MAAR... ÉCHT INDISCHE KRUIDEN! Je vindt ze overal I IftH W §L_ IJ v Jp kers en dr°g'sten- I ft I Verkrijgbaar bij apothc- m <ClV Tel. (03490) 15547. Wij lezen, hier in de Congo, Tong-Tong altijd met grote aandacht en niet minder groot plezier. Het brengt ons altijd weer terug naar de beste jaren van ons leven. En dan niet met een sombere sentimentaliteit, maar met een steeds weer jong enthousiasme. Want iedere Tong-Tong is een getuigenis van de grote geestkracht van de Neder landers, die het voorrecht hebben gehad, in ons mooie, goede Indië te hebben ge leefd. Onze eigen zoons zijn in Canada gaan wonen, gelukkig getrouwd (natuurlijk met een meisje, dat ze al uit Indië kenden), en wij trekken nu rond. Mijn man in dienst van UNESCO bij de Ver. Naties en ik voor het ogenblik als documentaliste bij de Ka mer van Koophandel in Leopoldville. In die grote groep mensen, die hier in Ver. Naties dienst werken, vind je steeds weer een kern van „kolonialen". Het zijn de Fransen, die in Marokko, Zuid-Oost Azië of een ander Frans gebied hebben gediend. Het zijn de Engelsen van Singapore en Kenya en de Nederlanders die in Indië ge leefd en gewerkt hebben. Je herkent ze direct. Ze hebben zo hun eigen manier om met de bewoners van „jonge landen" om te springen. En het gekke is (of mogelijk is het heel normaal) dat die pas-onafhankelijke autoriteiten nog graag met die oude „onder drukkers" te maken hebben ook. We zien het hier in Congo aan de Belgen. Die moesten en zouden WEG. En nu ze dan eindelijk weg zijn en men onder ons is, nu moeten en zullen ze terug. Pas als er weer een Belg aan het bureau zit (en nu als „technicien"), voelt men zich weer prettig en de zaken gaan ineens veel vlugger. Men moet zeggen, de Belgen, die weer terug zijn, verplaatsen zich zonder veel moeite in de nieuwe toestand en er is een uitstekende samenwerking. Als wij zo lezen, hoe onze mensen zich hebben ingeschakeld in hun nieuwe vader land, hetzij de Verenigde Staten of Mexico of Brazilië, dan geloof ik, dat we trots kun nen zijn. Trots en dankbaar, dat we een „praktijk opleiding" hebben gehad, zoals geen internationale organisatie je ooit kan geven. We zijn net terug van een kort reisje naar Zuid-Afrika. Een pracht land, dat ons vaak deed denken aan de Gordel van Smaragd. Bergen, zee, groen en vooral BLOEMEN. Dat land lijkt zo nu en dan een grote tuin, waar we alle oude vrienden van onze eigen kebon terug hebben gevonden, compleet met de vruchten, waar je zo heer lijk rakoes van kon snoepen. En natuurlijk vonden we er wat lui uit Indië. In Durban zochten we even in het telefoon boek en waarachtig, hij zat er. Hij, dat was Kees Voerman, beter bekend als Kees Tjengeng, omdat hij in zijn jonge jaren een befaamd, volwaardig, ambitieus tjengenger was. Die jonge jaren, dat was dan zo'n veertig jaar geleden in Semarang, Roza park en Genielaan. En wel ten huize van zijn ouders, bij oud-Semarangers wel bekend als Paatje en Maatje Voerman. Vooral Maatje Voerman was wijd en zijd bekend voor haar ver maarde recepten. Recepten, opgezameld in een lang en bezig leven, zowat overal in de archipel. Zij is er nog een uit de tijd, dat je met een zeilschip naar Indië ging. Kees is nu technisch directeur van Metal Containers, een onderdeel van van Leer's Vatenfabrieken en het bevalt hem best. Als je hem opzoekt in zijn mooie villa, daar in de heuvels rond Durban, dan begrijp je dat makkelijk. Mooi huis, lieve vrouw, twee jongens en twee meisjes, wat wil je nog meer. En een klimaat, dat je eigenlijk alleen in Bandoeng verwacht. We hebben een hele dag zitten „bij praten". Hoe het daar in Durban was maar vooral hoe het TOEN in Indië was. Op een gege ven ogenblik haalde Kees een bandje voor de dag, en toen hebben we weer eens beseft, hoe waardevol dat „laatste divi dend" is, dat laatste dividend dat Indië ge geven heeft aan Nederland en de wereld. Dat laatste dividend, dat is het menselijk kapitaal, dat nog steeds vruchten afwerpt, overal in de wereld. Het was een bandje, dat via de bandrecor der een verslag gaf van het afscheid van Maatje Voerman. Zij ging weer eens een keer op pad, en nu naar Mexico. Niet gek als je zo een 73 jaar bent. Naar Mexico, waar haar dochter Dolly en haar schoon zoon Lal Nasse (late of Semarang), een goed leven hebben en goed werk doen. Lal is daar directeur van Philips. En op datzelfde bandje spraken de andere kinderen. Een complete wereldreis, een revue van pio niers, die overal heentrekken. Jaap van den Berg, zogezegd Lange Jaap, die indertijd meehielp, een haven aan te leggen ergens in Marokko. En Suus, die na de oorlog naar Australië ging en daar wat verder studeerde aan de Universiteit van Perth. En haar man, Jan van Heiten, die havenmeester is ge weest in Sabang na de oorlog, of Hans, die nu in Amsterdam bij Geveke de leiding heeft van de technische afdeling. Zo eventjes, op een achtermiddag in Dur ban, een kleine wapenschouw. Lekker, bij een „vleisbrajerijtje" (saté zouden wij zeg gen), een galerij van wat wij kunnen en durven. Het was een FIJNE middag en we zijn trots weggereden. F. G. P. BAIJENS-REINDERS Singer selecteert beroemde,,Obats" en brengt ze in handige, hygiënische tabletvorm! TEMOE LAWAK. Verhoogt I KOEMIS KOETJING SINGER'S INDISCHE ONT- de galwerking. Zacht laxerend, (Remoekdjoeng) de bekende VETTINGSPILLEN helpen bloedzuiverend. I urineafdrijvende kruiden. prettig enveilig! 20 tabl 1.40 100 tabl. 5.60 20 tabl 1.40 100 tabl 5.60 40 stuks 1.45 120 stuks 3.95 I Iftl I WW 'C -&WO N.V.Singer Import, Arn- I 1^1 Bj B^ B^k hemseweg 16, Amersfoort 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 21