OPA TJALIE INDONESIË OP DE VOORPAGINA Dingen van de dag Onlangs werd ik door een jonge man op "schokkende" wijze aangesproken met "Opa Tjalie". Lach maar niet! De betrokke ne was blijkbaar op de hoogte van, het feit dat ik reeds ettelijke malen grootvader ben, en daarbij komt dat sinds enkele jaren mijn huid is rimpeliger geworden en mijn haar grijzer. Wie verder de Indische maatschappij goed kent, weet dat elke man bij het ouder wor den de aanspraak-stadia doormaakt van Tjalie, Oom Tjalie en Paatje of Opa Tjalie (substitueer desgewenst elke andere naam). Vooral veel jonge Indonesiërs (die altijd meer gevoel hebben voor adat en hormat dan Hollanders en Indo's) noemen mij 'oom' want dat klinkt nabijer en vertrouwder dan "Meneer" en is toch niet zo "joviaal-volks" als Tjalie-sadja. Nu vind ik het nog steeds rijkelijk vroeg om "Opa" genoemd te worden en ik her inner me nog de dag dat ik voor het eerst mijn eerste kleinkind kwam opzoeken en mijn dochter animeerde de kleuter om te groeten: "Daar is Opa! Zeg dan: dag opa!" Ik was gewoon onthutst en pijnlijk getrof fen. Nou ben ik er al aan gewend. En in de nabije toekomst zal ik er ook wel aan wen nen dat niet-familieleden me "Opa" noe men. It is always later than we think! Nu voel ik me de hemel zij dank geen dag ouder of jonger dan ik ben, maar wat is een "exacte" leeftijd eigenlijk? En leeft een mens in de maatschappij bij zijn eigen maatstaven of bij die van zijn medemensen? Eén ding staat natuurlijk als een paal boven water: dat het oud zijn doodgewoon een kwestie is van "uitstel van executie": over luttele jaren is er bij niemand enige twijfel meer over (ook bij mij niet), dat ik een ech te Opa ben. En dan nog enkele luttele jaren en het aandeel van Tjalie in het Tong-Tong werk is voorgoed afgelopen. En maakt men naarstig balansen op van hoe Tjalie gefaald heeft en hoe niet. Zoals wij jongeren nu ijverig balansen opmaken van heel oude mensen en overleden mensen. Over wat er in die ouderen zelf nog omgaat, bekom mert men zich eigenlijk niet veel. Men heeft zich aan een bepaald "tjap" gewend en dat tjap is zo zoetjes aan ongebruikelijk ge worden. Of het is afgedankt of zo. Dat er onder dat Tjap een mens zit met een "ba lance of sorrow for things I did not do and should have done", wie weet dat? leder een is immers zelf bezig met zijn balans zuiver te maken? Velen vinden dat oude mensen alleen maar zeurig worden. Of dat ze "eigenlijk zo wei nig te zeggen hebben". Maar al de jongeren begrijpen niet hoe het voor vele werkelijk wijze ouderen helaas al onmogelijk is ge worden zich verstaanbaar te maken. Zij hebben al zoveel gezien en in de rijpe vlucht van hun gedachten zijn zij al zover gekomen, dat zij al werken met een ander systeem van oordelen en waarden bereke nen. Zij vinden vaak dat vele jongere men sen en zelfs hele maatschappijen en cul turen op dwaalwegen zijn. Maar wat helpt het om hierover te discussieren? De ande ren zijn nog zo bewust van de onfeilbaar heid van hun streven; ze kunnen niet luis teren naar andere raad. Elke nieuwe gene ratie gaat helaas opnieuw door die eeu wige marteltocht van mislukkingen die voert van "het niet goed weten" tot het "te laat weten". En daardoor wordt de wereld inderdaad nooit wijs, maar ontstaat ook het boeiende leven van vallen en opstaan, van klimmen en ten ondergaan, waardoor het leven altijd aantrekkelijk blijft. Om kort te zijn: toen ik aangesproken werd met "Opa" besefte ik dat het nu nog maar een korte tijd zal duren voor ikzelf ook zeu rig word of niks te zeggen heb. Misschien is die tijd er nu al; misschien komt zij over drie of tien jaar. Quien sabe? Wordt daar mee Tong Tong ouder en zeuriger? Tot ook Tong Tong het hoekje om gaat? Of wordt tijdig Tong Tong's geestelijke zoon of klein zoon wakker om dit blad langs nieuwe sti mulerende paden te leiden? Ik huif de hand boven het oog en speur de einder af: "Zus ter Anna, ziet gij nog niets komen?" Niets? Indonesië heeft rond de jaarwisseling een aantal besluiten genomen, die het opnieuw op de