (uitloopboek). Noot 2J. Een later familieverhaal vertelt: „Uit zijn eerste huwelijk had Uncle Brodie een dochter Cornelia, die als jong meisje op de reis naar Singapore stierf. Haar bruidegom woonde daar en zij reisde er met haar stiefmoeder heen, omdat daar het huwelijk gesloten zou worden", ik acht de oudste familiekroniek betrouwbaarder en geloof dus dat het verhaal betr. dit tragisch over lijden op Charlotte Brown slaat. Noot 3). Betreffende de zin: ,,Ds Dedering was the first minister sent to Padang from Herrnhut in 1764", schreef de heer E. B. Vogler het volgende: „Het jaartal 1764 deed mij denken aan de enige zendingsactie, door de Herrnhutters in het verre oosten ondernomen, die op de Nicobaren, via Tranquebar in Voor-Indië. Deze onderneming had plaats onder bescherming van de Deense Koning en verliep tussen 1760 en 1768. Aangezien de toe lating tot de Nicobaren niet zo vlot verliep, zijn destijds verschillende van de in Tranquebar wach tende broeders elders werk naar hun hand gaan zoeken. „Waar Theunis Dederingh volgens de familie-over levering een Deen zou zijn, drong zich de mogelijk heid op, dat hij tot deze uitgezondenen behoorde er: via Tranquebar in Padang terecht is gekomen. Blijkens informatie van de Broedergemeente te Zeist, heeft hij echter niet behoord tot de destijds uitgezondenen en zo bleek dit een doodlopend spoor te zijn." Dederingh is in de mannelijke lijn uitgestorven, doch van de Gent Padangse familie Van Daalen bevinden zich stellig mannelijke nakomelingen in Nederland. 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 17