Het laatste dividend
BONNET-KALENDER IS ER!!
KEUKENKALENDER 1964
Het is niet kwaad hier in Leopoldville. Het
is echt een beetje goed hier in Leo, echt
wel goed. Zo 's morgens op de barza, zo
als hier de voorgalerij heet, met natuurlijk
een echte koppie toebroek, als de nevel
optrekt en de boys naar hun werk gaan. En
's avonds als de lucht rood en rose wordt
boven Djelo Binza en als het ruikt naar
een vuurtje in de verte, dan is het ons
goed. En altijd, maar ALTIJD, als het ons
goed is, denken we aan ons land, ons Indië.
Zo hier in de Congo, in een onderontwik
keld land, sla je wel eens aan het denken
over vroeger en hoe het allemaal gegaan is.
Overdag werk je voor de Verenigde Naties,
die hier, weer en nog eens, proberen "er
wat van te maken". De ganse lieve dag
hoor je hoe het moet, om de productiviteit
te verhogen, je leest rapporten bij het do
zijn, en het gaat maar steeds om die grote
vraag: "Hoe krijgen we "ze" aan de gang
om het materiele aspect, de stoffelijke kan
ten van het leven, ruimer en voller te ma
ken".
En dan, omdat dat alles toch steeds weer
in geld wordt uitgedrukt, denken we aan
die laatste, die allerlaatste reis, in 1952,
van Djakarta naar Amsterdam op de Oranje.
We stonden aan de reling met een oude
planter, die het op had gegeven, op had
moeten geven. Hij was op het laatste ogen
blik aan boord gekomen in een short en een
open hemd, een paar slordige politie agen
ten bij zich.
"Uitgewezen, op staande voet..." Een van
de vele onbegrijpelijke dingen, die we alle
maal zo goed kennen. En die we NOOIT
hebben kunnen begrijpen. Uitgewezen, er
uit, uit ONS land, waar we gewerkt en ge
leefd hadden, waar de kinderen waren ge
boren. Waar we dysenterie hadden gehad
en de Jappen, en onze djongossen, onze
kranie. Eruit, binnen vier-en-twintig uur...
Terwijl we over de reling hingen zei hij:
"Nog eens, maar nu voor de laatste keer,
brengen we het dividend, het laatste divi
dend. "En nu, en al jaren lang, denken
we aan die woorden.
Toen de grote uittocht begon en toen vye
in het Vaderland aankwamen, waren we -
deze keer - NIET de verlofgangers met de
ruime beurs en de gulle hand. Verdoofd
na de grote ontnuchtering zochten we stil
een hoekje, en de gewone stroom van wel-
kom-wensers was er niet. We vonden een
kamer in een opvangcentrum, de lucht van
lysol en van de gemeenschappelijke keu
ken. Een beetje een reprise van het kamp,
maar veel vrienden waren er niet. En toch
toch brachten we een schat mee, die
goud waard was. Die eigenlijk nog een
schat is. We brachten mee een kennis van
tropische landen. We brachten mee een ka
rakter, wat gestaald was door jaren op een
eenzame post. We brachten mee een ta
lent voor improvisatie onder de moeilijkste
omstandigheden. Of we nu oud-resident wa
ren of gewezen klein-landbouwer, we waren
groot geworden met hard en stug werken on
der ongewone omstandigheden, we hadden
geleerd ons aan te passen aan vreemde
mensen en gewoonten.
Die rijkdom, dat bezit is voor veel van ons
een nadeel geworden. In het nette, kleine
land aan de Noordzee, waar iedere hond
een penning heeft en ieder mens een
"stand", voelden we ons vreemd. Er was
niets wat met onze maat kon worden ge
meten, er was niets wat voor ons paste.