voorpagina's van de wereldpers bracht. Het heeft aangekondigd, de Vere nigde Naties te verlaten in verband met de benoeming van Malaysië tot Ijd van de Vei ligheidsraad. Aan commentaar op dit be sluit zullen wij ons niet wagen, hoezeer wij het ook betreuren. De gevolgen van deze stap zijn trouwens op het ogenblik, dat wij dit schrijven, niet te overzien. En al even min valt thans te zeggen, of deze stap, zo als velen vrezen, inderdaad de inleiding is tot het versnellen en intensiveren van de actie tegen het buurland, met name, of de "konfrontatie" nu van infiltratie zal over gaan in een stadium van geweld op groter schaal. Intussen brengt ook deze daad de persoon van de president opnieuw op de voorgrond. Want hij is, zowel formeel als feitelijk, de verantwoordelijke man voor deze hoogst bevreemdende stap. Bestaat er verband tussen het kort tevoren uitgevaardigde ver bod van de Soekarnoistische beweging en het uittreden uit de Verenigde Naties? Het verbod van de beweging, die zich stelde achter de leerstellingen van de president was kennelijk bedoeld, om de communisten, fel gekant tegen de beweging, tevreden te stellen. Het uittreden uit de VN had plaats na uit voerig overleg met een hoge Chinese auto riteit, die tot dat doel naar Djakarta kwam. Het is duidelijk, dat de actie tegen Malay sië de instemming heeft van Peking. Moest de beweging voor de leer van Soekarno, die een duidelijk anti-communistisch stem pel droeg, worden verboden omdat thans meer dan ooit prijs wordt gesteld op sa menwerking met de communisten? Het zijn vragen, die voorlopig niet zullen worden beantwoord. Dan klimt Don Quichote nog maar een keer op zijn Rossinant en rijdt zijn zoveelste rit voor een schaterende wereld. Poekoel te- roes! Poekoel teroesl En van achter de horizon komt een echo: "Poekoel teroes!" T.R. P.S. Van Steenbokken wordt gezegd dat zij "oud geboren worden". Ik ben een Steen bok en soms heb ik zo"n idee dat ik dus al zo erg oud ben, dat ik verbaasd ben dat ik nog leef. Al was het alleen omdat van de eerste dag af dat Tong Tong geboren werd, de meesten bij het vernemen van de ze stem keken alsof ze het in Keulen horen donderen. Maar zeg dan maar als Boeng Peh: "Ik chep niks gehoord, seh! Wat is gedonderd?!" Je lah je rot! In december bleek overigens ook, dat de gezondheidstoestand van de president waar over vele geruchten liepen, hem niet belet op de traditionele wijze het klavier van het nationale bewustzijn te bespelen. Maar het is ook weer niet zo, dat met 's presidenten wederoptreden op openbare bijeenkomsten de speculaties verstomden over een even tuele opvolger. Men krijgt de indruk dat, of schoon de troonopvolging bepaald niet vast staat, dr Subandrio wel de belangrijkste can- didaat is. Men hoort ook de namen noemen van Chairul Saleh, Roeslan Abdulgani, Na- sution en zelfs van Aidit, de communisti sche leider. Het leger zal waarschijnlijk be zwaar maken tegen een al te linkse candi- daat en ogenschijnlijk heeft Aidit dus geen kans. Tenzij een communistische coup suc ces zou hebben in de verwarring, die onge twijfeld na een eventueel verscheiden van Soekarno zal optreden. De mogelijkheden daarvoor zijn zeker aanwezig. Op hun beurt zullen communisten zich verzetten tegen 'n candidatuur van Nasution, of van Chairul Saleh, wiens rijkdom trouwens een onder werp is van een niet altijd vriendelijk com mentaar. De enige candidaat op wiens in tegriteit de publieke opinie geen critiek heeft is Subandrio, wiens positie trouwens als succesvol minister hoe langer hoe ste viger is geworden. Maar terwijl Subandrio dus uit hoofde van bekwaamheid en karak ter wel de aangewezen man lijkt, vraagt men zich af, hoe het staat met zijn popula riteit bij de grote massa, die zulk een im mens belangrijke factor is in het leven en in het regiem van Soekarno. Laat ons wel bedenken, dat de eenheid van Indonesië bestaat door het persoonlijke magnetisme en de oratorische talenten van één man: Soekarno. 5 januari 1965 CIVIS 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 7