^tino t664 De omgangstaal met de Vorsten van de Oosterse gebieden was Maleis. Frederik de Houtman stelde in zijn maandenlange ge vangenschap (1599-1601) in Atjeh het eerste Maleis-Nederlandse Woordenboek samen, door R.S. Karni uitvoerig beschreven in Tong Tong no. 18 van 30 maart 1964. De laatste regel van het titelblad was: "Met Previlegie van acht jaren" Ook vertaalde hij verschillende gebeden, formulieren, psalmen en preken en toen hij later Gouverneur van Ambon was, wilde hij zijn boekjes op de scholen invoeren, maar de Ambonse kinde ren verstonden dit Atjehmaleis niet en de Predikant aldaar weigerde de preken voor te lezen. In "Het Maleis der Molukken" van F. S. A. de Qlercq (1876) staat dit aardige Ambonse dansliedje: Ow, oelat, eh Tandjong, ow, oelat, eh! Tandjong sihoerani! Tandjong, ow oelat, eh! Hasa-hasa ka Moelana! Patapari balancez! Rasa-rasa bagi mana, Bèta kawin dengan se! Siboerani omwaaid door de zoele land wind. Hasa-hasa langs het strand oproeien. Patapari vlug en vrolijk doorgaan. In 1612 (de "Previlegie van 8 jaren" voor Frederick de Houtman waren om) verscheen het volgende woordenboek Spieghel Van de Maleysche Tale Inde Welcke Sich die Indiaensche Jeucht Christelick ende Vermaeckelick Kunnen oefenen: Vol Eerlicke t'Samen-Spraecken ende Onderwysinghen Inde Ware Godt-Saligheyt tot Voorstande vande Christelicke Religie Met een Vocabularium van de Duytsche ende Maleysche Tale Dienstich voor alle Liefhebbers derselver Tot Amstelredam By Dirrick Pietersz. op 't Water Inde Witte Persse. 1612 De samensteller geeft in zijn voorwoord toe dat hij: "om de cortheyt des tyts onse Vo cabularium ghenomen hebben uyt het Spraeck ende Woortboeck van Frederick de Houtman. Wy hebben uyt Duyts weynighe verande- ringhe ghebracht, doch het Maleys in seer veel plaetsen verbeetert, soo dat het by nae een gheheel nieu werck mach worden ghenaemt." Voorbeelden uit dit Woordenboek: arm kassieen blaffen d'jalac anging bastaerdt kindt anac goudé bedde mitty tydoor betooveren berbyfoubyfou Daarna verschenen reeksen van Maleise schoolboekjes, woordenlijsten spraakkuns ten, enz. Ook voor het Portugees! werden woordenlijsten samengesteld. Zo verscheen in 1780 de "Nieuwe Woordenschat" Uyt het Nederduytsch In het gemeene Maleydsch en Portugeesch Zeer gemakkelyck voor Die eerst op Batavia komen Te Batavia By Lodewyk Dominicus, Stadsdrukker Op de Tygers-Gragt aen de West-Syde Hieruit een willekeurige greep: Versterkende oliën Mienjak poor bekeen koewat badang. Ajeetie poor faay forsa coorpoe. Een lange batje Bajoe panjang Bajoe coempriedroe. Slierend langs de weg loopen Lëngan - lëngan die jalang Pasa bira-bira coorpoe. Met de oogen wenken Mayeen-mayeen mata Brienka-brienka oloe. Hy danst Dia maleengo of mingiebeeng I lie balla. Uit vrees liepen sy weg Darie takoet die lariekan dia orang Die medoe llloter ste koree. Hoe vaart gy, myn heer? Bigie mana toean ada? Kilaay sinjoro teeng? Ik ben welvarend Goea ada dengan sela- mat Eo teeng koong saodie. By myn ziel 't is soo Atas jiwatoe soen- goe bagitoe adala Riba mienja alma assie teeng. Zo dacht zich dus deze samensteller het Maleis en het Portugees! Hugo Schuchardt vestigde in zijn "Kreo- lische Studiëen" er de aandacht op, hoe het Portugees, vermengd met de inheemse taal van de streek, telkens een ander dialect werd. Vele Bijbelteksten, samenspraken en liedjes tekende hij op. In Tong Tong no. 14 van 30 januari 1964 stonden twee wiegeliedjes uit Mangalore en Diu en ons "Nina Bobo" uit Batavia. Uit Mangalore tekende Hugo Schuchardt dit minneliedje op: Ai, ja foi apanha rosa, Margarita, Do allo roseira. Ai, rosa ja da grito, Margarita, Eu ja da carinho. Ach ,ik heb een roos geplukt, Margarita, Van de hoge rozenstruik. Ach, de roos gaf een schreeuw, Margarita, Ik geef je haar als een liefkozing. Deze liefdesliedjes zijn uit Diu: 1. Papagai verd Com bico du lacre Levai est cart Aquele ingrat Groene papagaai Met je lakrode snavel Breng deze brief Naar gene ondankbare. 2. Amarai chèndo grand Corn ping du azeite Se nao tem azeite Buta sangue do meu peit. Geliefde met je grote haarwrong Glanzend van olie Als je geen olie meer hebt Geef ik bloed uit mijn borst. Sao Thomê, het eiland in de Biafra-baai aan de Westkust van Afrika, werd in 1471 door de Portugezen ontdekt. In 1484 maakten zij er een strafkolonie van. In de 2e helft van de 16e eeuw werd het eiland door Franse corsaires (zeerovers) bezet en in het begin van de 17e eeuw maakten de Hollanders er zich meester van. De St. Thomése Christe nen voerden zij weg naar Voor-lndië en Batavia. Het bezit van het eiland duurde niet lang, het werd weer aan Portugal afge staan en is nu nog steeds een Portugese kolonie. Het dialect vertoont veel Portugese en Franse invloeden. En tot slot nog een krontjonglied in het Bataviaas Portugees: Anda anda na boordi de mare, Mienja corsan noenka contente, Jo boesca ja mienja amada, Noenka sabé èla ja oende Jo boesca ja mienja amada, Ja mienja noiba, mienja amoor, Jo boesca éla toedoe banda, Istoe corsan teeng tantoe door. Jo proenta floela e estrella, Bosoter noenka ola oen gente? Floela e estrella noenka respota, Mienja corsan noenka contente. O, bem aki, mienja amada, Mienja noiba, o moleer bonito! Jo espero com esperansa E canto cantiga moresco! Gaande langs de oevers van de zee, Is mijn hart niet tevreden, Ik zoek mijn beminde, lk weet niet, waar zij heen is. Ik zoek mijn beminde, Mijn bruid, mijn geliefde, Ik zoek haar overal, Dit hart heeft veel pijn Ik vraag het de bloemen en de sterren, Hebt gij niemand gezien? De bloemen en de sterren antwoorden niet Mijn hart is niet tevreden! O ,kom hier, mijn beminde, Mijn bruid, o, mooie vrouw! lk ben vol verwachting, En zing het lied "moresco?' CORRA CORRA 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 16