En TOCH...we bleven en we haalden het
wéér. We hadden het gehaald in het bin
nenland van Sumatra, we waren niet weg
gelopen voor de Bersiap, we waren niet
verrekt aan typhus of aan pest, waarom
zouden we dan NU niet slagen. En de Chef-
Materiaal-N.I.S./Midden Java werd verkoper
van stofzuigers, de Oud-Resident werd klerk
bij de Verzekeringskamer, het Hoofd Vals
munterij Verre Oosten werd koelie bij B.V.,
en we leerden een nieuwe B.B.L. We gaven
elkaar de "kabar" door waar je moest zijn
voor "de papieren", hoe je moest sollici
teren. Niet teveel over Indie praten, dat was
taboe. Gewoon doen, net als die lui hier...
En dan 's avonds naar huis, waar het lekker
rook naar bawang en zoute vis. Waar de
kontjo's kwamen mampiren en waar je kon
praten over Bogor en Taoen Baroe.
We zijn er WEER bovenop gekomen. De
een in Canada, de andere in Californie en
weer een andere in Sittard of in Coevorden.
We zijn deze keer gebleven en we zijn af
gedaald, pardon, aangepast aan het vader
landse niveau. Geen extravagante partijtjes
meer van rijke verlofgangers. Maar wij zijn
TOCH een dividend, het laatste.
Wij hebben vaak met geld gegooid, tijdens
ons verlof. (En er was steeds een graag
handje om op te vangen...). Maar NOOIT
is een dividend uit Indië verspild als dit laat
ste dividend. Wij zitten nu alweer jaren in
het werk van de Verenigde Naties. We wer
ken iedere dag met "experts". Maar dan
ook iedere dag denken we aan "onze"
experts, aan onze deskundigen. We heet
ten toen niet "expert". Het was Ambtenaar
ter Beschikking, of Onderwijzer Tweede
Klas. Het was Opzichter B.O.W., Klein
Ambtenaar of Bosbouwconsulent. Maar stuk
voor stuk waren het deskundigen op hun
gebied. Ze bestuurden gebieden zo groot
als Nederland, en zonder veel geluid. Zo
met een strootje, een oud autootje, een
inlandse kranie en VEEL moed. Een gewoon
hollands verstand en vooral geen vertoon.
GEWOON doen. Ook en vooral, als het
buitengewoon was.
We hebben nu een apart ministerie voor
onderontwikkelde gebieden en talloze im
posante figuren "werken"...nou ja, werken,
daaraan. Ze reizen en trekken, gaan naar
verre landen en vertellen elkaar en anderen
hoe het nu moet. Maar waar zijn indertijd
de mensen gebleven, die het GEDAAN heb
ben? Op welke achterkamer in welke straat
vinden we NU de man, die een weg aan
legde door Timor, die een brug bouwde in
de rimboe, die thee plantte waar alang-a-
lang stond? Wassenaar is gebouwd van In
dische dividenden, de "Factorij" is er groot
van geworden.
De Bataafse is een wereldmaatschappij en
de K.L.M. bloeide vanwege Indië. Maar
waar, WAAR is dat LAATSTE dividend ge
bleven, die velen die RIJK waren in kennis
en ervaring. Een vriend van ons heeft eens
in 1952 aan de Regering voorgesteld om
dat enorme reservoir vol potentie te ge
bruiken voor het vormen van missies naar
de jonge landen om die te laten profiteren
van dat rijke bezit, wat wij in Nederland
Lees verder volgende pag.
DE NIEUWE
Wegens het overweldigende succes, dat de Bonnet-kalender 1964
heeft gehad, hebben wij de 4 mooiste platen (van de 7) opnieuw
gebruikt voor een kalender 1966.
Het formaat van deze nieuwe Bonnet-kalender is kleiner en wel:
24 x 40 cm en zal daardoor gemakkelijker een plaats vinden aan
Uw wand.
Prijs: f 2,95 0,40 porto f 3,35.
De recepten van de
zijn thans in mapjes verzameld, getiteld: VAN HEMELMODDER TOT
MIXERMAYONAISE.
Meer dan 80 Indische, Europese, Amerikaanse, Mexicaanse recepten
voor f 1,75 f 0,25 porto f 2,
Verkrijgbaar door storting van de verschuldigde bedragen op giro 6685
12