Bm Wh Bibit Mit
L
Bontot in het tijgerbos (III)
j?-;
De politiechef vond, dat er veel te veel
vuile en hongerige honden op het eiland
waren. Daar had hij eigenlijk wel gelijk
aan. Omdat de mensen dachten, dat er bo
ze geesten in de honden zaten, zorgden ze
niet voor de dieren, maar omdat ze bang
waren dat de boze geesten zich zouden
wreken, dorsten ze de honden ook niet
dood maken. De politiechef liet Bontot bij
zich roepen. „Jij hebt dat verloren klooster
ontdekt" zei hij, „en jouw naam heeft toen
in alle kranten gestaan. Jij hebt invloed op
de andere jongens. Jij moet toch begrijpen
dat de toeristen hier niet willen komen
wanneer de honden hen de hele nacht wak
ker houden en ze overdag telkens weer in
hondenhoopjes trappen! En wie weet komt
er nog hondsdolheid ook, wanneer er een
vreemde hond op het eiland rondloopt, zo
als die grote, die de kalkoen heeft gesto
len. Jij moet me helpen om die jongen met
zijn hond bij me te brengen. Dan zullen we
een grote drijfjacht houden om alle hon
den van het eiland uit te roeien. Als jij me
daarbij helpt, zal ik zorgen dat je de pre
sident een handje mag geven als hij weer
op Bali komt. Dan word je nog beroemderl"
Bontot had er eerst wel oren naar, want
hij wou graag beroemd worden, en mis
schien later ook nog eens gekozen worden
als president.
Maar op weg naar huis kwam hij zijn
schoolvriendinnetje Dajoe tegen, de doch
ter van de hogepriester.*)
Dajoe keek hem, na zijn verhaal gehoord te
hebben, verstomd aan.
„Wat" riep ze, „wil je je vriendje Tjoebek
verraden, en zijn hond dood laten schieten?
Je weet toch wat een wild beest Sentoel
geweest is, die zelfs de offers stal van de
tempel. Maar Tjoebek heeft hem getemd,
zodat hij geen kip van de boeren meer
kwaad doet.
Als alle mensen zo goed voor hun honden
zorgden als Tjoebek, zouden er geen hon-
Door Jef Last en Oedeyana Pandji Tisna
gerige en verwaarloosde dieren meer rond
lopen. Als je niet wilt dat ik erg boos op
je word, moet je Tjoebek helpen!"
Bontot was veel banger voor Dajoe dan
voor de politieman.
Hij dacht: ik moet proberen Tjoebek te vin
den, om met hem een plan te maken hoe
we met alle jongens van de school hem,
en de honden van Bali, kunnen helpen.
Bij de rivier zag hij de nieuwe boot liggen
van Wajan, die nu al helemaal mooi ge
verfd en aan de Goden opgedragen was.
Wajan zag Bontot niet komen, want hij
keek, met zijn vriendje Njoman naar de
toppen van twee palmen.
Koese en Krieje, de zoon van de doekoen,
hielden een wedstrijd wie het eerst een
klapper uit de kokospalm naar beneden
zou gooien. Krieje was al bijna boven, toen
hij Bontot zag en hij wuifde hem toe met
gekke gebaren. „Ik heb gewonnen" riep hij,
maar gleed op hetzelfde ogenblik naar be
neden.
Zo had Koese tóch nog gewonnen! Samen
dronken de jongens de verse melk uit de
klapper, en toen zei Bontot: „Wajan wil jij
ons niet met je boot de rivier op roeien,
om Tjoebek te zoeken?"
Wajan, goedig als altijd wou dat wel doen,
en een ogenblik later pagaaiden ze het
smalle bootje de rivier op.
Wajan was kapitein, Njoman uitkijk en Bon
tot en Koese moesten pagaaien. Krieje was
in het midden van de boot gaan zitten.
„Ik hoef niet te roeien", zei hij. „Ik ben
nog moe van het klimmenl Maar ik zal jul
lie prachtige verhalen vertellen, zodat je
niet moe wordt!"
(Wordt vervolgd)
Als je weten wilt wat Wajan, Kleje en Njoman
vroeger allemaal deden, lees dan „I BONTOT
en I KOESE". Uitgave van der Peet te Amster
dam.
Samen dronken de jongens de verse melk uit de klapper
LIEVE BI BITS
De vorige keer was er helaas geen plaats meer
om ook het opstel van Marion op te nemen
maar het is zo goed dat we het jullie heslist
willen laten lezen. Daarom krijgt het deze
keer een plaatsje.
Marion Zwartjes heejt haar opstel keurig ge
typt, zonder één jout. Ze had juist 3 maanden
typeles schreef ze. Heel netjes, Marion. Verder
vertelde ze dat ze dit opstel een paar jaar
geleden geschreven heeft en inzond voor de
prijsvraag van "De Havenloods"een week
krant in Rotterdam. Ze was toen 12 jaar en
won er de le prijs mee. Een boekenhon. Ge
weldig was dat, zeg.
BOEKEN
Als ik een boek lees, is het net alsof ik
op reis ga, veel dingen zijn hetzelfde, maar
je bereikt het einde langs allerlei wegen.
De schrijvers bedenken steeds verschillen
de omwegen, zodat de inhoud toch anders
is. Ik hou erg veel van lezen en ik lees
allerlei soorten boeken. Maar of een boek
vrolijk of verdrietig of spannend is, maakt
geen verschil. Als ik tevreden ben, dat ik
het boek heb gelezen, vind ik het een mooi
boek.
MARION ZWARTJES.
We vinden het erg leuk, wanneer Bibitjes
ook zelf aan deze rubriek meewerken. We
hopen daarom dat er gauw weer wat inzen
dingen zullen komen voor "jullie eigen
werkboekje!"
En zeg, jullie vergeten toch ook niet ons
vervolgverhaal af te maken. Die arme Loes
en Don zitten nog steeds met een verkeerde
koffer en dat is nu al anderhalve maand
lang het geval. Kijk maar eens in de Tong
Tong van 30 maart, daar is Tante Mieke
begonnen met het verhaal: "Logeerpartij
met hindernissen" en het was de bedoeling
dat jullie, Bibits, de vervolgen zouden schrij
ven. Tante Mieke is al zo vreselijk benieuwd
en kom, jullie hebt toch fantasie genoeg
om zelf een verhaal te verzinnen.
De oplossing van het vruchtenraadsel en
de prijswinnaars kunnen jullie in de volgen
de Tong Tong lezen. Tante Mieke en IKS
hebben het zo druk gehad, dat ze nog geen
tijd hebben gehad om de prijzen te kopen
en naar de winnaars op te sturen. Maar je
kent het spreekwoord: "Wat in het vat zit,
verzuurt niet", dus ook dit vruchtenraadsel
wordt NIET vergeten!
En tot slot nog even lachen:
Jantje tot Pietje: „Piet, ben je 's avonds
bang in bed - nou ik niet hoor, want mama
zegt, dat als je braaf bent, er altijd een
engeltje staat aan je hoofdend en bij je
voeten!" Waarop Pietje vraagt: „Ook als
je je voeten niet hebt gewassen?"
ASIATI
16