m Boekenpraatje VOOR ONZE BIBIT Tante Mieke Beste Bibits, In "The American Tong Tong" staan zo nu en dan verhaaltjes van Amerikaanse bibits en nu vraag ik me af waarom jullie nooit eens met een verhaaltje komen. Tante Mieke heeft 't er al vaker over gehad, maar er kwam maar heel weinig binnen. Of doen jullie het alleen maar als je er een prijsje voor krijgt? Nee toch. We zouden met zijn allen zo'n leuke bladzij voor de bibits kunnen maken en we hopen dan ook dat jullie het volgend jaar een beetje ac tief mee gaat doen. Ik laat hier twee verhaaltjes volgen van Ame rikaanse bibitjes. Ze waren in het Engels ge schreven zodat ik ze heb moeten vertalen wat eigenlijk jammer is, omdat er dan toch veel verloren gaat van het oorspronkelijke in zo'n verhaal. Deze foto is al jaren en jaren geleden ge maakt. De kinderen die er op staan zijn zelf al grote mensen geworden. In die oude tijd kwamen ze dikwijls spelen in de kraton van Solo, waar ze dan zo mooi aangekleed werden. Niet elke keer natuurlijk, want in zulke kostbare kleren kan je nu een keer niet leuk spelen. Je zou veel te bang zijn dat je er iets aan zou bederven. Echt leuk spelen kan je het best in je oude plunje, zodat je niet de hele tijd bang hoeft te zijn dat er iets aan zal komen. Daarom vond ik als klein meisje partijtjes altijd machtig vervelend, want nóg hoor ik mijn moeder zeggen: "Zal je voorzichtig zijn?" Ik geloof dat de moeders nog niets veranderd zijn. En dan te bedenken dat zij zelf eens een klein meisje geweest zijn! DE GESCHIEDENIS VAN EEN CENT. door Vivian Boon Er was eens een cent. Hij heette Koper en de naam van zijn zusje was Zonneschijn. Koper en Zonneschijn woonden jaren en jaren lang samen. Ze waren het eigendom van een meisje dat Mary heette. Mary zorg de erg goed voor beide centjes. Toen Mary met vacantie ging moest ze met de bus gaan en ze gebruikte Koper als fooi tje. Arme Koper. Hoewel hij in een heel aardige, gezellige, warme zak terecht kwam, was hij toch bang. Ten eerste was hij bang omdat hij geschei den was van zijn zusje Zonneschijn, en ook omdat hij begreep dat hij Mary nooit weer zou zien. Hé, waar gingen alle muntstukjes naar toe? Het leek of ze allen naar een hoekje van de zak rolden. En één voor één gleden ze er uit. Wel, natuurlijk, er was een gat in de zak. Vlug rolde hij naar het hoekje en glip te uit het gat. Hij rolde uit de achterdeur van de bus. Hij zag Mary lopen. Hij rolde en rolde zo hard hij kon. Toen hij eindelijk een klein eindje voor haar voeten was aan geland stopte hij. Mary zag hem en zei: "Hé, dat is Koper." Ze raapte hem op en stopte hem in haar beursje bij Zonneschijn. "Goeie hemel, ik ben weer terug!" zei Ko per. Toen begonnen ze allebei zo hard te gichelen dat Mary het bijna kon horen. MIJN NACHTELIJKE BEZOEKER. door Marcelle Klinkert Het huis waar ik woon heeft een grote ve randa. Op een nacht hoorde ik voetstap pen op onze veranda. De bel van de voor deur rinkelde. Ik rende naar de deur, keek door het raampje en had de grootste ver rassing van mijn leven. Ik zei: "Oh, dat kan niet waar zijn!" Mijn moeder vroeg wie het was. Ik zei: "O, het moet een familielid zijn, dat lang geleden verdween, of zo ie mand". Ik opende de deur en liet mezelf binnen, tenminste ik dacht dat ik dit deed. Mijn moeder kwam en zei: "Wat doe je zo lang bij de deur en waar is hij of zij?" Ik zei: "Hier, in feite staat u op haar tenen" "Ben je onlekker Marcelle?" vroeg mijn moeder. Toen drong er iets tot me door; alleen ik kon haar zien! Van toen af aan was ze als mijn schaduw. Ze hielp me met mijn huiswerk, waste de borden met mij af en sliep samen met mij in mijn bed. En zou je nog iets willen weten? Ze lijkt sprekend op mij. Probeer jullie nu ook eens zo'n mooi verhaal of sprookje te schrijven en stuur het dan naar TANTE MIEKE, Prins Mauritslaan 36, Den Haag. Als het goed is plaatsen we het. IKS. Uit de moppentrommel Daan: Er stond bij een nauw bruggetje: Be gaanbaar voor één persoon tegelijk. Hoe kwam het dan, dat de eerste de beste die er over ging er door zakte? Joop: Geen notie. Misschien was de brug vermolmd of zoiets? Daan: Welnee, maar hij was een gewaar schuwd man, en die tellen voor twee! Voor meisjes van 10 - 12 jaar heeft Van Goor Zonen een heel gezellig en fris ge schreven boek van Regina Zwart uitgege ven. Het heet "Plakboek voor Petra". Een echt vakantieboek. Het gaat nl. over een kampeervakantie naar Oostenrijk. Het gezin Bergveld beleeft heel wat avon turen onderweg. Daar zorgen de kinderen wel voor: de tweelingen Sofietje en Aldalu, en hun broer Heico. Oorspronkelijk zou het vriendinnetje Pe tra met hen mee gaan. Maar door een ge broken enkel vlak vóór de vakantie, kan dit plan niet doorgaan. Reuze sneu natuur lijk. En nu is het aardige van de kinderen Bergveld, dat ze op hun manier Petra tóch van de reis willen laten genieten Ze ma ken een plakboek voor haar, waarin ze alles bewaren wat maar mogelijk is. Suikerzak jes, bierviltjes, bonnetjes, ijspapiertjes en gedroogde bloemen. Zelfs allerlei stukjes rots en andere steentjes worden verzameld, maar die gaan in een grote plastiek zak. Natuurlijk schrijven ze het vriendinnetje ook uitgebreide brieven met alle verhalen van wat ze beleven. Het is zo'n heerlijk verhaal van genietingen waar je zelf wel bij zou wil len zijn. En mét deze kinderen voel je ook de teleurstelling als op een ongelukkig mo ment tijdens een vaartocht de hele zak met plakboek en bijbehoren overboord valt en verloren raakt. Later blijkt dat Petra van al hun brieven, kaarten, foto's en tekeningen zélf een plak boek heeft gemaakt, zodat zijzelf zich niet zo erg hoefde te vervelen tijdens haar ge dwongen rustkuur. Er zijn dan ook nog enkele leuke verras singen bij. Al met al een enig leuk boek. Ik dacht onder het lezen hiervan onwillekeu rig aan ónze boekenwedstrijd. Op het ogen blik, dat ik dit nu schrijf, weet ik nog he lemaal niets over de afloop daarvan, maar ik dacht zo bij me zelf: "Deze Petra kon dus wél een plakboek maken, dan de Bi bits toch zeker óók!" Sinterklaas is weer naar Spanje gevlogen en de redactie heeft tot haar grote spijt nog geen plakboek ontvangenHet kan nog voor Kerst mis. maar dan moeten jullie wel vlug zijn. Doen? Ja toch! 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 14