TONG TONG BOEKENCLUB sjrtf n YOGA de weg tot harmonie en gezondheid (slot) Niet alleen onze uitermate beperkte en gebrekkige zintuigen zijn de oorzaak van alle zinsbegoocheling of maya. Maar ook ons denkvermogen, gevormd door een bepaalde opvoeding, het milieu, karakteraanleg en vele andere fysieke oorzaken werken ongetwij feld mede aan deze zinsbegoocheling, waardoor wij nimmer achter het absoluut bestaan van het wereldgebeuren komen. Daarom eist de yoga-leer van zijn discipelen in de aller eerste plaats afstand te doen van alle tot op heden bijeenvergaarde kennis omtrent mys tieke en religieuze zaken. De leerling dient te zijn als een schone lei, opdat hij op zijn pad tot verlichting niet onverhoopt zal terugvallen, of het slachtoffer wordt van oude vooroordelen, voorkeur of enig ander negatieve factor. Pas veel later, wanneer het denkvermogen door de nieuwe kosmische scholing gelouterd is, mag hij, indien hij dit wenst, zijn oude stokpaardje weer tevoorschijn halen en on derzoeken. Hij zal verrast zijn over zoveel onkunde en bekrompenheid waarmede hij zijn oude drogbeelden heeft aangehangen. Van de gelegenheid, dat de mens slechts op zijn vijf zintuigen vertrouwt, maakt de fakir (de betekenis van dit woord vindt u in het artikel van 15 okt. j.l.) gebruik, om zijn toe schouwers d.m.v. "toverkunsten" in verba zing te brengen, Door een bepaalde en ge- kontroleerde ademhalings-techniek, waar door hij meesterschap verkrijgt over gedach- tengolven of trillingen, weet hij bij het pu bliek een mentale illusie te voorschijn te roepen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat een dergelijke manifestatie op zichzelf een grote prestatie is. Een frappant voorbeeld van zinsbegooche ling is het volgende tafereel: de fakir geeft een lege cocosnoot aan het publiek voor onderzoek. Nadat hij deze cocosnoot weer heeft teruggekregen, zien de toeschouwers eensklaps een geweldige stroom water hier uit vloeien en hiermede worden vele em mers tot aan de rand toe gevuld. Na een bezweringsformule houdt het water op met stromen en dan begint de fakir deze volle emmers weer in de cocosnoot terug te gie ten. Even later is al het water verdwenen en de cocosnoot is weer droog als tevoren. En andere treffende vertoning is het geval van het touw. Een dik touw wordt in stukken gesneden en aan de uiteinden wordt een knoop gelegd. De fakir zet zich vervolgens op de grond en begeleid door monotone muziekinstrumenten heft hij een even een tonig gezang aan. Plotseling begint er leven te komen in die roerloze stukjes touw. Een ieder, ook de meest sceptische westerling, ziet deze stukjes touw langzaam veranderen in kwaadaardige slangen, die zich sissend naar de toeschouwers begeven. Ontzet wijkt het publiek dan achteruit, maar door een korte bezwering veranderen deze gevaar lijke reptielen wederom in onschuldige stuk jes touw. Westerse onderzoekers konden geen ver klaring voor dit verschijnsel geven, maar de fotografische opnamen die tijdens soortge lijke vertoningen gemaakt werden, waren blanco. Aangehaalde voorbeelden, waartoe een fa kir in staat is, hebben dus niets te maken met z.g. bovennatuurlijke verschijnselen, maar zijn 't gevolg van de beheersing over bepaalde natuurwetten, die met behulp van het denkvermogen en de wil tot stand wor den gebracht. Deze mensen weten hun pu bliek te verstrikken in maya, zodat zij het slachtoffer zijn van hun zintuigen. Echter, enig ander nut, dan het publiek te overdon deren, hebben deze vertoningen niet en daarom zullen wij er niet verder op ingaan. Een yogi zoekt zijn einddoel niet in het ver tonen van dwaze kunstjes. Zijn uiteindelijke doel is de één-wording met het Goddelijke, waardoor een ongestoorde harmonie mogelijk is (de één-wording van het persoonlijk Zelf of "Jivatma" met het Universele Zelf, "Paramatma".) De yoga-leer is in verschillende "principes" of systemen onderverdeeld, opdat een ieder Lees verder pag. 18 KLEURIG MEMORIAAL VAN DE HOLLANDERS OP OUD - JAVA Geschreven door F. J. G. van Emden en Willem Brandt. Uitgegeven door: A. J. G. Stregholt. F. J. G. van Embden, een Indisch Bestuurs ambtenaar (thans overleden), stelde 25 jaar geleden de stof tezamen voor dit boek. Het oorspronkelijke, niet eerder gepubliceerde manuscript werd door Willem Brandt, waar nodig, bewerkt en met de allernieuwste ge gevens aangevuld en van een inleidende be schouwing voorzien, hetgeen hem volledig kan worden toevertrouwd dank zij de 27 ja ren die hij zelf in de tropen verbleef. Het geschrift geeft een briljante en leven dige kijk op het voor ons Hollanders zo uit ermate belangrijke leven in het Batavia van de Verenigde Indische Compagnie, naast het reeds bestaande "daghregister". De talrijke anekdoten, welke voor de huidi ge generatie zeer zeker een humoristische inslag zullen hebben, doen het beeld leven en geven er de juiste interesse aan. In zijn soort een uitstekend boek, dat de- geen die deze periode wil bestuderen of le ren kennen maar node zal kunnen missen. Bovendien is het zeer leesbaar door de hu mor die men er voortdurend in kan vinden. Het is dus allerminst dor. De anekdoten ge ven juist de noodzakelijke achtergrond voor de personen van hoog tot laag, waardoor het geheel een schildering wordt van deze voorbije tijd. Doch één, die voor ons geestesoog blijft leven en schitteren met grote intensiteit. Wij mogen de beide schrijvers zeker dank baar zijn voor deze uitstekende prestatie, die een aanvullende studie oplevert van een zo belangrijke tijd, welke veel nieuwe feiten wist te geven in een zo boeiende vorm J. C. H. DE KAARS Bij De Tijdstroom in Lochem is van de hand van Willem Brandt verschenen: De Kaars, een bundeltje van 3 vertellingen, gebonden in een heel mooi bandje, wit met gouden letters, (prijs 3,90). Wit met gouden letters: symbolisch voor de waarde van de inhoud. Want het zijn witte gedachten, in gouden letters geschreven. Het eerste verhaal: De Kaars, is in 1962 als Kerstbrief verschenen, en werd in dat jaar door Wies van Maarseveen in de Kerstbij eenkomst van de Indische Kulturele Kring voorgedragen. In 1963 droeg Prins Bernhard het voor tijdens de Kerstviering op Paleis Soestdijk, die door de radio werd uitgezon den. Velen van U zullen het verhaal kennen, enkelen ook uit eigen ervaring, want het is een authentiek verhaal uit een Japans inter neringskamp op Sumatra. Het tweede verhaal: De Kip, werd in 1964 door Paul van Steenbergen voor de radio voorgedragen. Wie dat toen hoorde, zal het nog eens willen lezen. Om het steeds weer te lezen in ogenblikken dat de razernij van de wereld ons te zeer beklemt. Om dan te bedenken: als de mens bereid is het offer te brengen, het offer van zijn leven, en "vleugels krijgt", dan zal hij alle kwaad en geweld kunnen afkeren, en er zou minder haat en tweedracht op de wereld zijn. Het derde verhaal: De Geest Overwint, is een in het abstracte gehouden vertelling, die maar al te zeer op de werkelijkheid is ge baseerd. De gedachten hierin neergelegd, teruggaande op de klap van de Japanner en zijn "You must awake out of your dreams" voeren ons via de vele door ons telken male gedroomde zekerheden van het leven naar een toekomst, die als wij ons niet op de Waarheid van het Leven bezinnen, de knal zal brengen die het Al uit elkaar zal doen spatten. Om dan de zekerheid te brengen dat toch weer een nieuwe droom zal worden gevonden, de droom van de Geest die overwint... Een bundeltje om te bezitten, en om aan anderen cadeau te doen met Kerstmis. ADINA

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 17