RADJA BOLA
Hercules In 1907. Staand v.l.n.r. Leo Plchel, Eddie Alting Siberg, Philips, v. Nierop, Young, Oehler jr.
Zittend v.l.n.r. Wim Pichel, Kraft v. Ermel, Cress, Oehler sr., Abbink.
„Koning Voetbal" is in Holland een begrip dat de voetbalsport in haar
geheel omvat. „Radja Bola" is de erenaam voor één man, die in de
voetbalwereld van het vroegere Indië een heel aparte plaats innam: J. E.
P. (EDDIE) ALTING SIBERG. Een sportfiguur par excellence. Een voet
baller die zich op elke plaats in het elftal thuisvoelde, die zowel "met
links" als "met rechts" venijnige schoten kon afvuren, die vanuit de
verdediging met een snelle rush opeens naar voren kon gaan en dan
vaak nog scoorde ook. Een gevreesde, maar door zijn sportiviteit ook
gerespecteerde tegenstander. Elk clubbestuur had hem wat graag in de eigen gelederen.
Je kon beter met dan tegen hem spelen!
Sinds 1952 is Eddie Alting Siberg in Holland.
Een levendige, actieve man, die je zijn 78
jaren beslist niet aanziet. In zijn revers prijkt
het rood-witte speldje van de Haagse ama
teurclub H.B.S., waar hij lid van is. Hij zit
nog helemaal in de voetballerij, leeft intens
mee met alles wat daarin te koop is. Een
prettig causeur, raakt hij pas goed op dreef
als hij van zijn ervaringen vertelt, maar dan
vliegen de vonken er ook af! Smakelijk ver
telt hij van een onvergetelijke wedstrijd,
„Het was in 1920 in Batavia. Ik speelde toen
voor B.V.C., was linksback en aanvoerder.
De directie van het Deca-park had vijftien
gouden medailles uitgeloofd in een afval-
tournooi voor Bataviase clubs. B.V.C. stond
er in de normale competitie helemaal niet
zo best voor, maar we zagen in dit tournooi
kans tot de finale door te dringen en kregen
tegenover ons het geduchte Hercules, kam
pioen van Batavia! Vóór de wedstrijd wer
den de koppen bij elkaar gestoken en Paatje
Crasborn, onze voorzitter, bedacht een
mooie taktiek. Als de situatie gunstig was
zou hij mij een teken geven en dan moest
ik pardoes naar voren en proberen een goal
te maken. Tot dan moesten wij ons zo goed
mogelijk verdedigen. Nou, onze ploeg met
lui als Carli, Maat, Dick Jolly, mijn broer
Edmond, Prins en Halkema, voetbalde voor
wat ze waard was. We hielden de stand op
00. Toen, een kwartier voor het einde,
klonk het signaal waar ik al zo lang op had
gewacht. Eddie, naar voren!" brulde Paatje
Crasborn en daar ging ik, passeerde de
totaal verraste Herculanen en maakte een
doelpunt. Meteen was ik weer terug in de
verdediging en wij slaagden erin de laatste
felle Hercules-aanvallen af te slaan. Zo won
nen we de medailles!"
Eddie werd op 22 februari 1886 in Batavia
geboren. Toen hij elf jaar oud was, werd
zijn vader naar Bandoeng overgeplaatst
Daar voetbalde Eddie veel met z'n vriendjes,
eens met een echte bal (van zijn sobat John
v. d. Beek), maar voor de rest moesten ze
het met een grote djeroek bali doen. In 1900
werd hij lid van de gymnastiekvereniging
„Mens Sana In Corpore Sano" onder leiding
van sgt. Bijraad en toen die club werd
opgeheven, kwam hij bij „Olympia", waar hij
vooral uitblonk in turnen (de reuzenzwaai
aan het rek was zijn specialiteit) en scher
men. Intussen bleef zijn hart naar de voet
balsport trekken en met zijn broer Louis
en een paar schoolvrienden: Johan Weys,
Karei Seidel, Henri Berretty en Oscar Veer,
lukte het hem een voetbalclub op te richten.
Na wat moeilijkheden in het begin, was op
22 februari 1903 (Eddie's 17e verjaardag)
Bandoeng een gloednieuwe voetbalvereni
ging rijker: SIDOLIG.
