KERSTMIS IN SAO PAULO
TWEE VADERLANDEN
Kerstmis 1956 heb ik in Sao Paulo, Brazilië
gevierd, bij mijn dochter Meta, schoonzoon
Frans en mijn eerste kleinkind Evelin, des
tijds 1 jaar oud.
Wat heb ik een heerlijke tijd doorgebracht.
Natuurlijk in de eerste plaats omdat ik Meta
en haar man (na drie jaar) terugzag en mijn
eerste kleinkindje kon bewonderen. Verder
vond ik het leuk met de andere immigranten
kennisgemaakt te hebben en gezien hoe
hun leven in het nieuwe land is. Heerlijk
vond ik onze wekelijkse gang naar de pa
sar, de wandeling erheen was voor mij al
'n genot. Op die wandelingen bleef ik vaak
achter, omdat ik telkens bleef staan om
'oude bekenden' in verrukking terug te zien
en te bewonderen, ik bedoel Indische plan
ten en bloemen, zoals kembang sepatoe,
oleander, melati gambir, de stekelige aga
ves en cactussen zo hoog als een muur.
Op de pasar zelf, midden op straat (die op
zo'n marktdag voor alle verkeer afgesloten
was) keek ik mijn ogen uit, zo veel als die
leek op een echte Indische pasar. Lange
tafels waarop vis en oedang, groentenver-
kopers met sla, andijvie, lobak, djagoeng,
ketela pohon (sienkong) en oebie, laboe
Siam, walo en katjang pandjang (op z'n
Braziliaans heel grappig "bonen per meter"
genoemd in Suriname "kouseband"). Ook
(net als in Indië) verkopers, zittend op een
matje op de grond, met vóór zich hoopjes
lombok of bawang poeti. Wat zijn er veel
Italianen en Duitsers in Brazilië! De Duit
sers stonden op de markt met zuurkool,
spek en vele worstsoorten, de Italianen met
allerlei soorten macaroni, vermicelli, spag
hetti, enz. die onder de verzamelnaam "ma-
carrao" worden verkocht, en natuurlijk ook
olijven en olijfolie.
Ik zag ook grote witte blokken. "Is dat ta
hoe? vroeg ik. "Neen, dat is kaas! Maar
deze kaas koop ik nooit, het smaakt naar
niets, zo flauw en zacht. Neen, voor kaas
moet je in Holland zijn. Maar je kunt hier
wel tahoe krijgen. Elke week komt er een
Japanner langs ons huis met blikken tahoe.
Wij Indischen zijn allemaal geabonneerd op
een of twee blokken per week .Er is hier
zelfs taotjo te krijgen, dat heet hier "miesu"
Weet je, dat de meeste groentenkwekers
ook Japanners zijn? Toen in de tweede we
reldoorlog alle Japanners geïnterneerd wer
den was de groentevoorziening helemaal
ontwricht, de mannen werden na een tijdje
vrijgelaten om zich weer met de groenten-
teelt te kunnen bezighouden. Straks gaan
we naar zo'n kweker toe om een kerst
boompje uit te zoeken De kerstbomen wor
den hier niet op straat of op de markt ver
kocht, zoals in Holland, maar je kunt ze bij
de kweker uitzoeken. Tegen Kerstmis kun
je de boom dan zelf halen.
"O, kijk eens wat daar aankomt!" Vijf gei
ten, elk aan een touw, door één man vast
gehouden, liepen ons tegemoet. "Die wor
den zeker naar het abattoir gebracht?"
Wel neen, zie je niet dat het melkgeiten
zijn? Die man loopt langs de huizen met
zijn geiten om hun melk te verkopen. Bij
elke klant wordt er een geit gemolken. Zo
krijgen de klanten de melk gegarandeerd
vers!"
Daar hoorde ik roepen: "Olja, olja, rènda,
rènda!" Het was een man die met een hele
verzameling brede en smalle kanten over
zijn arm liep en riep: "Kom kijken, kom kij
ken, kant, kant" ("kant" is in het maleis
ook "rènda").
Op de pasar zagen we ook de heerlijkste
Indische vruchten zoals pisang, mangga,
advocaten, ananas, semangka en belèwa
(meloenen), maar ook druiven, appels en
peren, deze laatste komen uit het Zuiden
van Brazilië of uit Argentinië. In het Noor
den van Brazilië kun je zelfs blimbing en
sirikaja op de markt krijgen, maar in Sao
Paulo zijn ze erg duur en worden ze alleen
verkocht in speciale "fijne" winkels of op
de "grote", overdekte markt in het centrum
van de stad.
In het centrum heb je ook de grote waren
huizen, zoals Sears (een Amerikaanse zaak)
Daar hebben we onze meubels gekocht, ons
gasfornuis en de koelkast. Ze hebben daar
ook het afbetalingssysteem als in Amerika.
Als ik verlang Hollands te spreken" zei
Meta, "ga ik naar een bepaalde zaak in he
renkleding, waarvan de eigenaar een Belg
is. Hij vindt het ook leuk om Vlaams te
spreken, dus ziet hij ons graag komen al
kopen we niet altijd bij hem".