In 1904 speelde een combinatie van Ban-
doengse clubs tegen het Bataviase B.V.C.
(versterkt met spelers van andere clubs).
In het Pieterspark leden de Bandoengers
een nederlaag van 40 en bij de revanche
het volgend jaar in Tjimahi gingen ze er pas
goed met 120 in! „Maar", constateert
Radja Bola droog, „daar heb ik heel wat van
opgestoken, er waren prachtige spelers bij."
SIDOLIG speelde ook dikwijls op de aloon-
aloon friendly games tegen o.a. U.N.I. Men
had de beschikking over één echte goalpaal
en verder was er echte bamboe betoeng.
Er werd niettemin enthousiast gevoetbald en
minstens even geestdriftig meegeleefd door
de talrijke toekang dagang. Daar kon je
Staargaard, Roelofsen en Eduard Gobée in
actie zien, maar de favoriet van het over
wegend Soendanese publiek was Eddie, die
door zijn flitsende spel al gauw door hen
„Orai" slang) en later „Radja Bola"
werd gedoopt. Tussen haakjes, als Eddie op
jacht ging had hij in de oedik in een mum
van tijd zo'n dertig drijvers bij elkaar. Voor
hun Radja Bola hadden ze heel wat over!
Al met al was in die begintijd de voetballerij
in Bandoeng - zonder officiële Bandoengse
bond en dus zonder competitie - maar een
vrij povere zaak. Batavia was al een eind
verder, want daar draaide al een volledige
competitie. De Bandoengse jongens konden
dus zonder bezwaar voor Bataviase clubs
uitkomen en daar maakten de Batavianen
dankbaar gebruik van. Al in 1904 werd Eddie
door Hercules gestrikt en daar speelde hij
met cracks als Johan v. d. Beek, Arthur
llgen (later Resident van Semarang), Van
Nierop en Philips. Twee jaar heeft hij voor
Hercules gespeeld. Als ze hem nodig had
den, reisde hij in 5 uur van Bandoeng via
Lampegan raison van 2,50 (door Her
cules vergoed!) naar Batavia. In Bandoeng
bleef hij de blauw-witte kleuren van SIDO
LIG trouw.
In 1907 waren zijn vrienden Guus en Vick
Nitzschke van het Bataviase V.I.O.S. met
vacantie in Bandoeng en die wisten hem
over te halen voor hun club uit te komen.
Eddie speelde vele malen voor V.I.O.S., ook
in de beroemde Pasar Gambir-wedstrijden.
In de athletiekafdeling van V.I.O.S. stond
hij ook zijn mannetje. Hij won voor deze
club 6 prijzen in de nummers 100, 400 en
800 meter hardlopen. Athletiek, turnen,
schermenèn voetballen: een waarlijk
allround sportman deze Radja Bola!
Na 1910 speelde hij alleen in Bandoeng.
In dat jaar vormden U.N.I. en SIDOLIG een
sterke combinatie en trokken naar Soera-
baja, waar ze het Soerabajaas elftal met
40, Quick met 20 en Excelsior met 20
aan hun voetbalschoenen lapten. Wedstrij
den waaraan Eddie met genoegen terug
denkt, medespelers waarvoor hij nu nog een
grote bewondering heeft: Toi van Ooyen,
Kessler, Jules Seelig, Belloni, Bertrand
(„Tjatjing") v. d. Worm. Overigens kwam hij
zelf voor korte tijd bij Quick terecht, toen
hij in 1913 in Soerabaja werd geplaatst en
met die club (onder aanvoering van Meu
ring) heeft hij een planterselftal van de s.f.
Djatiroto (administrateur Wierex) met 63
een vriendschappelijk lesje gegeven.
In hetzelfde jaar nog ging Eddie met verlof
naar Holland, waar hij zich bij H.B.S. aan
sloot en meteen als midvoor in het eerste
elftal werd geplaatst. Later kreeg hij de
linksback-plaats toegewezen naast de be
kende internationaal Harry Denis. Door het
uitbreken van de eerste wereldoorlog kon
Eddie niet naar Indië terug en hij bleef dus
nog wat bij H.B.S. spelen. In 1915 paste hij
voor het eerst de zgn. „sliding" toe. Het
jaar daarop kon hij via de Kaap naar Java
terugkeren en werd in Bandoeng geplaatst.
Lees verder pag. 21
20