De stad is één schittering van licht en kleu
ren, alle etalages zijn uitbundig versierd, je
hoort overal kerstmuziek en iedereen is
druk bezig met kerst-inkopen.
Wij brachten de kerstavond rustig door met
het luisteren naar "Happy Station", naar de
kerstbootscap van Koningin Wilhelmina en
naar Hollandse kerstliederen, gezongen
door een kinderkoor. Om 12 uur 's nachts
gingen we naar onze buurvrouw "Oma de
Bont die jarig was en die alle Indische im
migranten uit de buurt had uitgenodigd om
bij haar een glaasje vruchtenbowl te komen
drinken en elkaar een "Boa Natal" toe te
wensen. EMILIE INTVELD
DEAR IDA,
Brutaal? Nee, lieve Ida, it certainly is not
meant that way! I know, we never met, maar
dat is juist het heerlijke van Tong-Tong".
Dat is juist wat „Tong-Tong" onderscheidt
van andere bladen, ik voel me behoren bij
een grote familie (en wat een lieve familie!),
don't get conceited my dear!
Alle gekheid op een stokje echter, vooral nu
het kerstfeest weer nadert met zijn aloude
tradities, nu we op de één of andere manier
het betere in ons willen doen spreken, dacht
ik bij mezelf: „Kom, ik ga „Tong-Tong" een
klein „mandje zenden!" Heb dus mijn
sloomheid opzij gezet for a while en ga iets
vertellen. O.K.? Wat een taal, hè? Maar ook
24
dat kan bij „Tong-Tong", vandaar de moed
die ik opbreng om iets te vertellen. Ik merk,
dat ik twee maal „vertellen" achter elkaar
heb gebruikt, lelijk hè, maar ik ben ook geen
schrijfster! Heb alleen spontaan mijn ball
point gepakt en there it goes!
Being Indonesian by birth, wil ik met het
oog op het komende kerstfeest eerst even
mijn diepe dankbaarheid betuigen aan allen,
hoog en laag bij „Tong-Tong", die mee
gewerkt hebben aan een betere verhouding
tussen Holland en Indonesië. Met „allen"
bedoel ik Nederlanders en moet ik zeg
gen vooral Indische mensen, niet Tong-
Tongers? Tot die groep wilde ik me n.l.
wenden met mijn kerstkreet. Waarom, o
waarom zijn er zo weinig Indische mensen,
die meedoen aan „Tong-Tong"? Het doel
weten we toch allen? O, waar blijven jullie?
Als Indonesische (getrouwd geweest met
een Totok, en wèt voor één, daarover
straks!), voel ik me het meest behoren bij
die groep omdat, als we kinderen hadden
gehad, ze ook Indische kinderen waren ge
weest. Nu weet ik wel, die groep (niet omdat
ik er zelf bij hoor!) heeft zeker enorm veel
te lijden gehad! Alles weg, ook je land.
Afschuwelijk is het; ik weet het uit ervaring,
nietwaar? Mijn Totok-vrienden en -vriendin
nen, die ik ook schaar bij de Indische groep,
immers zo velen hadden daar toch graag
willen blijven net als mijn man en ik, vind
ik echter niet minder „beklagenswaardig",
als daar nog sprake van is! Ook zij verloren
toch alles wat zij bezaten, maar met welk
een liefde en genegenheid, die je hart zo
verwarmen, spreken zij nog over ons zo
geliefd land!
Nu ik dit kerstfeest bij mijn Indonesische
familie in New-York hoop te vieren kan ik
met nalaten de innige bede uit te spreken,
dat de niet Tong-Tongers de ogen geopend
mogen worden, zoals mij de ogen geopend
zijn door lieve Hollandse vrienden! Natuur
lijk blijf ik abonné en verheug me op mijn
terugkomst in mijn tweede vaderland.
Tot slot, Ida dear, my very best wishes for
a Merry X-mas and a Happy New-Year to
you. Would you please extend my deepest
respect and admiration to Tjalie Robinson
wherever he is and would you thank him
ever so much for so many things he qave
us.
P S. Heb ik niet ergens gelezen dat in het
„P.S." weieens het voornaamste staat? Wel
nu, dit keer is het misschien ook zo! Ik ben
er n.l. heel trots op en heb er zijn nage
dachtenis des te liever om, dat nè de oorlog
een Indonesiër sprak over mijn man, die
toch Totok was als over: „onze Daan". Nu,
dat was hij ook! Hij had als Nederlander
een warm hart niet alleen voor zijn land
genoten, maar ook voor de landgenoten van
zijn Indonesische vrouw (de inlandse chris
tenvrouw Aaltje Maria R„ och what is in
a name?). We hebben er zo vaak samen
over gelachen. Toch ben ik blij, dat ik nu
spreken kan van: „Indonesische van ge
boorte". Niet belangrijk? Toch wel! Toch
wel! Misschien een zekere trots dat mijn
land nu onafhankelijk is! Forgive me if I am
wrong!
Mijn man hoorde, moet ik zeggen gelukkig,
toch geen één partij!
He was just a warm human being en is dat
niet het voornaamste?
A. M. v. d. P.